In een gerechtelijke procedure is de meestal eisende partij de meest gerede partij. Dit betekent dat zij de partij is die het meeste belang heeft bij het voortzetten van de procedure, precies omdat zij de veroordeling tracht te bekomen van de verwerende partij.
Als meest gerede partij wordt van haar verwacht dat zij de procedure benaarstigt, dit wil zeggen alles doet om de voortgang van de procedure te verzekeren. Aldus zal de eiser als eerste zijn stukken meedelen en aldus de conclusietermijnen doen lopen, zal zij bij gebreke aan tijdige conclusies een verzoekschrift neerleggen tot het regelen van conclusietermijnen (art. 747 §2 Ger. W.) of een dwangfixatie vragen (art. 751 Ger.W. inmiddels afgeschaft), de deskundige in werking stellen en provisioneren, een verklaring van berusting afleggen of eisen, dan wel tot betekening overgaan om de beroepstermijn te laten verlopen. Kortom de eiser speelt in de procedure een actieve rol en tracht te bespoedigen terwijl de verweerder in de procedure een passieve rol kan aannemen en niet verondersteld wordt medewerking te moeten verlenen aan hetgeen kan leiden tot zijn eigen veroordeling.
Sommige eisers verliezen evenwel hun eigen procedures uit het oog, door vergetelheid, slordigheid of laksheid. In een aantal gevallen kunnen zij ook belang hebben om met een procedure te talmen. Bv. in een echtscheiding, om ondertussen "voorlopig" onderhoudsgeld" of een andere voorlopige maatregel zoals het tijdelijk verblijf in de woning te bekomen, die nadien ten gronde onhaalbaar zou zijn.
Dit talmen van eisers kan in de praktijk zeer ver gaan, waarbij er gevallen gekend zijn van procedures die door eisende partijen 25 jaar lang werden stil gehouden om dan plots weer geactiveerd te worden, vaak door een nieuwe opvolgende advocaat.
Verwerende partijen reageren hierop meestal gevat, zeker wanneer de eisende partijen dan eens 25 jaar interesten gaan rekenen. Soms halen de lakse eisers in dit soort discussies hun slag thuis door te stellen dat ook de verweerders beschikken over mogelijkheden om de procedure te benaarstigen en zij door hun stilzitten even laks en dus even verantwoordelijk zijn geweest. Een arrest van het Arbeidshof te Antwerpen 10/02/06 lijkt een nieuwe trend te volgen doordat het oordeelde dat het 20 jaar stilzitten van de RSZ de beperking van de door haar gevorderde interest wettigde zonder de interesten te moeten matigen op hetgeen op tegeneis aan de verweerder werd toegekend. Zie De Juristenkrant, 26/04/2006, p. 1.
Toch werd reeds meermaals in de rechtspraak aangehaald dat het zonder geldige reden laten aanslepen van een (schade)-eis een fout vormt die tot gevolg heeft dat de partij aan wie de fout toerekenbaar is, de aanwas van de interest in de periode van inertie niet kan verhalen op de schuldenaar (aansprakelijke).
Tip: Ook als verweerder doet u er goed aan lopende procedures tot een einde te brengen en dus te benaarstigen. Wordt u toch geconfronteerd met een zeer oude procedure, roep dan de exclusieve verantwoordelijkheid in van de eiser en vorder de beperking van de door de eiser gevorderde interesten.
www.elfri.be - Artikel - Acedia