De verhuurder kan de ontbinding van het huurcontract met uitdrijving van de huurder vorderen bij ernstige tekortkoming van de huurder bij de naleving van zijn huurdersverplichtingen.
Het betalen van de huur met enkele dagen vertraging of zelfs een opgelopen huurachterstal waarbij de huurder aanbiedt tot terugbetaling zal in de praktijk niet weerhouden worden als voldoende grond om tot gerechtelijke uithuiszetting te besluiten.
De ontbinding van de huur met uithuiszetting resulteert immers in een sociaal drama, waarbij niet alleen de achterstal wordt opgeëist, maar ook een schadevergoeding, het verlies van de waarborg, de veroordeling tot de kosten, het op straat staan, het niet meer beschikken over middelen, om een nieuwe waarborg voor een nieuwe woning te verwerven.
Verplichte voorafgaande oproeping in verzoening
De verplichte oproeping in verzoening is 2008 afgeschaft. Meer info hierover zie deze link
Tussenkomst van het OCMW
Daarnaast moet het OCMW op de hoogte gebracht van iedere vordering tot gerechtelijke uithuiszetting. Vervolgens dient het OCMW 'op de meest aangewezen wijze, binnen zijn wettelijke opdracht, hulp te bieden'.
In praktijk betekent dit dat het OCMW enkele dagen voordat de zaak verschijnt voor de Vrederechter, het bericht krijgt dat een bepaalde persoon, het risico loopt op uithuiszetting. Het was de bedoeling van de wetgever dat het OCMW alsdan nog bemiddelend zou kunnen optreden, doch in praktijk is het daarvoor reeds veel te laat en bestaat er ook geen enkele verplichting van de verhuurder om zelfs maar te luisteren naar de voorstellen van het OCMW.
Een alternatieve herhuisvesting bieden aan de huurder lijkt nog de enige mogelijke piste. Maar door het schaarse aanbod aan degelijke en betaalbare woningen, is dit echter zelden op korte termijn te realiseren, waardoor deze wetgeving ten spijt de dakloosheid vaak niet door het OCMW kan opgelost worden.
Ondertussen dreigt de betrokken persoon of het betrokken gezin echter dakloos te worden en ontstaat een acute crisissituatie. Bijkomend knelpunt is dat in dergelijke acute situaties de hulpverlening zeer tijdsintensief is terwijl de OCMW 's van de federale overheid geen middelen krijgen om deze bijkomende opdracht uit te voeren.