Artikel 46bis, § 2, vierde lid, Wetboek van Strafvordering vermeldt dat de weigering de bedoelde gegevens mee te delen, wordt gestraft met een geldboete; deze strafsanctie strekt ertoe de op de bedoelde operatoren en verstrekkers rustende medewerkingsverplichting af te dwingen en geeft in zoverre aan artikel 46bis, § 2, Wetboek van Strafvordering het karakter van een dwangmaatregel.
De in artikel 46bis, § 2, vierde lid, Wetboek van Strafvordering bepaalde strafsanctie strekt enkel ertoe vanwege in België actieve operatoren en verstrekkers, een maatregel af te dwingen die tot doel heeft loutere identificatiegegevens te verkrijgen naar aanleiding van een misdrijf waarvan de opsporing behoort tot de bevoegdheid van de Belgische strafrechtsmachten; die maatregel vereist geen aanwezigheid in het buitenland van Belgische politieambtenaren of magistraten noch van personen die voor hen optreden noch het stellen van enige materiële handeling in het buitenland zodat het derhalve een dwangmaatregel met een beperkte draagwijdte betreft, waarvan de uitvoering geen interventie buiten het Belgische grondgebied vereist.
Het misdrijf, bepaald in artikel 46bis, § 2, vierde lid, Wetboek van Strafvordering, wordt gepleegd op de plaats waar de gevorderde gegevens moeten worden ontvangen; bijgevolg is de operator of de verstrekker die weigert deze gegevens mee te delen, in België strafbaar ongeacht zijn plaats van vestiging waaruit volgt, eensdeels, dat de maatregel die bestaat in de verplichting de hier bedoelde gegevens te verstrekken, wordt genomen op het Belgische grondgebied ten aanzien van elke operator of verstrekker die zijn economische activiteit actief op consumenten in België richt, anderdeels, dat de Belgische rechter die een in het buitenland gevestigde operator of verstrekker veroordeelt wegens het miskennen van deze verplichting en die aldus de naleving van een in België genomen maatregel afdwingt, geen extraterritoriale rechtsmacht uitoefent.