Samenvatting
Enerzijds blijft, krachtens art. 1280, negende lid, Ger. W., de zaak tot de ontbinding van het huwelijk tijdens de hele echtscheidingsprocedure, aanhangig bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, die in eerste aanleg uitspraak doet over de voorlopige maatregelen inzake echtscheiding op grond van bepaalde feiten. Het tiende lid van die bepaling preciseert dat, onverminderd een nieuwe dagvaarding of een vrijwillige verschijning van de partijen, de zaak binnen vijftien dagen voor de rechter kan worden gebracht doordat één van de partijen haar conclusies op de griffie neerlegt.
Anderzijds bepaalt de rechter volgens art. 775, eerste lid, Ger. W., indien de heropening van het debat bevolen wordt, de dag en het uur waarop de partijen die verschenen zijn, over het door hem bepaalde onderwerp zullen worden gehoord. In dat geval kan het debat slechts over dat onderwerp gaan. Geen enkele nieuwe vordering mag worden ingediend en de bestaande vorderingen die niet behoren tot het door de rechter bepaalde onderwerp, mogen niet worden uitgebreid of gewijzigd.
Uit die bepalingen volgt dat het hof van beroep, wanneer het uitspraak heeft gedaan over een vordering tot voorlopige maatregelen inzake echtscheiding op grond van bepaalde feiten en de heropening van het debat heeft bevolen alvorens uitspraak te doen over een andere vordering, bij die gelegenheid niet kan kennisnemen van de vordering tot wijziging van de beslissing die het heeft gewezen, aangezien die vordering voor de voorzitter van de rechtbank moet worden gebracht.
Preview
Enerzijds blijft, krachtens art. 1280, negende lid, Ger. W., de zaak tot de ontbinding van het huwelijk tijdens de hele echtscheidingsprocedure, aanhangig bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, die in eerste aanleg uitspraak doet over de voorlopige maatregelen inzake echtscheiding op grond van bepaalde feiten. Het tiende lid van die bepaling preciseert dat, onverminderd een nieuwe dagvaarding of een vrijwillige verschijning van de partijen, de zaak binnen vijftien dagen voor de rechter kan worden gebracht doordat één van de partijen haar conclusies op de griffie neerlegt. Anderzijds bepaalt de rechter volgens art. 775, eerste lid, Ger. W., indien de heropening van het debat bevolen wordt, de dag en het uur waarop de partijen die verschenen zijn, over het door hem bepaalde onderwerp zullen worden gehoord. In dat geval kan het debat slechts over dat onderwerp gaan. Geen enkele nieuwe vordering mag worden ingediend en de bestaande vorderingen die niet behoren tot het door de rechter bepaalde onderwerp, mogen niet worden uitgebreid of gewijzigd. Uit die bepalingen volgt dat het hof van beroep, wanneer het uitspraak ...