Het eenzijdige verzoekschrift wordt geregeld door artikel 584 Gerechtelijk wetboek:
Art. 584.De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg doet, in gevallen die hij spoedeisend acht, bij voorraad uitspraak in alle zaken, behalve die welke de wet aan de rechterlijke macht onttrekt.
Als de zaak behoort tot de bevoegdheid van de familierechtbank, wordt deze enkel in geval van volstrekte noodzakelijkheid bij de voorzitter aanhangig gemaakt.
De voorzitter van de arbeidsrechtbank en de voorzitter van de rechtbank van koophandel kunnen bij voorraad uitspraak doen in gevallen die zij spoedeisend achten, in aangelegenheden die tot de respectieve bevoegdheid van die rechtbanken behoren.
De zaak wordt vóór de voorzitter aanhangig gemaakt in kort geding of, in geval van volstrekte noodzakelijkheid, bij verzoekschrift.
De voorzitter kan onder meer:
1° sekwesters aanstellen;
2° om het even welke vaststellingen of deskundige onderzoekingen bevelen, zelfs met raming van de schade en opsporing van de oorzaken ervan;
3° alle nodige maatregelen bevelen tot vrijwaring van de rechten van hen die de nodige voorzieningen niet kunnen treffen, met inbegrip van de verkoop van roerende goederen die heerloos of verlaten zijn;
4° bevelen dat een of meer getuigen worden gehoord wanneer een partij van een kennelijk belang doet blijken, zelfs met het oog op een toekomstig geschil, indien vaststaat dat het bij enige vertraging van dat verhoor te vrezen is dat het getuigenis niet meer zal kunnen worden afgenomen.
5° bevelen, in geval van een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht bepaald bij artikel 1369bis /1, begaan op commerciële schaal, en op verzoek van de houder van het recht die omstandigheden aantoont die de schadevergoeding in gevaar dreigen te brengen, om ten bewarende titel beslag te laten leggen op de roerende en onroerende goederen van de vermeende inbreukmaker, met inbegrip van het blokkeren van zijn bankrekeningen en andere tegoeden. De voorzitter, die uitspraak doet over deze vordering, gaat na :
1) of het intellectueel eigendomsrecht waarvan de bescherming wordt ingeroepen, ogenschijnlijk geldig is;
2) of de inbreuk op het betrokken intellectueel recht niet redelijkerwijze betwist kan worden;
3) of, na de betrokken belangen, waaronder het algemeen belang, te hebben afgewogen, de feiten en, in voorkomend geval, de stukken waarop de eiser zich baseert van dien aard zijn dat ze het beslag - dat tot de bescherming strekt van het ingeroepen recht - redelijkerwijze verantwoorden.
De vordering op eenzijdig verzoekschrift is enkel toelaatbaar mits de gevorderde maatregel dermate dringend is, of van ene van zodanige aard is of enkel op die wijze kan ingesteld dat de rechten van de verzoeker niet adequaat kunnen worden beschermd via de gewone tegensprekelijke rechtsgang, zelfs niet met verkorting van de termijn om te dagvaarden.
Indien deze regel zou overtreden worden en indien bij de uitvoering van de maatregel stukken of in het algemeen bewijs wordt gevonden waaruit blijkt dat de voormelde omstandigheden wel degelijk aanwezig waren dan kunnen deze bewijzen niet gebruikt worden om de onregelmatigheid van de procedure op eenzijdig verzoekschrift te dekken en de procedure te regulariseren.