Uittreksel uit het gerechtelijk wetboek
Uitvoerend beslag onder derden
Art. 1539. De schuldeiser die een uitvoerbare titel bezit, kan bij deurwaardersexploot uitvoerend beslag onder derden leggen, op de bedragen en zaken die deze aan zijn schuldenaar verschuldigd zijn.
Het beslag kan ook slaan op schuldvorderingen met tijdsbepaling, voorwaardelijke of betwistbare schuldvorderingen die de schuldenaar toebehoren.
Bij stilzitten van zijn schuldenaar, kan de schuldeiser, met toepassing van artikel 1166 van het Burgerlijk Wetboek, dezelfde rechtspleging instellen.
De artikelen 1452 tot 1455 vinden toepassing op het uitvoerend beslag onder derden; de tekst van die artikelen evenals die van artikel 1543 wordt in de akte van beslag overgenomen.
Het beslag wordt bij deurwaardersexploot binnen acht dagen aan de beslagen schuldenaar aangezegd.
Art. 1540. Vanaf de ontvangst van de akte houdende derden-beslag, mag de derde-beslagene de sommen of zaken die het voorwerp zijn van het beslag niet meer uit handen geven, op straffe van gewoon schuldenaar te worden verklaard voor de oorzaken van het beslag, onverminderd schadevergoeding ten aanzien van de partij, indien daartoe grond bestaat.
De verplichting van de derde beslagene wordt vastgesteld, hetzij door zijn verklaring, hetzij, wanneer die verklaring betwist wordt, door de bevoegde rechter.
Art. 1541. Het verzet van de schuldenaar tegen wie het beslag geschiedt wordt op zijn verzoek aan de beslaglegger betekend binnen vijftien dagen na de aanzegging van het beslag, met dagvaarding om te verschijnen vóór de beslagrechter. Het verzet wordt bij exploot aangezegd aan de derde-beslagene, wat in dezelfde akte kan gebeuren.
De beslissing die op dit verzet wordt gewezen wordt eveneens aan de derde-beslagene betekend, door de meest gerede partij.
Art. 1542. Indien hij zijn verklaring niet doet binnen vijftien dagen na het derden-beslag of ze niet met nauwkeurigheid heeft gedaan en zoals gezegd wordt in artikel 1452, kan de derde-beslagene die daartoe voor de beslagrechter wordt gedagvaard, schuldenaar verklaard worden, voor het geheel of voor een gedeelte van de oorzaken van het beslag, alsmede voor de kosten daarvan, onverminderd de kosten van de tegen hem ingestelde rechtspleging, die in die gevallen te zijnen laste zijn.
Betwist de derde-beslagene de schuld waarvan de beslaglegger voor zichzelf betaling wil bekomen, dan wordt de zaak gebracht voor de bevoegde rechter of wordt zij hem, in voorkomend geval, door de beslagrechter teruggezonden.
Wordt de verklaring niet betwist, dan moet er geen andere rechtspleging gevolgd worden, noch door de derde-beslagene, noch tegen hem.
Art. 1543. Ten vroegste twee dagen na het verstrijken van die termijn van vijftien dagen te rekenen van de aanzegging van het beslag aan de persoon of aan de werkelijke of gekozen woonplaats van de beslagen schuldenaar, is de derde beslagene wiens schuld vaststaande en eisbaar is, ertoe gehouden, overeenkomstig zijn verklaring, op overlegging van het exploot van aanzegging, afgifte te doen in handen van de gerechtsdeurwaarder, van het bedrag van het beslag, bij gebreke waarvan hij daartoe zal veroordeeld worden op dagvaarding door de beslaglegger, voor de beslagrechter. Slaat het derden-beslag op zaken dan worden deze te gelde gemaakt zoals in zake uitvoerend beslag op roerend goed.
In geval van verzet door de beslagen schuldenaar, neemt de verplichting van de derde beslagene een aanvang, in voorkomend geval, op de dag waarop de beslissing op het verzet hem is betekend, onverminderd de werking van de voorzieningen tegen die beslissing.
Art. 1543bis. <Ingevoegd bij W 2000-05-29/36, art. 12; Inwerkingtreding : onbepaald> De verzetdoende schuldeiser die over een uitvoerbare titel beschikt, kan, na aanmaning aan de beslaglegger en zonder enige vordering tot indeplaatsstelling, doen overgaan door de instrumenterende gerechtsdeurwaarder tot de afgifte door de derde-beslagene overeenkomstig artikel 1543.
Art. 1544. <W 2000-05-29/36, art. 13, 035; Inwerkingtreding : 01-07-2001> Indien de aanzegging van het beslag niet heeft kunnen plaatsvinden, hetzij aan de persoon of aan de werkelijke of de gekozen woonplaats van de beslagen schuldenaar, hetzij overeenkomstig artikel 38, § 1, is de derde-beslagene slechts tot afgifte gehouden voor zover de beslagleggende schuldeiser vooraf het visum van de rechter heeft bekomen. Deze laatste kan in voorkomend geval een gerechtsdeurwaarder met een nieuwe aanzegging belasten.