Een verweerder kan niet alleen in de procedure verweer voeren tegen de eisen van de eiser maar kan terzelfdertijd in zelfde procedure een eis in reconventie, een tegeneis stellen, een zogenaamde reconventionele vordering of tegenvordering.
De eiser in conventie, kortweg de eiser op hoofdeis, verweerder op tegeneis, draagt de bewijslast van zijn eis
De eiser in reconventie, kortweg de verweerder op hoofdeis, verweerder op tegeneis draagt de bewijslast van de tegeneis.
Uittreksel uit het gerechtelijk wetboek:
Art. 14. Gerechtelijk wetboek De tegenvordering is een tussenvordering die de verweerder instelt om tegen de eiser een veroordeling te doen uitspreken.
Art. 563. De rechtbank van eerste aanleg neemt kennis van de tegenvorderingen, ongeacht hun aard en hun bedrag.
De arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel en de vrederechter nemen kennis van de tegenvorderingen die, ongeacht hun bedrag, onder hun volstrekte bevoegdheid vallen of die ontstaan hetzij uit de overeenkomst, hetzij uit het feit dat ten grondslag ligt aan de oorspronkelijke vordering.
Tegenvorderingen gegrond op het tergend of roekeloos karakter van een vordering, worden gebracht voor de rechter voor wie deze vordering aanhangig is.
Art. 564. De rechtbank waarvoor een vordering aanhangig is gemaakt, is bevoegd om kennis te nemen van de vordering tot tussenkomst.
Art. 565.In geval van aanhangigheid worden de vorderingen samengevoegd, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van een der partijen.
De verwijzing geschiedt naar de volgende voorrang :
1° de familierechtbank bedoeld in artikel 629bis, § 1, heeft altijd voorrang;
2° de vrederechter [2 bedoeld in de artikelen 628, 3°, en 629quater]2 heeft altijd voorrang;
3° de rechtbank die over de zaak een ander vonnis heeft gewezen dan een beschikking van inwendige orde, heeft altijd voorrang;
4° de rechtbank van eerste aanleg heeft voorrang boven de andere rechtbanken;
5° de arbeidsrechtbank heeft voorrang boven de rechtbank van koophandel;
6° de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel hebben voorrang boven de vrederechter;
7° de vrederechter heeft voorrang boven de politierechtbank;
8° de rechtbank waartoe men zich het eerst wendt, heeft voorrang boven die waarvoor de zaak later wordt aangebracht.]1
Wanneer evenwel een van de vorderingen uitsluitend tot de bevoegdheid van een bepaalde rechtbank behoort, is alleen deze bevoegd om van de gezamenlijke vorderingen kennis te nemen.
Wanneer twee of meer vorderingen uitsluitend tot de bevoegdheid van twee onderscheiden rechtbanken behoren, kan de verwijzing geschieden naar de hierboven bepaalde voorrang.
De bepalingen van de artikelen 661 en 662 zijn van toepassing in geval van verwijzing uit hoofde van aanhangigheid.Art. 566.Verschillende vorderingen of verschillende punten van een vordering tussen twee of meer partijen, welke, afzonderlijk ingesteld, voor verschillende rechtbanken zouden moeten worden gebracht, kunnen, indien zij samenhangend zijn, vóór dezelfde rechtbank samengevoegd worden met inachtneming van de voorrang bepaald in artikel 565, tweede lid, 1° en 2° en 4° tot 8°
Wanneer de partijen evenwel niet dezelfde zijn in alle vorderingen en wanneer een van de rechtbanken een vonnis gewezen heeft dat niet tot gevolg heeft dat het geschil aan haar kennisneming is onttrokken, mag de verwijzing naar die rechtbank niet worden uitgesproken indien degenen die in dat vonnis geen partij waren, zich ertegen verzetten.
De bepalingen van de artikelen 661 en 662 zijn van toepassing in geval van verwijzing uit hoofde van samenhang.
Tussenvorderingen.
Art. 807. Een vordering die voor de rechter aanhangig is, kan uitgebreid of gewijzigd worden, indien de nieuwe, op tegenspraak genomen conclusies, berusten op een feit of akte in de dagvaarding aangevoerd, zelfs indien hun juridische omschrijving verschillend is.
Art. 808. In elke stand van het geding, zelfs bij verstek, kunnen de partijen de interesten, rentetermijnen, huurgelden en elk toebehoren, sedert de instelling van de vordering verschuldigd of vervallen, vorderen en zelfs de later bewezen verhogingen of schadevergoedingen, onverminderd de geldsommen bij schuldvergelijking verschuldigd.
Art. 809. Tussen de partijen in het geding worden de tussenvorderingen ingesteld bij conclusies, die ter griffie worden neergelegd en aan de overige partijen overgelegd zoals bepaald is in de artikelen 742 tot 746.
Art. 810. Indien de tegenvordering de berechting van de hoofdvordering te zeer zou kunnen vertragen, worden de twee vorderingen afzonderlijk berecht.
Tussenkomst.
Art. 811. De hoven en rechtbanken kunnen niet ambtshalve bevelen dat een derde in het geding wordt betrokken.
Art. 812. Tussenkomst kan geschieden voor alle gerechten, ongeacht de vorm van de rechtspleging, zonder dat echter reeds bevolen onderzoeksverrichtingen afbreuk mogen doen aan de rechten van de verdediging.
Tussenkomst tot het verkrijgen van een veroordeling kan niet voor de eerste maal plaatsvinden in hoger beroep.
Art. 813. Vrijwillige tussenkomst geschiedt bij verzoekschrift, dat, op straffe van nietigheid, de middelen en conclusie bevat.
Gedwongen tussenkomst geschiedt bij dagvaarding. Tussen de partijen in het geding kan zij worden aangebracht bij gewone conclusies.
Art. 814. Tussenkomst mag de berechting van de hoofdvordering niet vertragen.