Door de wet van 24/10/2013 kan door het nieuwe art. 797 Ger.W. de rechter zelf (op eigen initiatief en dus ambtshalve zonder verzoek van de partijen) tot uitlegging en verbetering van zijn uitspraak overgaan. Dit kan niet begrepen worden in die zin dat de zaak zelf door de rechter wordt aanhangig gemaakt, noch dat dit kan gebeuren zonder de partijen gehoord te hebben. Invulling door de rechtspraak of aanpassing van de wetgeving dringt zich op.
Uittreksel uit deze wet tot aanpassing van het gerechtelijk wetboek
[...]
Art. 3. Artikel 793 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende :
"De beslagrechter kan een onduidelijke of dubbelzinnige beslissing uitleggen, zonder evenwel de daarin bevestigde rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen."
Art. 4. Artikel 794 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 794. De materiële verschrijvingen en omissies die in een zelfs al in kracht van gewijsde gegane beslissing voorkomen, kunnen altijd worden verbeterd door het gerecht dat de beslissing heeft gewezen, of door het gerecht waarnaar de beslissing wordt verwezen, zonder evenwel de daarin bevestigde rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen.
Evenzo kan de beslagrechter de materiële verschrijvingen en omissies verbeteren die een, zelfs in kracht van gewijsde gegane, beslissing aantasten, zonder evenwel de daarin bevestigde rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen. De gegevens van de verbetering moeten zich bevinden in de tekst zelf van de te verbeteren beslissing."
Art. 5. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 794/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 794/1. Het gerecht dat verzuimd heeft zich over een punt van de vordering uit te spreken kan deze omissie in zijn beslissing ook herstellen zonder aan het in kracht van gewijsde gegane van de andere punten te raken, hierbij rekening houdend met de in artikel 748bis vervatte regels en zonder dat evenwel de in die beslissing bevestigde rechten uitgebreid, beperkt of gewijzigd mogen worden.
Het verzoek dient te worden ingediend ten laatste een jaar nadat de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan."
Art. 7. Artikel 796 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 796. De zaak wordt aan de rechter voorgelegd bij verzoekschrift op tegenspraak als bedoeld in de artikelen 1034bis tot 1034sexies dan wel bij gezamenlijk verzoekschrift overeenkomstig artikel 706.
Het verzoekschrift kan alleen worden ingediend als de beslissing niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een uitlegging, rechtzetting of herstel van een omissie."
art. 797 Ger.W. bepaalt dat uitlegging en verbetering «ambtshalve» kunnen gebeuren.
Art. 9. Artikel 799 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 799. De rechter mag een beslissing enkel verbeteren of oordelen over de omissie van een punt van de vordering in zover de beslissing niet is bestreden."
Art. 12. In hetzelfde Wetboek, wordt tussen artikel 801 en artikel 801bis een artikel 801/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 801/1. Eenmaal de verbeterde beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, kan de verbeterende beslissing alleen nog worden betwist door cassatieberoep in te stellen."