Met toepassing van artikel 63, eerste lid van de arbeidsovereenkomstenwet wordt onder willekeurig ontslag verstaan, het ontslag van een werkman die aangeworven is voor onbepaalde tijd, om redenen die geen verband houden met de geschiktheid of het gedrag van de werkman of die niet berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, instelling of dienst.
Artikel 63, tweede lid van de arbeidsovereenkomstenwet bepaalt dat het bij betwisting aan de werkgever behoort het bewijs te leveren van de voor het ontslag ingeroepen reden.
Wanneer de werkgever het bestaan aantoont van een wettige reden voor zijn beslissing tot ontslag is er geen willekeurig ontslag.
Wanneer de werkgever niet het bestaan aantoont van een wettige reden voor zijn beslissing tot ontslag is er wel willekeurig ontslag.
De werkgever die moet bewijzen dat het ontslag niet willekeurig is, is niet gebonden door de reden tot ontslag opgegeven in het werkloosheidsbewijs C4. De werkelijke reden tot ontslag mag met alle wettelijke middelen worden bewezen.
De afwezigheid van een schriftelijke vermaning voorafgaand aan het ontslag volstaat op zich niet om te oordelen dat de werkgever geen enkele reden had om ontevreden te zijn over de werknemer.
De rechter beoordeelt op onaantastbare wijze de bewijswaarde van de voorgelegde feiten en kan ambtshalve of op verzoek van een van de partijen een onderzoeksmaatregel bevelen,
In een arrest van 22 november 2010 heeft het Hof van Cassatie beslist dat een ontslag dat effectief berust op het gedrag van een werknemer toch willekeurig kan worden verklaard wanneer het kennelijk ongerechtvaardigd is. Het komt toe aan de bodemrechters om vast te stellen of de beslissing van de werkgever om de arbeider op basis van de ingeroepen grond te ontslaan, legitiem is.
De feitenrechter oordeelt niet enkel of het gedrag dat ingeroepen werd als reden voor het ontslag, ook de werkelijke reden was. Hij gaat bovendien ook na of het ontslag wel een legitiem gevolg is van het gedrag of de geschiktheid van de werknemer.
Het ontslag dat gegeven wordt gebaseerd op de geschiktheid of het gedrag van de arbeider is willekeurig wanneer het motief “kennelijk onredelijk” is. Er moet dus een legitieme reden bestaan om tot het ontslag over te gaan.