Luidens art. 579, 1°, Ger.W. neemt de arbeidsrechtbank kennis van de vorderingen betreffende de vergoeding van schade voortkomend uit arbeidsongevallen, uit ongevallen op de weg van en naar het werk en uit beroepsziekten.
Krachtens deze bepaling worden aldus de geschillen inzake vergoeding van arbeidsongevallen aanhangig gemaakt bij de arbeidsgerechten, wanneer deze betrekking hebben op ongevallen waarvan werknemers, leerjongens of andere door de Koning gelijkgestelde personen het slachtoffer worden.
Krachtens art. 95, § 1, van het Besluit van de Vlaamse Executieve van 21 december 1988 houdende organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, sluit de VDAB voor cursisten, met uitzondering van die bedoeld in art. 89, § 2 tot § 5, een verzekeringscontract dat bij ongevallen tijdens de opleiding en op de weg van en naar de opleidingsplaats dezelfde voordelen waarborgt aan de cursist als die welke in het aangeleerd beroep worden verleend aan een meerderjarige werknemer in loondienst, zoals bepaald in de Arbeidsongevallenwet en haar uitvoeringsbesluiten.
Hieruit volgt dat de gemeenrechtelijke verzekering tegen ongevallen die krachtens voormeld art. 95, § 1, is gesloten, de cursist die een beroepsopleiding volgt in een beroepsopleidingscentrum van de VDAB, dezelfde waarborgen dient te verlenen als de arbeidsongevallenverzekering.
De aard van de ongevallen die aanleiding geven tot de vorderingen tot vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade en de omvang van de waarborgen die door de verzekeraars moeten worden verstrekt op grond van de Arbeidsongevallenwet en op grond van het Besluit van de Vlaamse Executieve van 21 december 1988, zijn identiek of soortgelijk.
Art. 579, 1°, Ger.W. dient dan ook in die zin te worden begrepen dat de vorderingen betreffende de schade wegens arbeidsongevallen, wat de bevoegdheid van de arbeidsgerechten betreft om daarvan kennis te nemen, niet verschillend geregeld zijn voor de in art. 95, § 1, van het Besluit van de Vlaamse Executieve van 21 december 1988 bepaalde cursisten die door de VDAB moeten verzekerd zijn onder dezelfde voorwaarden als waren zij in het aangeleerd beroep als meerderjarige werknemer in loondienst tewerkgesteld, dan voor de werknemers, leerjongens of andere door de Koning gelijkgestelde personen, op wie de Arbeidsongevallenwet wel van toepassing is of krachtens een andere wet toepasselijk is gemaakt.