Een verzending naar de taxatiecommissie bij de balie komt niet raadzaam voor.
De rechtbank kan een zaak niet verzenden naar de balie, aangezien de rechtbank enkel een zaak kan verzenden naar een andere rechtbank indien zij onbevoegd is, en de balie is geen rechtbank.
Er bestaat een gebruik een advies te vragen, of door beide partijen te doen vragen, aan de Raad van de Orde in geval van betwisting van een staat van kosten en erelonen van een advocaat, hoewel de rechtspraak erover akkoord gaat dat het hier enkel om een mogelijkheid gaat voor de rechter, die vrij de opportuniteit ervan beoordeelt en geenszins verplicht is er rekening mee te houden (Luik 5 februari 1999, JLMB 1999, 931, JT 1999, 292; Gent 21 januari 2000, TWVR 2000, 146, noot Stevens). Dit gebruik staat onder druk (Vred. Sint-Gillis 14 juni 1999, T.Vred. 2001, 14; H. Lanon, De advocaat in de 21ste eeuw: een ondernemer?, Orde van advocaten van Hasselt en Tongeren, p. 50).
De gewoonte om advies in te winnen wordt beschouwd als afkeurenswaardig in zoverre ze een feitelijk jurisdictioneel privilege invoert ten gunste van de corporatie van advocaten (E. Brewaeys, “De advocatuur in het geding”, Juristenkrant nr. 26, 27 maart 2001, 10). Deze stelling brengt bepaalde rechtsleer ertoe om ervoor te pleiten om rechters niet meer te vragen advies in te winnen bij de Raad van de Orde, aangezien er vragen gesteld kunnen worden over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Orde, omdat het advies verleend wordt volgens een procedure die niet volgens de regels van de gerechtelijke expertise verloopt (art. 962 e.v. Ger.W.), terwijl het toch die waarde schijnt te hebben (H. Lamon, De advocaat in de 21ste eeuw: een ondernemer?, p. 51). De vraag wordt gesteld of het in de huidige tijdsgeest nog wenselijk is dat de Orde van Advocaten zelf nog dergelijke adviezen uitbrengt (H. Lamon, Een advocaat in de spiegel, Brugge, die Keure 2004, 127).
In deze omstandigheden werd het verzoek tot verzending reeds eerder afgewezen (Kh. Hasselt 25 februari 2004, inzake AR 04/619, onuitg.; Kh. Hasselt 23 maart 2005, inzake AR 05/91, onuitg.). De rechtbank sluit zich bij deze stelling aan.