Het recht wordt door mensen gemaakt en door mensen beoefend. Fouten kunnen gemaakt worden. Niet alleen kunnen wetten aangepast, maar kunnen ook gerechtelijke uitspraken gecorrigeerd.
Wie verstek laat, kan verzet aantekenen voor de zelfde rechter.
Wie niet akkoord gaat met de uitspraak van een rechter kan in de regel beroep aantekenen. Werd de wet foutief toegepast, dan kan cassatieberoep worden aangetekend. Maar behoudens buitengewone rechtsmiddelen kan men geen beroep aantekenen tegen een uitspraak in beroep gewezen of door een Hof (van Beroep) bij wijze van arrest gewezen.
Er bestaat geen derde aanleg. "Aux arrêts point d'arrêt". Achter een arrest staat een definitief punt.
Het verschil tussen een vonnis en arrest wordt vaak geduid door te stellen dat een vonnis gewezen is door een rechtbank en een arrest door een Hof (hoger rechtscollege).
Vonnissen kunnen in eerste aanleg dan wel in graad van beroep (tweede aanleg gewezen). Tegen vonnissen gewezen in beroep (dus in tweede aanleg) kan geen beroep meer aangetekend. Tegen arresten kan nooit beroep aangetekend.
Uit art. 2.1 Zevende Aanvullend Protocol EVRM en art. 14.5 IVBPR volgt dat iedereen die door een gerecht is veroordeeld wegens een strafbaar feit in de regel het recht heeft zijn schuldigverklaring of veroordeling opnieuw te doen beoordelen door een hoger gerecht.
Dit recht op dubbele aanleg in strafzaken is echter in burgerlijke zaken geen absoluut recht op een tweede aanleg.
Art. 187, § 9, tweede lid, Sv. bepaalt dat hoger beroep tegen de beslissing die een verzet als ongedaan beschouwt, inhoudt dat de grond van de zaak aanhangig wordt gemaakt bij de rechter in hoger beroep, ook al is er geen hoger beroep ingesteld tegen het bij verstek gewezen vonnis.
Indien het appelgerecht zich ingevolge het hoger beroep van een partij tegen de beslissing van ongedaanverklaring van haar verzet tegen een verstekvonnis zowel over die beslissing van ongedaanverklaring als over het verstekvonnis zelf uitspreekt, geniet deze partij het voordeel van de dubbele aanleg.
Het recht op een dubbele aanleg zoals gewaarborgd door de voormelde verdragsbepalingen, vereist niet dat het appelgerecht dat oordeelt dat de eerste rechter ten onrechte het verzet ongedaan heeft verklaard, de zaak verzendt naar de eerste rechter voor een nieuwe beoordeling door die rechter.
Er bestaat dus behalve in strafzaken, geen algemeen beginsel waarbij de dubbele aanleg wordt gewaarborgd. Wanneer de wetgever evenwel in de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen voorziet, mag hij die mogelijkheid niet zonder redelijke verantwoording aan een bepaalde categorie van rechtzoekenden ontzeggen. Dat recht op gelijke toegang tot de rechter in tweede aanleg geldt enkel in het kader van eenzelfde procedure.