1. Kijk of u eerste hulp kan aanbieden of laten aanbieden
2. Roep een dokter of de hulpdiensten op;
3. Indien u zelf vaststelt dat het overlijden verdacht is, belt u ook de politie op;
4. Raak niets aan en verzoek ook derden om afstand te houden en niets aan te raken;
5. Bij niet gewelddadig over onverdacht overlijden (hierover beslist de arts) contacteert u hierna een begrafenisondernemer.
Bij een verdacht overlijden wordt het lijk in beslag genomen en zal u later verwittigd worden wanneer het lichaam wordt vrijgegeven voor begrafenis. Crematie kan in dit geval geweigerd worden.
6. De begrafenisondernemer zal meestal zorgen voor een totaal dienstenpakket, zoals de aangifte van het overlijden op de burgerlijke stand teneinde een overlijdensattest te bekomen.
7. Ga na of er een uitvaartverzekering werd afgesloten en contacteer deze.
Stuur de overlijdensakte naar de gemeente waar de overledene woonde, kinderbijslagfonds, verzekeringsinstellingen, banken waar de overledene een rekening had, nutsvoorzieningen, telefoonmaatschappijen, Fiscus, ziekenfondsen, samen met een akte van overlijden.
Verwittig ziekenfonds: Het ziekenfonds geeft een tegemoetkoming van 148,74 euro aan diegene die de uitvaartfactuur heeft betaald. Voorwaarde: de overledene was loontrekkende, werkloos, gepensioneerde (met een rustpensioen als werknemer) of was als arbeidsongeschikt erkend door het ziekenfonds. Zelfstandige werknemers, ook al zijn ze arbeidsongeschikt erkend, kunnen geen aanspraak maken op een overlijdensuitkering.
Indien de overledene een werknemer is verwittigt u ook zijn werkgever, werkloosheidsinstelling, kinderbijslagfonds.
Was de overledene een zelfstandige, neem dan zeker ook contact op met zijn boekhouder en eventueel sociaal secretariaat en met Handelsrechtbank; - Directe Belastingen; - Diensten van de B.T.W.
Als de overledene een pensioen kreeg, dan hoef je in een aantal gevallen zelf niets te doen. De bevoegde pensioendienst krijgt dan bericht van de gemeente en er volgt een automatische herziening. Informeer u bij de gemeente of hiervoor gezorgd wordt.
Betreft het een staatspensioen, en werd dit bij aangifte van overlijden medegedeeld samen met het brevetnummer, dan wordt de betreffende pensioendienst door de Burgerlijke Stand van de overlijdensplaats verwittigd, anders moet men het zelf doen: "Ministerie van Financien, Bestuur der Pensioenen, Kruidtuinlaan 50, bus 31, 1010 Brussel. Weduwen van staatsambtenaren of gepensioneerde staatsambtenaren moeten daar de aanvraag voor het weduwenpensioen doen. Het Ministerie van Financien heeft ook spreekdagen ingericht in het gebouw van het Ministerie van Financien, Frankrijklei 71-73, 2000 Antwerpen (tel. 234.08.20), waar men voor deze problemen en aanvragen terecht kan elke maandag en donderdag van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur. Hier kunnen de nabestaanden ook inlichtingen bekomen over het eventueel bekomen van een begrafenisvergoeding;
was de overledene nog werknemer of zelfstandige, dan moet de weduwe zich aanmelden op de sociale dienst van de woonplaats.
Oorlogsvergoedingen (Frontstrepen, Vuurkruisen, ...) de plaatselijke afdeling verwittigen.
Renten (ouderdomsrechten, Nationale Kas voor Oorlogspensioenen, Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden, Nationaal Werk voor Oorlogsslachtoffers, arbeidsongeval, beroepsziekte, mindervaliden): zelf te verwittigen.
Samen met de erfgenamen dient dan het lot van de zelfstandige activiteit worden bepaald (stopzetten indien eenmanszaak, vereffening, overlaten of verderzetten van de vennootschap.
Een notaris kan de erfgenamen zeggen of er een geregistreerd testament is. In de woning of in de bankkluizen kunnen er ook nog andere testamenten gevonden worden. Het laatste testament primeert. Het testament bepaalt mee de verdeling van de erfenis. Is er geen testament, dan bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. De notaris maakt een overzicht van de nalatenschap en doet er binnen vijf maanden aangifte van bij de fiscus. De aangifte kan ook door de erfgenamen zelf of door een advocaat worden opgesteld. Op basis van die aangifte bepaalt de fiscus hoeveel successierechten de erfgenamen moeten betalen.
Aangifte van de nalatenschap moet gebeuren, binnen de 5 maanden na het overlijden, bij het Kantoor van Registratie en Domeinen van de laatste woonplaats van de overledene (formulier te bekomen op het kantoor van Registratie en Domeinen).
Zoek het huurcontract en zeg zo nodig de huur op.
Zoek alle mogelijke contracten en beslis over het verder verloop. Controleer hiertoe de bankrekeningen, voornamelijk om abonnementen en verbintenissen op te sporen.
Controleer de nutsvoorzieningen zoals gas-, water-, electriciteits-, telefoonmaatschappij (opheffing of overdracht).
Radio- en/of T.V.-distributiemaatschappi jen (kabelnetten).
Verhuurmaatschappij (opheffing of overdracht).
Auto, motor:
indien een wagen behouden blijft en overgeschreven moet worden:
Ministerie van Verkeerswezen, Dienst voor het Wegverkeer (eventueel via de verzekeringsmaatschappij);
indien de wagen niet behouden blijft: binnen de twee maanden de nummerplaat terugzenden naar het Ministerie van Verkeerswezen (zie hierboven).
Auto- en motorverzekeringen plus alle andere mogelijke verzekeringen (opheffing of overdracht).
Ga met een overlijdensakte en een akte ven bekendheid naar de post en laat de post bij u toekomen. Maak een lijst van alle schulden.
De bank
Elke financiële instelling is bij een overlijden bij wet verplicht om de belastingsadministratie te laten weten wat de waarde is van het geld op de rekeningen, van het bestaan en de inhoud van de kluis, of er schulden waren...
Praktisch komt het erop neer: dat de bank tijdelijk alle rekeningen en andere bezittingen blokkeert om een inventaris te kunnen opmaken.
Niets belet dat de bank een beperkt bedrag onmiddellijk vrijgeeft (bv. 2.500 of 5.000 euro) om de laatste medische kosten en begrafeniskosten te betalen.
Afhankelijk van het bedrag en het wel of niet voorhanden zijn van een testament of een huwelijkscontract, kan de rekening gedeblokkeerd door een van deze documenten voor te leggen:
Bedrag bankrekening |
Procedure |
< 750 euro |
Een erfrechtverklaring vragen op de gemeenteadministratie (vrijwel kosteloos) |
> 750 euro |
Met testament of huwelijkscontract:
Een akte van bekendheid of erfrechtverklaring vragen aan de notaris en die voorleggen - registratierechten (25 euro), rechten op geschriften (7,5 euro), ereloon van de notaris en aktekosten
|
|
Zonder testament of huwelijkscontract |
<50.000 |
Een attest van erfopvolging vragen aan het (bevoegde) registratiekantoor- gratis
|
>50.000 |
Een akte van bekendheid vragen aan de vrederechter -griffierechten (30 euro), 1,50 euro/ blz. aan expeditierechten
|
Indien er nog minderjarige kinderen zijn wordt, door de Burgerlijke Stand van de overlijdensplaats, het desbetreffende Vredegerecht verwittigd. Naderhand zal er van de Vrederechter een uitnodiging volgen om de voogdij te regelen.
WET van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen (B.S. 19/05/2009)
Vereenvoudiging van het deblokkeren van de tegoeden van een overledene
Art. 13. In het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel 1240bis ingevoegd, luidende :
« Art. 1240bis . § 1. Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen, geeft een schuldenaar te goeder trouw bevrijdend tegoeden van een overledene vrij, indien dit gebeurt aan of op instructie van de personen aangewezen in een attest van erfopvolging opgesteld door de ontvanger van het successiekantoor bevoegd voor de inlevering van de aangifte van nalatenschap van de overledene, of in een attest of in een akte van erfopvolging opgemaakt door een notaris.
Het attest of de akte van erfopvolging wordt op verzoek van een belanghebbende afgeleverd met het oog op de in het eerste lid bedoelde vrijgave van tegoeden.
§ 2. De afgeleverde akte of het afgeleverde attest ontslaat de in paragraaf 1 bedoelde schuldenaar in geen geval van eventuele andere wettelijke verplichtingen voorgeschreven voor de deblokkering van deze tegoeden.
§ 3. De belanghebbende heeft de vrije keuze om zich te wenden tot de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde ontvanger of de notaris. In de gevallen waarin de erfenis van de overledene niet uitsluitend wordt vererfd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 718 tot 755, in geval van bestaan van onbekwame erfopvolgers of indien er sprake is van een uiterste wilsbeschikking, een contractuele erfstelling of een huwelijkscontract in hoofde van de overledene is alleen de notaris bevoegd om een akte of een attest van erfopvolging af te leveren.
§ 4. Zowel de akte als het attest van erfopvolging vermelden op duidelijke wijze wie de erfgerechtigden zijn die aanspraak kunnen maken op de tegoeden van de overledene, met vermelding van volgende identificatiegegevens : naam, voornamen, plaats en datum van geboorte, adres en eventueel de datum van overlijden.
§ 5. De notaris of de ontvanger van het successiekantoor kunnen elke aflevering van een akte of een attest van erfopvolging weigeren indien zij aan de hand van de door de verzoekende belanghebbende voorgelegde stukken, de gedane verklaringen en de verrichte opzoekingen, niet met zekerheid de erfgenamen kunnen aanwijzen.
ONMIDDELLIJKE NUTTIGE INFORMATIE WAT NU? links:
Aantal verletdagen waarop de familie recht heeft bij overlijden?
Drie dagen, te kiezen door de arbeider/ster) vanaf de dag die het overlijden voorafgaat tot en met de dag die op de begrafenis volgt, bij het afsterven van: de echtgeno(o)t(e) van de betrokkene, de ouders van de betrokkene (vader, moeder, 2de echtgeno(o)t(e) van vader of moeder), een kind van de betrokkene of van zijn (haar) echtgeno(o)t(e), de vader of moeder van de echtgeno(o)t(e) van de betrokkene.
Twee dagen, te kiezen door de arbeider(ster) vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag der begrafenis, bij het afsterven der volgende bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwanten: broeder/zuster van de betrokkene, schoonzoon/schoondochter van de betrokkene, grootvader/grootmoeder van de betrokkene, grootvader/grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de betrokkene, kleinkind van de betrokkene.
Een dag, deze van de begrafenis, bij het afsterven van volgende niet bij de betrokkene inwonende bloedverwanten: broeder/zuster van de betrokkene, schoonzoon/schoondochter van de betrokkene, schoonbroer/schoonzuster van de betrokkene, grootvader/ grootmoeder van de betrokkene, grootvader/grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de betrokkene, kleinkind van de betrokkene.
Een dag, deze van de begrafenis, bij het afsterven van gelijk welke bloedverwant wonende onder hetzelfde dak als dat van de betrokkene.
Een dag, deze van de begrafenis, bij het afsterven van de voogd(es) van de minderjarige betrokkene, of van het minderjarig pleegkind waarvoor de betrokkene als voogd(es) optreedt.
zie ook: www.elfri.be - Artikel - Onmiddellijke geldmiddelen voor de langstlevende bij overlijden