Ook bij verkeersmisdrijven kan overmacht worden ingeroepen op basis van het alom bekende art. 71 SW. Deze overmacht impliceert een gebeurtenis buiten de wil van de mens en die anderzijds niet kan worden voorzien of vermeden.
voorbeelden: hartaanval, epiliepsieaanval, bewustzijnsverlies aan het stuur.
Maar het feit dat een bestuurder onwel wordt achter het stuur zal niet automatisch leiden tot de aanvaarding van overmacht, zeker niet wanneer het risico voor de bestuurder voorzienbaar was, door een voorafgekende toestand of vooraf vastgestelde alarmsignalen of uitgelokt werd door het niet opvolgen van medische instructies.
Een ziekte of lichamelijke stoornis kan alleen dan een schulduitsluitende werking hebben wanneer zij op het moment zelf van het ongeval totaal onverwacht en onweerstaanbaar opduikt (R. Verstraete, «Interne overmacht aan het stuur», RW 1989-90, p. 751, nr. 3).
De overmacht kan enkel voortvloeien uit een gebeurtenis buiten ’s mensen wil die door deze wil niet kon worden voorzien of vermeden (Cass. 10 april 1979, Arr.Cass. 1978-79, 951), en in de fase voorafgaand aan het ongeval (d.w.z. op het moment van de deelname aan het verkeer) mag aan de bestuurder geen onvoorzichtigheid of gebrek aan voorzorg kunnen worden verweten (Gent, 25 januari 1983, Verkeersrecht, 93/93).
Het in slaapvallen achter het stuur zal niet weerhouden worden als overmacht wanneer de bestuurder voordien gekende slaapstoornissen (apnoe) had of het in slaapvallen veroorzaakt werd door alcoholmisbruik. Corr. Dendermonde 07/02/2006, RW 200-2007, 1203 met noot, Bewustzijnsverlies achter het stuur: bewijsproblematiek en vergoedingsplicht van de beklaagde en zijn WAM verzekeraar en het Gemeenschappelijk Waarborgfonds
Lichamelijke ziekten, stoornissen of ongemakken zullen enkel een schulduitsluitende werking hebben, wanneer zij loco et tempore delicti totaal onverwacht en onweerstaanbaar de kop hebben opgestoken, met andere woorden indien in de voorfase van het ongeval, op het ogenblik van het zich inschakelen in en het deelnemen aan het verkeer, aan de betrokkene geen onvoorzichtigheid of gebrek aan voorzorg verweten kan worden (zie noot R. Verstraeten onder Hof van Beroep te Antwerpen, 20 mei 1988, R.W. 1989-90, 751). Toch is de rechtspraak niet steeds zo streng. Er werd onder meer eerder geoordeeld dat het bewustzijn verliest ingevolge diabetes niet als voorzienbaar diende aanzien en dus tot overmacht aanleiding gaf (Antwerpen 28/02/1992, De Verz. 1993, 478)..
Als het onbekende en onverwachte element alleen slaat op het tijdstip waarop een nieuw incident zich zou manifesteren, en niet op het gegeven van een nieuw incident, is er geen sprake van overmacht maar van een onvoorzichtigheid of onzorgvuldigheid getuigt om in de gekende omstandigheden een voertuig te besturen.
Degene die een exceptie (overmacht) opwerpt, draagt daarvan de bewijslast, zodat de motorrijtuigenverzekeraar het toevallige feit waardoor hij niet gehouden is tot dekking van de aansprakelijkheid van de bestuurder dient te bewijzen.