Te pas en vooral ten onpas worden we overspoeld met pseudo-wetenschap. Soms slaat dit bijzonder goed aan, zoals sommige sekten in het tweede deel van de twintigste eeuw, het holisme op het einde van de twintigste eeuw en mindfulness in het begin van de éénentwintigste eeuw. Wellicht één zoveelste voorbijgaande rage. Deze nieuwe pseudo-religie lijkt evenwel furore te maken, bekt goed en opent deuren wanneer men het begrip gaat combineren.
Het moest er van komen, na "Mindfulness voor kleuters" heeft het virus heeft inmiddels ook de juristen aangetast.
Het NJW van 17 mei 2017 besteedt hieraan zelfs het hoofdartikel onder de titel "Mindfulness voor Juristen", NJW 2017, 338. Het ergste is dat iedereen dat nog ernstig vindt en hieraan geen aanstoot neemt. Blijkbaar moet dit kunnen. Toch zou (terecht) de juridische wereld op zijn kop staan wanneer een gerenommeerd juridisch tijdschrift zou openen met een bijdrage "Bidden voor advocaten" of "Alchemie voor juristen".
In de voormelde bijdrage in het NJW wordt onderzocht wat mindfulness specifiek voor juristen kan betekenen. Eerst wordt kort toegelicht wat mindfulness is. Daarna worden beweerde voordelen en effecten van mindfulness besproken als stressreductie, bij onderhandelingen, in contacten met cliënten, voor magistraten en zelfs in het onderwijs.
In Nederland krijgen juristen zelfs opleidingspunten voor het volgen van mindfulnessopleidingen. Gaat het OVB straks ook opleidingspunten geven of Mindfulnesscursussen in Vlaanderen organiseren? Zo ja stelt zich de vraag wanneer het contemplatieve vrijdagmoment van de moslimconfrater, de sabbat of de metselmomenten op zaterdag voor joodse advocaten enerzijds en maçonnieke advocaten en de meditatieve gebedsdiensten op zondag van christelijke advocaten gaan meetellen als opleiding.
In een zeer eenvoudige uitleg komt mindfulness erop neer dat we eerst ons zelf tot innerlijke rust brengen terwijl we ons blijven bewust zijn van allerlei gedachten, gewaarwordingen, en innerlijke en externe omstandigheden zonder deze te verdringen.
Hierbij wordt ingezien, dat onze identiteit niet bepaald wordt door gedachten, ook niet door fysieke gewaarwordingen. Wij zijn onze gedachten niet. We laten gedachten en gewaarwordingen als gasten in onze geest binnen komen, heten ze welkom als passanten en laten ze vervolgens los zodat ze als wolkjes aan de hemel verdwijnen en plaats maken voor nieuwe gedachten of voor stilte en misschien zelfs de ultieme leegte, waarbij onze geest hyperallert blijft en onze gelaatsuitdrukking rust en een glimlach uitstraalt.
Mindfulness of achtzaamheid is een uitdrukking die afkomstig is uit het angelsaksisch taalgebruik, waarvan de oorsprong in het boeddhisme ligt.
Volgens de strikte opvatting is mindfullness een onderdeel van het zogenaamde achtvoudige pad (in Pali en Sanskriet: atthangika magga) en heet dan sati in Pali of als smแนti in Sanskriet. Het wordt al duizenden jaren toegepast door aanhangers van allerlei vormen van boeddhisme.
Deze achtzaamheidstraining vipassana wordt beschouwd als specifiek Boeddhistisch en voert de beoefenaar tot de visie en kennis van het bestaan zoals dit werkelijk is.