COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL
Brussel, 24 februari 1999.
Omzendbrief nr. COL 5/99 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep
Mijnheer / Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer / Mevrouw de Nationaal magistraat, Mijnheer / Mevrouw de Procureur des Konings, Mijnheer / Mevrouw de Arbeidsauditeur,
Betreft : Ministeriële richtlijn betreffende de Seksuele Agressie Set (S.A.S.)
Ik heb de eer U hierbij de ministeriële richtlijn betreffende de Seksuele Agressie Set over te maken, die de datum draagt van 15 december 1998. Deze ministeriële richtlijn treedt in werking op 1 maart 1999.
De exemplaren bestemd voor de rijkswacht, de gerechtelijke politie en de gemeentepolitie zullen door het departement rechtstreeks worden overgemaakt, via de verbindingsofficieren.
De ringmap waarin de richtlijn zich bevindt is bedoeld om alle omzendbrieven inzake slachtoffers te bevatten.
Ik verzoek U wanneer de toepassing van deze richtlijn moeilijkheden zou opleveren, met het bevoegde Parket-generaal contact op te nemen en het binnen de termijn vastgelegd onder punt 7, met name voor 1 maart 2000, Uw opmerkingen te laten geworden met het oog op de evaluatie ervan.
Voor het College van Procureurs-generaal (A. VAN OUDENHOVE, Procureur-generaal te Brussel, F. SCHINS, Procureur-generaal te Gent, A. THILY, Procureur-generaal te Luik,
G. LADRIERE, Procureur-generaal te Bergen, Chr. DEKKERS, Procureur-generaal te Antwerpen),
G. LADRIERE,
Procureur-generaal te Bergen, Voorzitter van het College.
Ernest Allardstraat, 42 - 1000 Brussel - Tel. : 02/500 86 01 - Fax : 02/500 86 13
MINISTERIËLE RICHTLIJN BETREFFENDE DE SEKSUELE AGRESSIE SET (S.A.S.)
ten behoeve van de parketmagistraten en politiediensten (en ter informatie van de onderzoeksrechters)
MINISTER VAN JUSTITIE
TONY VAN PARYS
15 december 1998
MINISTERIËLE RICHTLIJN BETREFFENDE DE SEKSUELE AGRESSIE SET
(S.A.S.)
ten behoeve van de parketmagistraten en politiediensten (en ter informatie van de onderzoeksrechters)
MINISTER VAN JUSTITIE
TONY VAN PARYS
15 december 1998
INHOUDSOPGAVE
Ministeriële richtlijn:
Inleiding blz. 3
1. Beschrijving van de S.A.S. blz. 4
2. Personen bevoegd om de S.A. S. te gebruiken blz. 4
3. Opslagplaats voor de S.A. S. blz. 5
4. Voorwaarden voor het gebruik van de S.A. S. blz. 6
5. Gebruik van de S.A. S. / Procedure blz. 7
5.1. Optreden van de gevorderde arts blz. 7
5.2. Afsluiten van het lichamelijk onderzoek blz. 8
5.3. Onderzoek van de in beslag genomen kleren
en voorwerpen blz. 8
5.4. Wetenschappelijke analyses blz. 9
5.5. Verplichte vermeldingen in het proces-verbaal en in de bijlagen blz. 10
5.6. Honoraria blz. 10
6. Slachtofferzorg blz. 10
6.1. De politiediensten blz. 10
6.2. De gevorderde arts blz. 12
6.3. De rechterlijke autoriteiten blz. 12
7. Evaluatie blz. 14
- Bijlage 1: Gids en medisch verslag voor de gevorderde arts
- Bijlage 2: Gids voor de slachtoffers van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid
- Bijlage 3: Gids voor de politiediensten
- Bijlage 4: Administratieve inlichtingen betreffende de verdachte
- Bijlage 5: Voorstel van standaardvordering voor het onderzoek door een arts
- Bijlage 6: Voorstel van standaardvordering voor de aanvraag van een deskundigenonderzoek door een wetenschappelijk laboratorium
- Bijlage 7: Lijst van de criminalistische laboratoria voor biologische sporen
- Bijlage 8: Lijst van de diensten slachtofferonthaal op de parketten en rechtbanken
Waarschuwing
In deze richtlijn is rekening gehouden met de bepalingen van de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek.
INLEIDING
Ingevolge de inwerkingtreding van de wet van 4 juli 1989 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting werd een voorraad S.A.S. aangelegd teneinde het gerechtelijk onderzoek betreffende verkrachting en aanranding van de eerbaarheid positief te beïnvloeden.
Op 3 augustus 1992 hebben de procureurs-generaal een circulaire uitgevaardigd met betrekking tot het gebruik van de S.A. S..
Een technische groep bestaande uit wetsdokters en vertegenwoordigers van diverse wetenschappelijke laboratoria heeft aan de Minister van Justitie een nota bezorgd met voorstellen voor eventuele wijzigingen aan of verbeteringen van de S.A.S..
Bij het aanleggen van een nieuwe voorraad S.A.S. is met die nota rekening gehouden.
Er moesten nieuwe richtlijnen worden uitgevaardigd waarbij rekening is gehouden met de ervaringen uit het verleden, met belangrijke wetswijzigingen die de jongste jaren zijn doorgevoerd en met de aandacht die in het kader van de strafrechtspleging aan het slachtoffer moet worden besteed .
In het belang van het slachtoffer is het gepast om de regels voor het gebruik van de S.A. S. te uniformiseren.
Deze richtlijn vervangt de circulaire van de procureurs-generaal van 3 augustus 1992.
1. BESCHRIJVING VAN DE S.A.S.
1.1. De S.A.S. bestaat in twee vormen: in de vorm van een verpakte set en in de vorm van onverpakt materiaal (los geleverde artikelen).
1.2. De verpakte S.A.S. bestaat uit onderrichtingen (zie bijlage 1) en instrumenten waarmee de gevorderde arts op een slachtoffer van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid de afnemingen kan doen die noodzakelijk zijn opdat een wetenschappelijk laboratorium bewijselementen van de identiteit van de dader van de seksuele aanranding zou kunnen vinden.
De Set bevat eveneens inlichtingen bestemd voor het slachtoffer (zie bijlage 2). Daarnaast zijn er ook onderrichtingen voor de politieambtenaren (zie bijlage 3).
1.3. Ook onverpakt materiaal staat ter beschikking van de gevorderde arts. Het gaat om los
geleverde artikelen (instrumenten, onderrichtingen voor de arts en inlichtingen voor het slachtoffer). Bij de meeste vaststellingen van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid gebruikt de arts dit materiaal. De hierboven omschreven verpakte S.A.S. wordt eigenlijk slechts in een beperkt aantal gevallen gebruikt.
1.4.. De S.A.S.- "verdachte" bestaat niet meer, want hij werd in het verleden slechts zeer zelden gebruikt. Het kan niettemin noodzakelijk blijken de verdachte te onderwerpen aan een onderzoek. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van los geleverde artikelen. Administratieve inlichtingen betreffende de verdachte zijn eveneens nuttig voor het wetenschappelijk laboratorium. Een document met als opschrift "Administratieve inlichtingen betreffende de verdachte" (zie bijlage 4) wordt door het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie verspreid onder de artsen die gewoonlijk worden gevorderd om de S.A.S. te gebruiken.
1.5. Op de S.A.S. wordt geen vervaldatum meer vermeld aangezien hij niet bederft door verloop van tijd.
2. PERSONEN BEVOEGD OM DE S.A.S. TE GEBRUIKEN
2.1. De afnemingen worden gedaan door een gevorderde arts.
2.2. Het is wenselijk de S.A.S. bij voorrang te laten gebruiken door wetsdokters die het
gewoon zijn met dat "werkinstrument" om te gaan en het vereiste belang te hechten aan het slachtoffer en aan zijn verhaal. De anamnese van de feiten en de objectieve vaststellingen van sporen van geweld op welk lichaamsdeel dan ook zijn bij het zoeken naar aanwijzingen immers even belangrijk als de afnemingen zelf.
Tussen de procureur des Konings en ziekenhuizen kunnen evenwel samenwerkingsprotocollen worden gesloten teneinde laatstgenoemden te machtigen om de S.A.S. te gebruiken.
In het geval van kinderen is het ten zeerste raadzaam om een beroep te doen op een gespecialiseerd team en dus een samenwerkingsprotocol te sluiten, zoals trouwens wordt aanbevolen door de Nationale Commissie tegen seksuele uitbuiting van kinderen, zodat aan het lichamelijk onderzoek de gepaste psychologische opvang kan worden gekoppeld.
2.3. De procureur des Konings bezorgt de lijst met de gewoonlijk gevorderde artsen en een
kopie van de samenwerkingsprotocollen met ziekenhuizen en/of teams gespecialiseerd in de opvang van kinderen aan de procureur-generaal van het rechtsgebied, aan de politiediensten van het gerechtelijk arrondissement en aan het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, Vilvoordsesteenweg, 98-110 te 1020 Brussel, dat is belast met de verspreiding van de S.A.S. onder de gewoonlijk gevorderde artsen.
2.4. De arts op wie een beroep wordt gedaan, legt de eed af in de volgende bewoordingen:
"Ik zweer dat ik mijn taak naar eer en geweten nauwgezet en eerlijk zal vervullen".
Deze eedaflegging is verplicht en moet plaatsvinden vooraleer met de uitvoering van de taak wordt gestart.
Krachtens artikel 44, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan die eed worden afgelegd hetzij mondeling ten overstaan van de verzoekende overheid, hetzij door aanbrenging van het formulier op het verslag, hetzij bij een gedagtekend en ondertekend geschrift.
De niet-naleving ervan wordt gestraft met de nietigheid van het deskundigenverslag.
2.5. De vaststellingen naar aanleiding van het gebruik van de S.A.S. worden gedaan in de taal van de procedure.
2.6. Krachtens artikel 90bis, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het slachtoffer zich tijdens het onderzoek laten bijstaan door een arts naar zijn keuze.
3. OPSLAGPLAATS VOOR DE S.A.S.
3.1. De S.A.S. worden opgeslagen bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en
Criminologie, dat tevens instaat voor de vernieuwing van de voorraad en van de daarbij behorende gidsen (onderrichtingen voor de arts en inlichtingen voor het slachtoffer), waarvan sprake is in punt 1.2. van deze richtlijn.
3.2. Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie moet de S.A.S. en de
gidsen in voldoende hoeveelheden verspreiden onder de artsen die door de parketmagistraten of de onderzoekende magistraten gewoonlijk worden gevorderd om gebruik ervan te maken.
Deze artsen bewaren deze S.A. S. enkel voor persoonlijk professioneel gebruik.
3.3. De gewoonlijk gevorderde artsen moeten ervoor zorgen dat het Instituut hen met S.A.S. bevoorraad.
Het is aan de procureur des Konings om te beslissen of er ten behoeve van de gewoonlijk gevorderde artsen ook op andere plaatsen S.A.S. worden opgeslagen, bijvoorbeeld de "101 "-diensten, de wachtdiensten van de gerechtelijke politie en de universitaire ziekenhuizen. Het aantal opslagplaatsen moet evenwel beperkt blijven.
In voorkomend geval wordt van zijn beslissing door toedoen van het College van procureurs-generaal een kopie gestuurd aan het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, dat de S.A. S. aan vermelde diensten moet bezorgen.
4. VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE S.A.S.
4.1. In geval van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid moet de politieambtenaar contact opnemen met de procureur des Konings teneinde onderrichtingen te krijgen. De wettelijke bepalingen inzake het onderzoek aan het lichaam zijn van toepassing.
Gelet op het nieuwe artikel 90bis van het Wetboek van Strafvordering ressorteert de beslissing om de S.A.S. te gebruiken onder de bevoegdheid van de procureur des Konings in geval van een op heterdaad ontdekt of als zodanig beschouwd misdrijf zoals bepaald in artikel 41 van het Wetboek van Strafvordering en ook ingeval het meerderjarige slachtoffer schriftelijke toestemming geeft om de S.A.S. te gebruiken. In de andere gevallen wordt de beslissing genomen door de onderzoeksrechter of door de kamer van inbeschuldigingstelling.
De procureur des Konings kan dus niet beslissen de S.A.S. te gebruiken in de volgende situaties:
- er is geen sprake van ontdekking op heterdaad en het meerderjarige slachtoffer geeft geen schriftelijke toestemming om de S.A.S. te gebruiken;
- er is geen sprake van ontdekking op heterdaad en het slachtoffer is minderjarig.
4.2. Naast eenvormigheid ter zake van de vaststellingen betreffende verkrachting en
aanranding van de eerbaarheid, strekt het gebruik van de S.A.S. hoofdzakelijk ertoe bewijsmateriaal te verzamelen over de schuld of de onschuld van een verdachte en dit door de vaststelling van de genetische afdruk van de dader (door een DNA-analyse van de afnemingen). Zelfs in de veronderstelling dat de afnemingen ontoereikend zijn om een DNA-analyse uit te voeren, kan een analyse van microsporen (in het bijzonder haren, vezels) gevonden op het slachtoffer en op de verdachte het bewijs leveren van lichamelijk contact tussen die twee personen.
Dank zij de van de gevorderde arts gevraagde nauwgezetheid kunnen ook andere substanties dan sperma worden opgespoord.
4.3. Het is aanbevolen de S.A.S. te gebruiken binnen een termijn korter dan of gelijk aan 24 uur na een verkrachting. De S.A.S. kan na die termijn worden gebruikt indien bijvoorbeeld op de kledij of op de huid van het slachtoffer verdachte biologische vlekken worden vastgesteld.
Bij aanranding van de eerbaarheid is het gebruik van de S.A.S. nuttig indien de dader elementen heeft achtergelaten die als aanwijzing kunnen dienen (inzonderheid haren, vezels, diverse biologische vlekken).
Zelfs indien de verdachte bekent voordat een genetische analyse werd uitgevoerd, is het aangeraden een biologisch refertemonster af te nemen als wetenschappelijk bewijs van het misdrijf en met het oog op het opslaan van het daderprofiel in de toekomstige nationale genetische gegevensbank.
4.4. Indien wordt besloten de S.A.S. te gebruiken, stellen de rechterlijke autoriteiten
tegelijkertijd twee vorderingen op: een betreffende de aanwijzing van de arts en een andere betreffende de aanwijzing van het wetenschappelijk laboratorium. Bij deze ministeriële richtlijn gaat informatie inzake het opstellen van de vorderingen en een lijst van deskundigen van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie en van andere criminalistische laboratoria voor biologische sporen (zie bijlagen 5, 6 en 7).
De vorderingen kunnen mondeling geschieden op voorwaarde dat zij zo spoedig mogelijk schriftelijk worden bevestigd.
5. GEBRUIK VAN DE S.A.S. / PROCEDURE
5.1. Optreden van de gevorderde arts
Vooraleer de gevorderde arts het onderzoek verricht, vestigt de politieambtenaar zijn aandacht erop dat de naam van het slachtoffer niet mag worden vermeld op de doos (bij gebruik van de verpakte set) of op het zakje (bij gebruik van onverpakt materiaal).
De politieambtenaar is niet aanwezig bij het eigenlijk geneeskundig onderzoek.
Voor het overige moeten in casu de gewone regels worden nageleefd, inzonderheid :
- het verbod dwang uit te oefenen: het slachtoffer kan weigeren dat de S.A.S. wordt gebruikt;
- de verplichting om enkel het in de punten 1.1., 1.2. en 1.3. beschreven materiaal te gebruiken om de afnemingen en de vaststellingen te doen;
- de overzending aan de diensten van de bevoegde procureur des Konings, van de onkostenstaat (in tweevoud), waarbij de vordering moet worden gevoegd.
5.2. Afsluiten van het lichamelijk onderzoek:
5.2.1. De arts bezorgt de witte pagina's van het medisch rapport onder omslag aan de politieambtenaar en voegt de gele pagina's van datzelfde rapport bij de doos of het zakje die/dat de afnemingen bevat. Hij maakt de blauwe pagina's los en bewaart deze voor zijn persoonlijk dossier.
Nadat de arts de nodige afnemingen heeft gedaan, wordt de doos door de politieambtenaar verzegeld door middel van speciaal daartoe bestemde veiligheidsetiketten, zulks in aanwezigheid van die arts en van het slachtoffer. Die doos moet niet alleen alle afnemingen maar ook het ongebruikt gebleven materiaal bevatten.
Indien de arts onverpakt materiaal heeft gebruikt, doet hij de afnemingen in het zakje dat door de politieambtenaar wordt verzegeld in het bijzijn van die arts en van het slachtoffer.
5.2.2. De arts overhandigt de grote papieren zak met de kleren en de voorwerpen die het slachtoffer op het ogenblik van de feiten droeg resp. bij zich had aan de politieambtenaar. Er moet worden onderstreept dat elk stuk in een aparte zak wordt gestopt en dat alle zakken daarna in een grote papieren zak worden gestoken. De zak wordt door de politieambtenaar door middel van speciaal daartoe bestemde etiketten verzegeld in aanwezigheid van de arts en van het slachtoffer. Op de zak worden vermeld: het identificatienummer van de S.A. S., het notitienummer en de naam van het slachtoffer. Indien het slachtoffer zich voor het geneeskundig onderzoek heeft omgekleed, wordt het verzocht de kleren die het droeg en de voorwerpen die het bij zich had op het ogenblik van de feiten aan de politiedienst te overhandigen. Zowel in het ene als in het andere geval neemt de politieambtenaar - officier van gerechtelijke politie - die stukken in beslag met inachtneming van de wettelijke regels. Daartoe maakt hij een proces-verbaal van inbeslagneming en een gedetailleerde inventaris van de stukken op, op grond van de verklaringen van de gevorderde arts. Die inventaris wordt opgemaakt in tweevoud: het ene exemplaar wordt bij de zak en het andere bij het proces-verbaal gevoegd.
5.3. Onderzoek van de in beslag genomen kleren en voorwerpen
5.3.1. Op mondelinge vordering van de magistraat bezorgt de politieambtenaar de kleren en voorwerpen vervolgens aan het laboratorium voor technische en wetenschappelijke politie. Bedoelde vordering wordt bevestigd met een apostille. De politieambtenaar bezorgt het laboratorium tevens een kopie van de inventaris van de inbeslagneming en de apostille.
Het laboratorium voor technische en wetenschappelijke politie onderzoekt gegevens die nuttig zijn voor het onderzoek, verricht de afneming van de sporen en aanwijzingen en maakt in voorkomend geval een foto ervan. Het maakt een proces-verbaal of een rapport op waarin de resultaten van die onderzoeken zijn vermeld.
Positieve resultaten worden meegedeeld aan de magistraat. De kleren en de voorwerpen worden samen met eventuele afnemingen bezorgd aan de verbaliserende politiedienst, die deze verder doorstuurt naar het (de) aangewezen laboratorium (laboratoria). Indien verscheidene laboratoria zijn aangewezen, worden zij in het bezit gesteld van de voor hen bestemde stukken.
In geval van negatieve resultaten worden de kleren en de voorwerpen door de verbaliserende politiedienst als overtuigingsstukken neergelegd ter griffie van de correctionele rechtbank.
5.3.2. Indien het laboratorium voor technische en wetenschappelijke politie niet over de nodige infrastructuur beschikt om het onderzoek uit te voeren in omstandigheden die zo weinig mogelijk besmettingsgevaar opleveren, beslist de procureur des Konings dat bij gebruik van de S.A.S. in zijn rechtsgebied het voorafgaand onderzoek van de stukken niet wordt uitgevoerd door het laboratorium voor technische en wetenschappelijke politie, maar door een wetenschappelijk laboratorium dat is aangewezen om de S.A.S. te analyseren. Die beslissing wordt meegedeeld aan de procureur-generaal en aan de politiediensten van het gerechtelijk arrondissement.
In dat geval moet in de vordering tot analyse van de S.A.S. zijn vermeld dat ook de kleren en de voorwerpen moeten worden onderzocht en geanalyseerd als de resultaten van het onderzoek positief zijn. Nog steeds in dit geval bezorgt de politieambtenaar de zak met kleren en voorwerpen aan het wetenschappelijk laboratorium dat is aangewezen om de S.A.S. te analyseren.
5.4. Wetenschappelijke analyses
5.4.1. De politieambtenaar bezorgt de S.A.S. zo spoedig mogelijk aan het door de rechterlijke overheden aangewezen wetenschappelijk laboratorium.
Indien de S.A.S. niet naar het laboratorium kan worden gebracht binnen 24 uur na verzegeling ervan, moet de arts de set koud (in de koelkast) bewaren en bezorgt de politieambtenaar de set zo spoedig mogelijk en uiterlijk 3 dagen na de verzegeling ervan aan het laboratorium. Als het onderzoek dus plaatsvindt op een vrijdagavond of tijdens het weekend, moet de S.A.S. de maandag daarna zo vroeg mogelijk naar het laboratorium worden gebracht.
5.4.2. De rechterlijke overheden wijzen bij voorkeur het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie aan, aangezien het is belast met een taak van algemeen belang, te weten op strafrechtelijk gebied de ontwikkeling van deskundigen onderzoeken.
Gelet op de multidisciplinaire aard van het Instituut kunnen de verschillende vereiste analyses op een en dezelfde plaats worden uitgevoerd. Het risico op verlies of besmetting van de sporen wanneer zij door verschillende deskundigen buiten het Instituut worden behandeld, wordt aldus beperkt.
Bovendien zal het Instituut binnenkort beschikken over de nationale genetische gegevensbank.
5.4.3. In beginsel worden alle afnemingen in de S.A.S. geanalyseerd. Indien de magistraat beslist deze niet te laten analyseren, moet daarover aan het slachtoffer uitleg worden verschaft. De justitieassistent die instaat voor de opvang van slachtoffers kan ter zake een rol spelen. Niet-geanalyseerde afnemingen worden evenwel bewaard gedurende de door de magistraat voorgeschreven termijn.
Zodra de analyses beëindigd zijn, stuurt het laboratorium de S.A. S., en in voorkomend geval de kleren en de voorwerpen, naar de verbaliserende politiedienst, die deze als overtuigingsstukken moet afgeven ter griffie van de correctionele rechtbank.
5.5. Verplichte vermeldingen in het proces-verbaal en in de bijlagen
5.5.1. In het proces-verbaal wordt melding gemaakt van:
- de vordering van de arts en de identiteit van de gevorderde arts;
- de vordering van het laboratorium en de gegevens betreffende het (de) gevorderde wetenschappelijk(e) laboratorium (laboratoria);
- de inbeslagneming van de kledij en voorwerpen; - de diverse verzegelingen;
- het identificatienummer van de S.A. S.;
- het notitienummer;
- alle handelingen.
5.5.2. De witte pagina's van het medisch rapport, onder omslag, en de inventaris van de kleren en voorwerpen worden bij dit proces-verbaal gevoegd.
5.6. Honoraria
De honoraria voor het gebruik van de S.A. S. zijn gerechtskosten en worden geregeld in de artikelen 7 en 9 van de Schaal der Honoraria in Strafzaken.
6. SLACHTOFFERZORG
Gelet op de grote psychologische verwarring van slachtoffers van een verkrachting of van een aanranding van de eerbaarheid en op de vaststelling dat zij het doorgaans moeilijk hebben om zich te uiten, is het noodzakelijk aan het slachtoffer en zijn verwanten gedurende de volledige procedure de nodige aandacht en bij stand te verlenen. Aan minderjarige slachtoffers wordt bijzondere aandacht besteed.
6.1. De politiediensten
6.1.1. Wat het verhoor betreft, moet rekening worden gehouden met de uitleg in de gids voor de politiediensten (zie bijlage 3).
6.1.2. Onverminderd - eventuele aanvullende richtlijnen van de rechterlijke autoriteiten; - het samenwerkingsakkoord van 7 april 1998 tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg en het samenwerkingsakkoord van 14 mei 1998 tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg; en met inachtneming - van artikel 46 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, - en de omzendbrief OOP 15bis van 29 maart 1994 van de Minister van Binnenlandse Zaken, moet de politieambtenaar (bij voorkeur en naar gelang van de beschikbare personen in de dienst, een politieambtenaar die een specifieke opleiding heeft gevolgd):
- het slachtoffer van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid opvangen in optimale materiële omstandigheden en in een aangepaste kamer beschut tegen nieuwsgierige blikken;
- blijk geven van luisterbereidheid, geduld en begrip;
- het slachtoffer algemene inlichtingen verstrekken over het verloop van de procdure;
- het slachtoffer doorverwijzen naar instanties die specifieke hulp of bij stand kunnen verlenen;
- het slachtoffer de lijst bezorgen van gespecialiseerde instellingen inzake slachtofferhulp waarover hij zou beschikken, alsook de gegevens van de dienst voor slachtofferonthaal bij het parket van het gerechtelijk arrondissement dat met het dossier is belast (zie lijst in bijlage 8).
6.1.3. Het notitienummer van het dossier en de gegevens van het parket waaraan het proces-verbaal wordt toegezonden, worden aan het slachtoffer meegedeeld.
Aan het slachtoffer wordt bovendien gevraagd of het afstand doet van zijn in beslag genomen kleren en voorwerpen.
6.1.4. De politieambtenaar stelt het slachtoffer tevens ervan in kennis dat het krachtens het nieuwe artikel 5bis van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering de hoedanigheid van benadeelde persoon kan verkrijgen indien het op het secretariaat van de procureur des Konings verklaart schade te hebben geleden veroorzaakt door een misdrijf. Hij deelt het slachtoffer tevens mee dat het op die manier inzonderheid op de hoogte kan worden gehouden van een eventuele seponering en de reden ervoor, de instelling van een gerechtelijk onderzoek en de bepaling van een rechtsdag voor het onderzoeks- en het vonnisgerecht.
6.1.5. Krachtens het nieuwe artikel 28 quinquies, §2, en het nieuwe artikel 57, §2, van het Wetboek van Strafvordering deelt de politieambtenaar aan het slachtoffer mee dat het kosteloos een kopie van het proces-verbaal van zijn verhoor kan verkrijgen indien het daarom verzoekt.
6.2. De gevorderde arts
Onverminderd eventuele aanvullende richtlijnen van de rechterlijke autoriteiten stelt de gevorderde arts het slachtoffer zo veel mogelijk gerust en verschaft hij hem uitleg over zijn rol en over het gebruik van de S.A.S.. Hij geeft blijk van luisterbereidheid, geduld en begrip.
Aan het slachtoffer wordt uitgelegd waartoe de handelingen en afnemingen dienen.
Na het onderzoek licht de arts het slachtoffer in over de weg die de S.A. S. aflegt.
Hij geeft aan het slachtoffer de gids die voor hem bij de S.A.S. is gevoegd. Het slachtoffer krijgt die gids ook als de arts onverpakt materiaal heeft gebruikt.
6.3. De rechterlijke autoriteiten
6.3.1. Over het algemeen dienen " slachtoffers van misdrijven en hun verwanten (...) zorgvuldig en correct te worden bejegend, in het bijzonder door terbeschikkingstelling van de nodige informatie en, in voorkomend geval, het bewerkstelligen van contact met de gespecialiseerde diensten en met name met de justitie-assistenten (nieuwe artikel 3bis, eerste lid, van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering).
Krachtens de ministeriële richtlijn van 15 september 1997 inzake het onthaal van slachtoffers op parketten en rechtbanken: " moeten alle personeelsleden van de rechtbanken en parketten alle burgers die in contact komen met de rechterlijke orde zorgvuldig en correct bejegenen. Dit geldt in het bijzonder ten aanzien van slachtoffers en hun verwanten door hen de nodige informatie te verstrekken en hen, indien nodig, te verwijzen naar de gepaste hulpverlening".
Deze algemene principes gelden natuurlijk ook voor slachtoffers van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid.
6.3.2. Ongeacht de toepassing van de geldende wetten en ministeriële richtlijnen, moet bij gebruik van de S.A.S. steeds worden gewezen op de bestaande wetgeving en op de aanbevelingen inzake slachtofferzorg (onverminderd aanvullende ministeriële richtlijnen en onverminderd het samenwerkingsakkoord van 7 april 1998 tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg en het samenwerkingsakkoord van 14 mei 1998 tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg).
6.3.2.1. Zodra zulks mogelijk is, moeten de rechterlijke autoriteiten aan het slachtoffer uitleg verschaffen over de feiten die het heeft ondergaan en over het verloop van het onderzoek en van de procedure.
6.3.2.2. Wanneer het slachtoffer of zijn verwanten worden uitgenodigd voor een verhoor of een confrontatie, verstrekken de personen belast met het onderzoek en de magistraten hen informatie over de noodzaak van dergelijke maatregelen.
Voor zover zulks mogelijk is worden zij naar aangepaste lokalen gebracht. Er wordt bovendien bijzondere aandacht besteed aan minderjarige slachtoffers.
6.3.2.3. Krachtens het nieuwe artikel 28 quinquies, §2, van het Wetboek van Strafvordering overhandigen de procureur des Konings en elke politiedienst die het slachtoffer ondervragen, hem op zijn verzoek kosteloos een kopie van het proces-verbaal van zijn verhoor.
Zij delen het slachtoffer mee dat hij/zij het recht heeft een kopie van het proces-verbaal van zijn verhoor te vragen.
6.3.2.4. Krachtens het nieuwe artikel 57, §2, van het Wetboek van Strafvordering overhandigen de onderzoeksrechter en elke politiedienst die het slachtoffer ondervragen, hem op zijn verzoek kosteloos een kopie van het proces-verbaal van zijn verhoor.
De onderzoeksrechter en elke politiedienst die het slachtoffer ondervragen delen hem mee dat hij het recht heeft een kopie van het proces-verbaal van zijn verhoor te vragen.
6.3.2.5. Een slachtoffer dat krachtens het nieuwe artikel 5bis van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering op het secretariaat van het parket heeft verklaard schade te hebben geleden veroorzaakt door een misdrijf, wordt op de hoogte gebracht van de seponering en de reden ervoor, de instelling van een gerechtelijk onderzoek, de bepaling van een rechtsdag voor het onderzoeks- en het vonnisgerecht.
6.3.2.6. Het slachtoffer moet worden ingelicht over de mogelijkheden tot teruggave van zijn in beslag genomen persoonlijke bezittingen.
Aangezien de teruggave van de persoonlijke bezittingen bij het slachtoffer grote emoties kan teweegbrengen, moet zulks indien mogelijk gebeuren in een speciaal daartoe bestemd lokaal of, indien de toestand van het slachtoffer zulks vereist, in zijn woonplaats.
Conform de ministeriële richtlijn van 15 september 1997 inzake het onthaal van slachtoffers op parketten en rechtbanken kan de dienst voor slachtofferonthaal worden geraadpleegd om de teruggave van de persoonlijke bezittingen te regelen en/of uit te voeren.
7. EVALUATIE
De toepassing van deze richtlijn moet worden geëvalueerd teneinde ze aan te passen, rekening houdend met de bestaande zowel juridische als praktische problemen.
Die evaluatie moet een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn plaatsvinden in samenwerking met het College van procureurs-generaal, het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid en de betrokken diensten.
Deze richtlijn treedt in werking op 1 maart 1999.
Tony Van Parys Minister van Justitie
BIJLAGE 1
Gids en medisch verslag voor de gevorderde arts
SEKSUELE AGRESSIE SET
Handleiding en medisch verslag ten behoeve van de gevorderde geneesheer
Ministeriële Richtlijn betreffende de Seksuele Agressie Set
R - 1 15-12-1998 bijlage 1 - blz. 1
De Seksuele Agressie Set is uitgewerkt samen met de gerechtelijke overheden, de politionele diensten en medisch deskundigen.
De set bestaat in twee verschillende vormen :
- een verzegelde doos met alle materiaal, nodig voor de verschillende onderzoeken en afnemingen;
- niet verpakt materiaal dat de mogelijkheid biedt het onderzoek van het
slachtoffer te beperken tot bepaalde afnemingen, die nuttig geacht worden door de geneesheer.
Deze set moet onder meer bijdragen tot een meer doeltreffende opsporing van de vermoedelijke dader.
Dankzij de set worden ook precieze gegevens verkregen omtrent de fysieke toestand van het slachtoffer op het tijdstip van het onderzoek.
Alleen dankzij uw medewerking kan de set een doeltreffend hulpmiddel worden en is een correcte wetenschappelijke aanpak gewaarborgd.
De handleiding bevat alle relevante richtlijnen voor de onderzoekende geneesheer die de set gebruikt.
Gelieve de verschillende stappen in de aangegeven volgorde uit te voeren.
Aangezien bepaalde handelingen in het kader van de analyse van monsters met grote omzichtigheid moeten worden verricht, moeten dwingend steriele handschoenen en een mondmasker worden gedragen bij de afneming van biologische monsters.
Ingeval de set niet onmiddellijk naar het laboratorium kan worden overgebracht, moet hij KOEL worden bewaard (hoogstens gedurende 2 tot 3 dagen in de koelkast).
Kledingstukken en voorwerpen moeten droog en op kamertemperatuur worden bewaard. Ze zullen aan de politiebeambte overhandigd worden (zie pagina 3 van het medisch rapport)
Te onderzoeken slachtoffers moeten zoveel mogelijk op hun gemak worden gesteld.
Leg hen uit wat U aan het doen bent en waarom U het doet.
Luister bereidwillig en leg het nodige geduld en begrip aan de dag.
Na het onderzoek krijgt het slachtoffer informatie over het verdere beloop van de Set en krijgt het van u een slachtoffergids.
BELANGRIJK
ONDERZOEK
1. Verzamelen van de kledingstukken
2. Vaststellen van letsels die verband houden met seksuele aanrandingen, met uitzondering van letsels vastgesteld in de anale streek en aan geslachtsorganen.
3. Verrichten van afnemingen : sporen van speeksel, van sperma en van gedroogd bloed; alle organische of anorganische stoffen; lichaams- en/of hoofdharen, referentiestalen, bloedafname van het slachtoffer (ten einde te bepalen van wie het bloed is dat eventueel op het lichaam wordt gevonden).
4. Onderzoek van de anale streek en van de genitaliën.
Gelieve in het medisch verslag na elke stap van het uitgevoerd onderzoek het passende vakje aan te kruisen.
ETIKETTEN
1. Elk etiket draagt het referentienummer van de set. De gevorderde geneesheer zal ervoor zorgen dat elk etiket het notitienummer van het parket en de naam van het slachtoffer draagt;
2. Elk verzameld voorwerp of staal wordt geïdentificeerd aan de hand van een etiket waarop het referentienummer is vermeld.
3. Drie etiketten dienen te worden gekleefd op de eerste bladzijde van de drie medische verslagen.
Twee veiligheidsetiketten dienen voor het verzegelen van de set, de twee andere voor het verzegelen van de zak met kledingstukken. Wanneer niet verpakt materiaal wordt gebruikt, worden de afnemingen in een veiligheidszakje verzegeld.
ZORG ERVOOR
1. dat alle belangrijke stappen van het onderzoek omschreven in deze gids zijn verricht;
2. dat alle etiketten goed op de recipiënten zijn gekleefd;
3. dat de eerste bladzijde van ieder medisch verslag wordt ingevuld en voorzien is van een etiket;
4. dat alle genummerde benodigdheden, zowel gebruikte als niet gebruikte, in de set opgeborgen blijven;
5. dat de naam van het slachtoffer noch op de set, noch op het zakje (als niet verpakt materiaal gebruikt wordt) vermeld staat.
6. dat de politie de set na het onderzoek in uw aanwezigheid en deze van het slachtoffer opnieuw verzegelt.
SLOTOPMERKING
De verschillende kleuren van de flesjes en van de omslagen wijzen slechts op de aard van hun inhoud en zijn bedoeld voor laboratoriumanalyses.
MEDISCH VERSLAG
(in drie exemplaren opmaken)
SEKSUELE AGRESSIE SET
SEKSUELE AGRESSIE SET SET AGRESSION SEXUELLE SET SEXUELLE AGRESSION
STEMPEL EN HANDTEKENING GENEESHEER
CACHET ET SIGNATURE MEDECIN STEMPEL UND UNTERSCHRIFT DOCTOR Nr SET :
ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN
nr. S.A.S. :
Slachtoffer (naam, voornaam) : Leeftijd :
Geslacht :
Politie : nr. PV :
Rijkswacht : nr. PV :
Magistraat : nr. dossier :
Datum van ontvangst in het laboratorium :
Datum en uur waarop het feit is gepleegd :
Datum en uur waarop de afnemingen zijn verricht :
Datum en uur van de meest recente ingestemde seksuele betrekkingen :
Bloedtransfusie of transfusie van bloedproducten : ja / neen
Inname van geneesmiddelen en/of verdovende middelen tijdens de week voorafgaand aan de aanranding : ja / neen
Land van herkomst van het slachtoffer of van zijn ouders :
Land van herkomst van de verdachte of van zijn ouders :
Ministeriële Richtlijn betreffende de Seksuele Agressie Set
R - 1 15-12-1998 bijlage 1 - blz. 5
MEDISCH VERSLAG S.A.S.
I. VERZAMELEN VAN KLEDINGSTUKKEN
I WIT
STAPPEN a) Indien het slachtoffer dezelfde kledingstukken draagt als tijdens het 1 tot 10 misdrijf :
S het slachtoffer verzoeken plaats te nemen op het witte papier dat U op de grond openlegt;
S het slachtoffer verzoeken elk kledingstuk afzonderlijk en zorgvuldig uit te doen;
S elk kledingstuk afzonderlijk in een zak van gepaste grootte plaatsen (zakken
met nummers 1 tot 10). De kledingstukken niet steriliseren.
S sluit de zakken onmiddellijk door de bovenkant te plooien.
b) Indien het slachtoffer zich heeft omgekleed :
S het slachtoffer verzoeken de kledingstukken gedragen op het tijdstip waarop het feit is gepleegd, ongewassen en niet gesteriliseerd te bezorgen aan de politie belast met de zaak;
S eventueel aan de politiebeambte de nodige papieren zakken samen met de
veiligheidsetiketten af te geven.uitgevoerd
STAP 11 De maandverbanden of tampons in verschillende lagen zijdepapier verpakken om doorsijpeling te voorkomen en in de witte papieren zak plaatsen (nummer 11). Sluit deze zak door de bovenkant te plooien.uitgevoerd
STAP 12 Het witte papier zorgvuldig dichtvouwen en in de bijgevoegde papieren zak plaatsen (nummer 12).
De zak onmiddellijk sluiten door de bovenkant te plooien.uitgevoerd
Alle voornoemde zakken in de daartoe verstrekte grote papieren zak plaatsen. Deze zak wordt door de politiebeambte bij middel van de twee voorziene veiligheidsetiketten in aanwezigheid van het slachtoffer en uzelf verzegeld.
II. VASTSTELLEN VAN LETSELS DIE VERBAND HOUDEN MET SEKSUELE GEWELDDADEN, MET UITZONDERING VAN LETSELS AAN DE GESLACHTSORGANEN EN DE ANALE STREEK
Aankruisen of de letsels aanwezig zijn
(eventueel ook aanduiden op de bijgevoegde tekeningen)
Vastgestelde letsels
Lichaamsdeel
HOOFD
GELAAT
HALS
kale plek op de behaarde hoofdhuid 9 uitgerukte haren
afgebroken haren
hematomen en ecchymosen
letsels door prikkend en snijdend voorwerp 9 andere wonden
krabben
ecchymosen
hematomen
petechieën
oogbindvliesbloedingen
schaafwonden aan de lippen
tandafdruk op de lippen
tandafdruk op het wangslijmvlies
sporen van beten op de tong
letsels door prikkend en snijdend voorwerp
andere wonden
ecchymosen aangebracht door vingers (wurgsporen) 9 hematomen
krabben
(halvemaanvormige) nagelkrabwonde
strangulatiegroef (strangulatiesporen)
zuigvlek
beet (tandafdrukken)
letsels door prikkend en snijdend voorwerp andere wonden
krabben
ecchymosen
hematomen
beet
tepelletsels
letsels door prikkend en snijdend voorwerp andere wonden
BORSTKAS EN BUIK
Vastgestelde letsels
Lichaamsdeel
RUG
ARMEN
POLSEN
KNIEËN
DIJEN
ENKELS
krabben
sleepletsels (plekken van schaafwonden)
letsels door prikkend en snijdend voorwerp andere wonden
discoiede ecchymosen aangebracht door vingers (grijpletsels ) letsels door prikkend en snijdend voorwerp
andere wonden
sporen van vastsnoering
discoiede ecchymosen aangebracht door vingers (grijpletsels) grijphematomen
letsels door prikkend en snijdend voorwerp
andere wonden
symmetrische erytheemplekken
symmetrische ecchymoseplekken
letsels door prikkend en snijdend voorwerp andere wonden
ecchymosen door vingers aangebracht aan de binnenzijde letsels door prikkend en snijdend voorwerp
andere wonden
sporen van vastsnoering
discoiede ecchymosen aangebracht door vingers (grijpletsels) letsels door prikkend en snijdend voorwerp
andere wonden
Opmerking :
Letsels die kunnen leiden tot de identificatie van de dader moeten gefotografeerd en/of afgegoten worden. Dit moet in uw aanwezigheid en met de hulp van een operator van het laboratorium voor wetenschappelijke politie gebeuren.
Beetwonden moeten slechts gefotografeerd en/of afgegoten worden na de afneming van een speekselstaal (zie stap 13).
III. VERRICHTEN VAN AFNEMINGEN
SPOREN VAN SPEEKSEL I LICHTBRUIN
STAP 13 Door middel van een speekselwisser (nr. 13) een afneming verrichten in de mond.
Bij orale seksuele betrekkingen een afneming verrichten in de mond, vooral langsheen het tandvlees, zulks aan de hand van 3 plastic speekselwissers.
De wissers na gebruik terug in de houder steken en in het plastic zakje opbergen. Bij beetwonden, speekselsporen met drie speekselwissers deppen.
orale seksuele betrekkingen
uitgevoerd
sporen ter hoogte van beetwonde
uitgevoerd
SPOREN VAN SPERMA I GEEL
STAP 14 Wanneer de huid verdachte sporen van sperma vertoont, een afneming verrichten aan de hand van één of twee wissers die bevochtigd werden met enkele druppels fysiologisch water.
De wissers na gebruik in hun verpakking steken en terug in het plastic zakje opbergen. (nr. 14)
uitgevoerd
I DONKERBRUIN
STAP 15 Een met sperma bevlekt monster van lichaams- of hoofdhaar wegknippen.
Het haarmonster in een omslag plaatsen (nr. 15).
De omslag dicht kleven en in het plastic zakje opbergen.uitgevoerd
SPOREN VAN GEDROOGD BLOED I LICHTROZE
STAP 16 Indien de huid sporen van gedroogd bloed vertoont, een afneming verrichten aan de hand van één of twee wissers die bevochtigd werden met enkele druppels fysiologisch water.
De wissers na gebruik in de verpakking steken en terug in het plastic zakje bergen. (nr. 16)
uitgevoerd
LICHAAMS- EN HOOFDHAREN I GROEN
STAP 17 Met behulp van een kam (nr. 17) de pubisstreek kammen en eventuele losse haren
en vreemde deeltjes verwijderen.
De hele pubisstreek voorzichtig kammen.
Kam en haren in een omslag (nr. 17) plaatsen.
De omslag dicht kleven en in het plastic zakje opbergen.
uitgevoerd
ORGANISCHE EN ANORGANISCHE STOFFEN
Het slachtoffer onderzoeken en nagaan of vreemde stoffen op het lichaam aanwezig zijn : Zo ja :
I LICHTPAARS
STAP 18 Met een nagelreiniger de resten onder de nagels verzamelen, in een flesje (nr. 18)
plaatsen en in het plastic zakje opbergen.
uitgevoerd
I DONKERPAARS
STAP 19 Voor sporen (andere dan bloed, speeksel of sperma) aanwezig op het lichaam :
een afneming verrichten aan de hand van één of twee wissers, droog of bevochtigd met enkele druppels fysiologisch water.
De wissers terug na gebruik in hun verpakking plaatsen en in het plastic zakje opbergen. (nr.19)
uitgevoerd
AFNEMING VAN REFERENTIESTALEN I LICHTBLAUW
STAP 20 Op verschillende plaatsen van het hoofd de haren vlak bij de huid afsnijden (15 tot 20 haren per zone).
De haren in een omslag plaatsen, deze sluiten en in het plastic zakje opbergen.
uitgevoerd
BLOED I DONKERROZE
STAP 21 Aan de hand van de instrumententas voor bloedafnemingen, twee aderlatingen
verrichten (vul de buisjes volledig)
- op EDTA (tube van vacutainertype 10 cc - paarse dop - vacuümafneming) (DNA-onderzoek)
- in de tube bevattende een scheidingsgel (rode en zwarte dop).
Plaats de monsters in het plastic zakje (nr. 21) (toxicologisch onderzoek)
uitgevoerd
IV. ONDERZOEK VAN DE ANALE STREEK EN VAN DE GENITALIËN
I DONKERBLAUW
STAP 22 Bij vaginale betrekkingen een uitstrijkje verrichten met behulp van een wisser.
Het uitstrijkje op het objectglas van de microscoop aanbrengen. Ongeacht het resultaat van het microscopisch onderzoek van het uitstrijkje, 10 tot 20 ml fysiologisch serum inspuiten en daarna een vaginale spoeling verrichten met de spuit en de katheter.
De inhoud van de spuit in een flesje doen (nr. 22); de wisser in zijn houder plaatsen; daarna wisser, objectglazen, spuit en katheter in hun respectievelijke verpakkingen plaatsen en die verpakkingen samen met het flesje in het plastic zakje opbergen.(nr.22)
uitgevoerd
I ROOD
STAP 23 In geval van anale betrekkingen, een uitstrijkje verrichten met behulp van een wisser. Het uitstrijkje op het objectglas van de microscoop aanbrengen. Ongeacht het resultaat van het microscopisch onderzoek van het uitstrijkje, 50 ml fysiologisch water inspuiten en daarna een anale afneming verrichten aan de hand van een spuit.
De inhoud van de spuit in een flesje doen (nr. 23); de wisser in zijn houder plaatsen; daarna wisser, objectglazen, spuit en katheter in hun respectievelijke omslag plaatsen en die omslagen samen met het flesje in het plastic zakje opbergen.
uitgevoerd
V. TOXICOLOGISCH ONDERZOEK I ORANJE
STAP 24 Teneinde vast te stellen of het slachtoffer op het tijdstip van de aanranding onder invloed van alcohol en/of verdovende middelen en/of geneesmiddelen was, moet
zo spoedig mogelijk na het feit een urinestaal worden afgenomen.
Een urinestaal laten afnemen bij het slachtoffer (minimum 20 ml urine in het daartoe bestemde flesje (nr. 24)).
Plaats het flesje in het plastic zakje (nr.24)
uitgevoerd
ELKE VERWONDING AAN DE HIERNA VERMELDE ORGANEN AANKRUISEN (onderliggend schema geldt enkel als aanwijzing, het kan aangevuld worden)
Genitaliën
Z Indien het slachtoffer een vrouw is Letsels Ja /Neen 9
grote schaamlippen kneuzingen en kleine schaamlippen ecchymosen
commissura en kneuzingen/ecchymosen
vestibulum
hymen bloederige scheurwond vagina en vaginale kneuzingen
baarmoederhals
anus kloven rond de aars
scheuren in de anale sluitspier
2 Indien het slachtoffer een man is
penis kneuzingen en ecchymosen
scrotum kneuzingen en ecchymosen
anus kloven rond de aars en scheuren in de anale sluitspier
de gids aan het slachtoffer bezorgen
* * *
de voorgedrukte brief voor de behandelende geneesheer aan het slachtoffer bezorgen
* * *
de blauwe pagina's losmaken en in uw dossier bewaren
* * *
de witte pagina's onder briefomslag aan de politiefunctionaris overhandigen, die ze aan het parket moet bezorgen
* * *
- Voeg de gele pagina's van het medisch verslag aan de set of aan het zakje (in het geval niet verpakt materiaal werd gebruikt) die de afgenomen stalen bevat.
Indien het zakje werd gebruikt worden de pagina's geborgen in de buidelzak.
- Indien u de voorverpakte Set gebruikt hebt, plaats niet alleen de verrichte afnemingen maar ook het niet gebruikt materiaal terug in de doos. De doos wordt door de
politiebeambte verzegeld bij middel van de veiligheidsetiketten in aanwezigheid van het slachtoffer en van uzelf.
- Indien u het niet verpakt materiaal gebruikt hebt, plaats de afnemingen in het zakje dat verzegeld zal worden door de politiebeambte in de aanwezigheid van het slachtoffer en van uzelf.
Geachte collega,
Op heb ik uw patiënt
wonende te
onderzocht in mijn hoedanigheid van geneesheer aangesteld door
Indien U bijkomende gegevens wenst te bekomen, kan U mij steeds bereiken op de hieronder vermelde dagen en uren.
Met collegiale groeten,
Dr.
Adres
Telefoon
Bereikbaar op
van tot uur.
BIJLAGE 2
Gids voor de slachtoffers van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid
GIDS VOOR SLACHTOFFERS VAN VERKRACHTING EN
AANRANDING VAN DE EERBAARHEID
U bent het slachtoffer geworden van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid.
U heeft klacht ingediend bij een politiedienst.
U bent medisch onderzocht door een arts aangewezen door de gerechtelijke autoriteiten waarbij gebruik is gemaakt van de Seksuele Agressie Set.
Maar u heeft het gevoel dat heel wat vragen onbeantwoord blijven.
Deze gids strekt enkel ertoe u informatie te geven over drie belangrijke vragen :
I. Wat is er precies gebeurd bij de politiedienst en bij de dokter ? blz. 2
II. Wat gebeurt er nu verder met uw klacht ? blz. 6
III. Wie kan u helpen ? blz. 13
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de Dienst Slachtofferonthaal bij het parket belast met uw dossier (zie blz. 14 en 15)
I. WAT IS ER PRECIES GEBEURD BIJ DE POLITIEDIENST EN BIJ DE DOKTER ?
1. UW KLACHT BIJ DE POLITIEDIENST
a) De politieambtenaar heeft u een aantal vragen ge