Racisme, homofobie en afwijzing van de ander: het gebeurt steeds openlijker

Het aantal dossiers over haatboodschappen en haatmisdrijven dat Unia opende was nog nooit zo hoog als in 2015. Dat zegt Unia na een eerste analyse van de cijfers van 2015. '30% van onze dossiers gaat nu over racisme, homofobie en de afwijzing van de ander: dat is meer dan ooit. Bovendien stellen we vast dat het steeds openlijker gebeurt.' In totaal werd Unia vorig jaar 4.554 keer geraadpleegd en opende het 1.596 dossiers.

Sinds 2010 telt Unia een stijgend aantal dossiers over haatgedrag. In 2010 opende Unia 338 dossiers over aanzetten tot haat, discriminatie of geweld (haatboodschappen); vorig jaar waren dat er liefst 404. Ook noteerde Unia meer dossiers over haatmisdrijven: 48 dossiers in 2010 tegen 84 in 2015.

Gepolariseerde standpunten, grotere afstand

Deze cijfers weerspiegelen de spanning die haast tastbaar België doorkruist. Vooral het aantal meldingen over discriminatie op het internet en de samenleving nemen toe. ‘België is een klein land, maar de afstand tussen mensen wordt groter’, zegt Els Keytsman, directeur van Unia. ‘Haatboodschappen en haatgedrag krijgen vrij spel.’

Keytsman: ‘Hoewel op de aanslagen in Parijs en het groeiende aantal asielzoekers geen massale toename van het aantal meldingen over racisme is gevolgd, openden we wel meer dossiers over bijzonder zwaarwegende feiten. Scheldpartijen hebben plaats gemaakt voor doodsbedreigingen; er zijn gevallen van agressie gemeld, op gebedsplaatsen,  maar ook gewoon op straat of in cafés, de relaties met de politie zijn gespannen …'

Discriminatie in 2015

De meldingen in 2015 gingen vooral over ongelijke behandeling op grond van zogenaamd ras (38 procent van de dossiers in 2015 tegenover 42% in 2014), handicap (22% tegenover 20% in 2014) en geloof of levensbeschouwing (19% tegenover 16% in 2014). De dossiers die werden geopend wegens seksuele oriëntatie vertegenwoordigen 5% van het totale aantal en stijgen in vergelijking met 2014 (92 tegenover 80).

Uit de cijfers van 2015 blijkt dat Unia 24% van zijn discriminatiedossiers opende in de sector goederen en diensten: 383 dossiers behandelden discriminatie in de huisvestingssector, het vervoer, en banken en verzekeringen. Een ander kwart van de dossiers gaat over de media (365 dossiers, ofwel 23%). Dat zijn voornamelijk dossiers over het internet (91%). 341 andere dossiers (ofwel 21%) gaan over tewerkstelling. In de sectoren onderwijs en samenleven wordt een toename vastgesteld met respectievelijk 169 en 154 dossiers.

Alledaags racisme

Unia herinnert aan een peiling over de houding van de Belgen tegenover minderheden, die lang vóór de recente aanslagen (namelijk in 2009) voor het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding werd uitgevoerd. Daaruit bleek dat  zes op de tien personen vinden dat racisme in bepaalde omstandigheden kan worden vergoelijkt. ‘Dat sluit aan bij onze hypothese dat er een grotere verdraagzaamheid bestaat voor ‘alledaags racisme’', zegt Keytsman. 'En dat is net wat we moeten vermijden. Racistisch gedrag, dat nota bene bij wet verboden is, mogen we nooit minimaliseren.'

Daarnaast krijgt Unia geregeld meldingen van haatuitdrukkingen in het publieke discours, onder andere in politieke toespraken: enerzijds omdat politici zich bepaalde gebeurtenissen willen toe-eigenen, willen provoceren en omdat hun woorden niet van respect getuigen; anderzijds omdat zij zulke uitspraken niet hard en systematisch genoeg veroordelen. 'Juridisch gezien kunnen die uitlatingen niet altijd tot een veroordeling leiden, maar ze zijn moreel en deontologisch verwerpelijk. Bovendien bieden die toespraken vrij vaak alleen de keuze om 'voor of tegen' te zijn. Daardoor verzandt de maatschappij in steriele debatten. Het forum dat aan die  politici wordt geboden, moet dan ook gepaard gaan met een grotere verantwoordelijkheid', besluit Keytsman.

De cijfers in detail

1.596 nieuwe dossiers

In 2015 opende Unia 1.596 nieuwe dossiers, tegenover 1.670 in 2014.

De meeste dossiers werden geopend in Antwerpen (231 dossiers, ofwel 19%), gevolgd door Brussel (199, ofwel 16%), West-Vlaanderen (174, ofwel 14%) en Vlaams-Brabant (147, ofwel 12%).

De drie voornaamste discriminatiecriteria waren:

- de zogenaamde 'raciale' criteria (38% van de dossiers in 2015 tegenover 42% in 2014);
- handicap (22% tegenover 20% in 2014);
- geloof of levenbeschouwing (19% tegenover 16% in 2014).

In absolute cijfers is het aantal dossiers over de 'raciale' criteria - te weten: vermeend ras, huidskleur, nationaliteit, afkomst (Joodse origine) en nationale of etnische afstamming - gedaald van 764 in 2014 naar 661 in 2015. Beschouwd over een periode van vijf jaar, kunnen we van een stabilisering spreken (627 dossiers in 2010).

De daling van het aantal gevallen van discriminatie wegens de 'raciale' criteria is gelinkt met de toename van het aantal gevallen van discriminatie op grond van geloof of levensbeschouwing. Dat is een uitgesproken tendens in de afgelopen vijf jaar: het aantal dossiers over geloof of levensbeschouwing steeg van 185 in 2010 naar 330 in 2015 (+78%). Els Keytsman: 'Racisme richt zich tegenwoordig meer tegen cultuur en godsdienst, in tegenstelling tot het 'klassieke' racisme, dat gebaseerd was op huidskleur of nationaliteit. Deze ontwikkeling treft vooral mensen die de islam aanhangen: zij vertegenwoordigen 93% van het totale aantal dossiers over geloof of levensbeschouwing bij Unia.'

Het aantal meldingen van antisemitisme daalt: 57 meldingen die aanleiding gaven tot 20 dossiers (na een zwart jaar: 130 meldingen in 2014). Keytsman: ‘Racisme gaat telkens over een persoon of een groep die als ‘vreemde’ wordt bestempeld. Soms is de Joodse gemeenschap het mikpunt, dan weer zijn het moslims of Roma. De link met het nationale en internationale nieuws is sterk.' De daling van het aantal gevallen van agressie op de openbare weg heeft wellicht ook te maken met het feit dat de plaatsen die door Joden worden bezocht sinds de aanslag op het Joods Museum strenger worden bewaakt.

Handicap

Ook de dossiers die over discriminatie vanwege een handicap zijn de afgelopen jaren onafgebroken blijven stijgen (van 286 in 2013 naar 384 in 2015). Els Keytsman: 'Dat wijst niet noodzakelijk op een tendens om mensen met een handicap sterker te discrimineren. Het geeft vooral aan dat Unia steeds meer gezien wordt als een speler in de strijd tegen discriminatie op grond van een handicap - vooral sinds we belast zijn met de opvolging van de toepassing van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap.' Mensen met een handicap worden het vaakst gediscrimineerd in de sector van goederen en diensten en in het onderwijs.

Seksuele oriëntatie

Het aantal dossiers over seksuele oriëntatie neemt toe: 92 in 2015, ofwel 12 meer dan in 2014. Ook hier kan van een stabilisering over een periode van vijf jaar worden gesproken (85 dossiers in 2010), al is het aantal gevallen van agressie met geweld in de afgelopen jaren, vooral in 2012-2013, gestegen. Het lijkt erop dat er in het licht van de toenemende aanvaarding van homoseksualiteit in het publieke debat bij sommigen sprake is van een versterking van de homofobie. Hieraan moet ook worden toegevoegd dat er nog altijd een fenomeen van onderrapportering van de homofobe discriminatie (met inbegrip pesterijen) kan worden vastgesteld.

Dossiers per sector

Discriminatie in de toegang tot goederen en diensten vertegenwoordigt nog altijd het grootste aantal dossiers dat door Unia in 2015 werd geopend. Het grootste deel van de dossiers heeft betrekking op de huisvesting (42% van het totale aantal dossiers). De toegang tot huisvesting blijft vooral moeilijk voor personen met een handicap (33% van de dossiers) of van vreemde herkomst (27%).

Werk

Op de arbeidsmarkt, daalde  voor het eerst het aantal dossiers wegens discriminatie (341 geopende dossiers in 2015, tegenover 392 in 2014, ofwel een daling van 15%). Els Keytsman: 'Het is niettemin moeilijk om daaruit te besluiten dat er een werkelijke daling van het aantal gevallen plaatsvindt, aangezien onze cijfers slechts een gedeeltelijk beeld geven van de situatie op een gegeven moment. Het zal interessant zijn om na te gaan of die daling volgend jaar wordt bevestigd.' In deze sector wijst Unia op de problematiek van de discriminatie in de overheidssector, die 31% van de dossiers vertegenwoordigt en onder andere te maken heeft met handicap. Keytsman: 'Dat is duidelijk te veel. De overheidsdiensten moeten op dit punt een voorbeeldfunctie vervullen'.

Internet

Een andere sector waar opnieuw een stijging werd vastgesteld (365 dossiers in 2015 tegenover 339 in 2014), is die van de media. Die toename wordt sinds 2010 elk jaar opnieuw bevestigd. De stijging bedraagt 28%. Hier springt vooral het internet in het oog, dat 92% van de dossiers vertegenwoordigt, Ook de sectoren van het onderwijs (161 dossiers) en de sociale zekerheid (47 dossiers) kennen een stijging, wat wellicht kan worden verklaard door de grotere bekendheid van Unia in bepaalde sectoren waarvoor het in het verleden niet bevoegd was.

Ook voor het domein van het samenleven wordt een toename vastgesteld van het aantal discriminatiedossiers (154 dossiers geopend in 2015 tegenover 146 in 2014 en 103 in 2010). 85% van de dossiers hebben betrekking op burenruzies. Keytsman: 'Sinds verscheidene jaren wordt een toename vastgesteld van het aantal dossiers in verband met gewelddadig gedrag in het dagelijks leven om redenen die te maken hebben met het samenleven. Hier kan van een echte tendens worden gesproken, die vooral te maken heeft met zogenaamde 'raciale' criteria en met seksuele oriëntatie.' De haatboodschappen op het internet gaan steeds vaker gepaard met daden, voornamelijk in de openbare ruimte en bij burenruzies (85% van de dossiers).

Unia in rechte

Wanneer er sprake is van discriminatie, geeft Unia in de allereerste plaats de voorkeur aan het vinden van een oplossing door middel van een verzoening. Gerechtelijke stappen worden alleen ondernomen wanneer verzoening onmogelijk blijkt of is mislukt. In 2015 werd door Unia voor 14 dossiers in rechte opgetreden: 7 burgerrechtelijke procedures en 7 strafrechtelijk.