De BTW is verschuldigd van zodra het verkochte product geleverd is of de dienst verricht is, dan wel slechts bij de betaling wanneer de betaling plaats vindt voor de levering van het goed of de dienst.
Teneinde te vermijden dat men BTW betaalt op niet-betaalde facturen, is het derhalve aangewezen om met loutere voorschotfacturen te werken.
Overigens, dit wordt de courante praktijk bij internetverkopen of bij verkopen van goederen waarbij het goed later geleverd wordt (nog dient besteld te worden bij de leverancier/niet in voorraad is).
Ook inzake aannemingscontracten en contracten van levering van diensten is de voorschotfactuur of de provisie een courante praktijk geworden.
Vanzelfsprekend dient een provisie niet de volledige prestatie te dekken maar kan zij gevraagd worden volgens de uitvoering van de werken, mits er evenwel steeds voor elk aanvullend werk gefactureerd wordt bij wijze van voorschot teneinde aldus van de gunstige BTW-regeling te kunnen genieten, zijnde de regeling waarbij slechts BTW dient betaald te worden op het ogenblik dat men de betaling daadwerkelijk ontvangt.
De BTW of voorschotfacturen is niet opeisbaar of aftrekbaar zolang dat voorschot niet betaald is. Tot 2013 diende er eerst een betalingsverzoek gestuurd te worden en werd er slechts een voorschotfactuur verstuurd na ontvangst van het voorschot. Natuurlijk diende dan op het ogenblik van het opmaken van de voorschotfactuur onmiddellijk de BTW betaald te worden gezien er dan reeds betaling gebeurd is en er dus slechts gefactureerd wordt na betaling.
Vanaf 2014 kan een loutere voorschotfactuur of provisiefactuur worden opgemaakt die pas dient opgenomen te worden in de BTW-aangifte op het moment dat het voorschot ontvangen werd. Hierdoor dient u de BTW niet voor te financieren en dient u de BTW slechts te betalen nadat u de BTW van de klant heeft gekregen.
Hierdoor beschikt u onmiddellijk over meer kasmiddelen.
Let wel, op de voorschotfactuur dient vermeld te worden: “Toepassing van de wettelijke regeling inzake opeisbaarheid. Recht op aftrek ontstaat na betaling van het voorschot.”
In dit geval kan natuurlijk de klant de BTW slechts aftrekken na de betaling zoals de vermelding op de factuur het uitdrukkelijk stelt en dit conform de wettelijke bepaling.
In gevolge een arrest van het Hof van Cassatie van 24 maart 2016, is een staat van onkosten en erelonen van en advocaat, zelfs indien hij werd opgesteld ingevolge een voorafgaand akkoord tussen cliënt en advocaat, steeds onderworpen aan de billijke gematigdheid en is derhalve hieruit af te leiden dat een staat van onkosten en erelonen niet gelijk te stellen met een factuur waarop weliswaar een bedrag met de bijhorende BTW wordt voorgesteld, maar geen factuur waarop bij niet betaling door de advocaat BTW dient betaald.