uittreksel uit het wetboek van economisch wetboek Art. VI.88. [
1 Bij verkoop is elke onderneming verplicht een bestelbon af te geven wanneer de levering van het goed of de verlening van de dienst, of een deel daarvan, uitgesteld wordt en er door de consument een voorschot wordt betaald.
De gegevens van de bestelbon binden hem die de bon heeft opgemaakt, ongeacht algemene of bijzondere, andere of strijdige voorwaarden.
De Koning kan de vermeldingen vaststellen die op de bestelbon moeten voorkomen.]
1 Art. VI.89.[
1 § 1. Elke onderneming die diensten verleent aan de consument is verplicht aan de consument die erom verzoekt, gratis een bewijsstuk af te geven. Deze verplichting vervalt indien de prijs van de dienst werd medegedeeld overeenkomstig artikel VI.3, § 2, of indien een bestek of factuur die de in paragraaf 2 genoemde vermeldingen bevat, wordt afgegeven.
Onder de toepassing van dit artikel vallen niet de overeenkomsten die onder de benaming "forfaitair bedrag" of onder enige andere gelijkwaardige benaming zijn aangegaan en die het verlenen van een dienst tot voorwerp hebben voor een vast totaalbedrag dat vóór de dienstverlening is overeengekomen en dat op deze dienst in zijn geheel betrekking heeft.
§ 2. De Koning :
- bepaalt, hetzij op algemene wijze, hetzij voor de diensten of categorieën van diensten die Hij aanwijst, de vermeldingen die op het bewijsstuk moeten voorkomen;
- kan de diensten of categorieën van diensten die Hij aanwijst, ontheffen van de toepassing van deze afdeling;
- kan de goederen of categorieën van goederen aanwijzen waarop deze afdeling van toepassing zal zijn;
- kan, in afwijking van paragraaf 1, voor de diensten of categorieën van diensten die Hij bepaalt, de onderneming verplichten aan de consument gratis een bewijsstuk af te geven waarvan Hij de vermeldingen en de nadere regels bepaalt.
§ 3. De besluiten uitgevaardigd met toepassing van paragraaf 2, vierde gedachtenstreep, worden door de minister onderworpen aan het advies van de [
2 bijzondere raadgevende commissie Verbruik]
2 en van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O. De minister bepaalt de redelijke termijn waarbinnen het advies moet verstrekt worden. Indien het advies niet verstrekt werd binnen de bepaalde termijn, is het niet meer vereist.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(
2)<KB
2017-12-13/14, art. 11,11°, 056; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art. VI.90. [
1 De consument moet de geleverde diensten slechts betalen bij de afgifte van het gevraagde bewijsstuk, indien deze afgifte dwingend is voorgeschreven krachtens artikel VI.89.