De aansprakelijkheid van schoolbusbegeleiders valt onder art. 1382 BW (hetgeen een bewijs van fout veronderstelt) en niet onder de aansprakelijkheidsregeling van onderwijzers.
Om de aansprakelijkheid van een busbegeleider van schoolkinderen te beoordelen, moet de rechtbank nagaan of deze heeft gehandeld zoals van een normale en zorgvuldige busbegeleider in dezelfde omstandigheden verwacht kon worden.
Het is van belang te beklemtonen dat het gedrag van en busbegeleider niet vergeleken moet worden met dat van de normale, zorgvuldige burger die een toevallige keer met de schoolbus meerijdt en geacht wordt toezicht te houden op de kinderen, maar dat men het gedrag van een busbegeleider wel moet vergelijken met dat van de normale, zorgvuldige busbegeleider, die van het begeleiden van schoolkinderen een vaste, wellicht bezoldigde, bezigheid maakt. Van eerstgenoemde kan niet dezelfde ervaring en professionaliteit verlangd worden als van laatstgenoemde.
Een busbegeleider moet zich bewust zijn van de impulsieve en onverwachte gedragingen van een kind dat zich nog onvoldoende of helemaal niet (afhankelijk van de leeftijd) bewust is van het gevaar van het verkeer.
Kleine kinderen hebben amper benul van de gevaren van het wegverkeer en een busbegeleider mag er er niet van uitgaan dat kleine kinderen vooraleer de rijbaan op te lopen, zich zal vergewissen van het in aantocht zijnde verkeer en de regels van het verkeersreglement in verband met het dwarsen van de rijbaan zal naleven. Zo‘n kind kent die regels niet en kan ook niet verondersteld worden ze te kennen.
Een busbegeleider dient zich bewust te zijn dat kinderen impulsief en zonder besef van gevaar kunnen gedragen bij het zien van hun ouders, het ouderlijk huis, hun vriendjes...
Een busbegeleider moet er voor zorgen dat kleine kinderen niet als eerste uit de bus komen en dient eerst de oudere kinderen doen uitstappen, ofwel moet de busbegeleider er zich nauwgezet van vergewissen dat een klein kind het verzoek om te blijven wachten zou naleven, bv. door dat verzoek te herhalen en/of door het kind ononderbroken in de gaten te houden en/of door het voor het kind materieel onmogelijk te maken weg te lopen door het vast te houden of door een ouder kind de opdracht te geven het kind vast te houden en te wachten.
Door aandacht te laten gaan naar andere kinderen an e busbegeleider een onvoorzichtigheid begaan, hoe klein, begrijpelijk en menselijk ook, die minstens mee oorzaak kan zijn voor een ongeval en de daaruit voortgevloeide gevolgen. Immers, indien zij Manon niet als eerste uit de bus zou hebben laten stappen en/of indien zij zich permanent zou zijn blijven vergewissen van de vraag of Manon haar verzoek naleefde en/of de naleving van haar verzoek zou hebben afgedwongen, dan zou het ongeval niet gebeurd zijn, minstens toch niet op dezelfde manier en met dezelfde schadelijke gevolgen.
Aldus kan een busbegeleider wel degelijk een onvoorzichtigheid begaan in de zin van art. 1382 BW die minstens mee oorzaak kan liggen van een ongeval en de daaruit voortgevloeide schade, zodat diens aansprakelijkheid betrokken is.