• Art. 25 van de Grondwet: «De censuur kan nooit worden ingevoerd».
• Art. 19 Gw. waarborgt iedereen het recht op vrijheid van meningsuiting, behalve de mogelijkheid van bestraffing, achteraf van de misdrijven die bij de uitoefening van de expressievrijheid zijn gepleegd.
Een aangekondigde publicatie, TV-uitzending, boek of een artikel in een krant of tijdschrift kan niet preventief verboden worden door de rechter, die slechts kan optreden nadat er enige verspreiding of openbaarmaking zijn in "gepleegd".
De rechter moet vooraf kennis kunnen nemen van de inhoud van het gewraakte boek of artikel, om het manifest schadelijk of kwetsend karakter ervan en de spoedeisendheid van een voorlopige maatregel te kunnen beoordelen.
De auteur bespreekt en bekritiseert de beschikking van de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel van 8 april 2014 in de Telefacts-zaak, gewezen op eenzijdig verzoekschrift.
De auteur licht toe met het arrest van 29 maart 2011 van het Europees Hof van de Rechten van de mens in de zaak-RTBF t/ België, stellende dat een rechterlijk verbod van een tv-uitzending in België geen voldoende wettelijke basis heeft. Het hof stelde vast dat de Belgische rechtspraak gewezen in toepassing van art. 584 Ger.W. en de bevoegdheid van de rechter in kort geding, op een zeer wispelturige wijze af en toe toch meent een uitzendverbod te moeten opleggen, hetgeen volgens het Hof tot een manifeste bedreiging van de essentie van de expressievrijheid in België leidt.
De auteur juicht de uitspraak van 29 april 2014 toe waarbij in een procedure op derdenverzet de beschikking van 8 april 2014 werd vernietigd, op de overweging dat het geviseerde uitzendverbod neerkomt op een preventieve maatregel die in deze zaak niet gerechtvaardigd was, mede in het licht van het censuurverbod en het verbod van preventieve maatregelen zoals bepaald in art. 19 en art. 25 Gw. .