(wet van 19 oktober 2015 houdende wijzigingen van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 22 oktober 2015) - Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek .
Het nieuwe artikel 379 Gerechtelijk Wetboek luidt:
" Art. 379.De plaatsvervangende rechter, de plaatsvervangende vrederechter of de plaatsvervangende rechter in de politierechtbank heeft aanspraak op een maandelijkse vergoeding onder de hierna gestelde voorwaarden:
1° wanneer hij een titularis vervangt aan wie opdracht is gegeven voor een ander ambt;
2° wanneer hij een titularis die werd gemachtigd om een openbaar ambt bij een supranationale, internationale of buitenlandse instelling in België of in het buitenland te aanvaarden, vervangt;
3° wanneer hij een wegens ziekte of wettig beletsel afwezige rechter, substituut, vrederechter of rechter in de politierechtbank vervangt.
De maandelijkse vergoeding is evenredig aan de geleverde prestaties, wanneer de plaatsvervangende rechter, de plaatsvervangende vrederechter of de plaatsvervangende rechter in de politierechtbank ten minste gedurende een maand geregeld het ambt van werkend magistraat vervult.
De maandelijkse vergoeding is een vaste som, bepaald op de helft van de wedde aan het ambt van de vervangen magistraat verbonden, wanneer de plaatsvervangende rechter, de plaatsvervangende vrederechter of de plaatsvervangende rechter in de politierechtbank]1 ten minste drie maanden achtereen geregeld alle ambtswerkzaamheden van de eerstgenoemde vervult.
Het bedrag van de evenredige vergoeding mag in geen geval hoger zijn dan dat van de vaste vergoeding.
De minister van Justitie bepaalt op welke wijze dit artikel wordt toegepast. "