De rol is een register dat door de griffier van een gerecht wordt bijgehouden, waarin hij alle zaken chronologisch inschrijft.
Aan deze zaken wordt een doorlopend volgnummer toegekend. Dit register wordt de algemene rol genoemd.
De naam "rol" verwijst naar de oude wijze waarbij registers, zakelijke, wetenschappelijke, religieuze, literaire en andere werken op papyrusvellen werden gesteld die dan werden aaneengekleefd en opgerold rond een stokje. toen de boekbinding nog geen algemeen gebruik was) en gaat dus terug naar de oudheid tot rond het begin van onze jaartelling.
De zaken worden op de algemene rol (dus vandaag in een ingebonden boek dan wel ondertussen computerbestand) ingeschreven uiterlijk de dag vóór de zitting waarvoor de dagvaarding is gedaan (art. 716, 1e lid, Ger.W). Het is de optredende gerechtsdeurwaarder die in de praktijk het nodige doet voor de rolstelling.
Ongeacht de wijze waarop de zaak wordt ingeleid, kan ze slechts voor de rechter worden gebracht na te zijn ingeschreven op de algemene rol voor de zitting die is aangegeven in de dagvaarding (art. 717, Ger.W).
Deze bepaling is op straffe van nietigheid voorgeschreven. Dit houdt in dat indien de zaak niet op de algemene rol is ingeschreven, de dagvaarding als van generlei waarde wordt beschouwd, wat ernstige gevolgen met zich mee kan brengen (zoals bijvoorbeeld een gebrek aan stuiting van de verjaring).
Wanneer de griffier nalaat de zaak binnen de voorziene termijnen op de rol in te schrijven, terwijl de partij zelf de nodige formaliteiten daartoe heeft vervuld en de kosten van de rolstelling heeft voldaan, blijft de dagvaarding geldig. De door de griffier begane fout in het vervullen van een door de wet voorgeschreven formaliteit, kan de regelmatigheid van de akte inderdaad niet aantasten (Cass., 9 november 1973, Arr.Cass., 1974, p. 285).
Onmiddellijk na de aantekening van de verschijning van de partijen, behandelt de rechter de zaken die hem zijn toevertrouwd :
a) De zaken waarvoor slechts korte debatten nodig zijn, worden ten aanzien van iedere verschijnende partij behandeld op de inleidende zitting of verdaagd om op een nabije datum te worden gepleit, voor zover daartoe een met redenen omkleed verzoek is gedaan in de akte van rechtsingang of door de verwerende partij (art. 735, § 1, Ger.W).
b) Indien de zaak vatbaar is voor korte debatten, deze behandeling in korte debatten door één van de partijen wordt gevraagd en door de rechtbank wordt toegestaan, worden de zaken in korte debatten behandeld (art. 735, § 2, Ger.W).
c) De overige zaken worden naar de bijzondere rol verzonden of aan andere kamers toegewezen, zoals bepaald in art. 726, Ger.W (art. 735, § 4, Ger.W).
De verwijzing van de zaak naar een bepaalde kamer van de rechtbank heeft tot gevolg dat de griffier van deze kamer deze zaak inschrijft op de bijzondere rol van die kamer.
Er bestaat dus in iedere kamer van een rechtscollege een register waarin de zaken worden ingeschreven die aan deze kamer worden toegewezen.
Wanneer een zaak op de bijzondere rol van een kamer staat, kan ze slechts worden gepleit op verzoek van één van de partijen, die vraagt de zaak op een bepaalde dag op de zitting te brengen om te worden gepleit.
Indien een zaak op een bepaalde datum is geplaatst of naar de bijzondere rol is verwezen, wordt ze dus uitgesteld om de partijen toe te laten de zaak in staat te stellen, dit wil zeggen, de stukken mede te delen en de conclusies neer te leggen.