De voorzitter van het hof van assisen die krachtens artikel 281, §1, eerste lid, tweede zin, Wetboek van Strafvordering, persoonlijk ermee belast is het gehele onderzoek voor te zitten en de volgorde te bepalen waarin het woord wordt verleend aan hen die het vragen, miskent het recht op een eerlijk proces en het zwijgrecht niet door te weigeren in te gaan op het verzoek van de raadsman van de beschuldigde om vóór diens ondervraging desbetreffend het woord te krijgen, maar regelt overeenkomstig hogervermelde wetsbepaling enkel het ordentelijk verloop van het debat.
De voorzitter van het hof van assisen die krachtens artikel 281, §1, eerste lid, tweede zin, Wetboek van Strafvordering, persoonlijk ermee belast is het gehele onderzoek voor te zitten en de volgorde te bepalen waarin het woord wordt verleend aan hen die het vragen, miskent het recht op een eerlijk proces en het zwijgrecht niet door te weigeren in te gaan op het verzoek van de raadsman van de beschuldigde om vóór diens ondervraging desbetreffend het woord te krijgen, maar regelt overeenkomstig hogervermelde wetsbepaling enkel het ordentelijk verloop van het debat.
Het recht op bijstand van een advocaat, het zwijgrecht en het feit dat niemand kan verplicht worden zichzelf te incrimineren, zijn verbonden met de cautieplicht; krachtens artikel 254, eerste lid, Wetboek van Strafvordering vergewist de voorzitter van het hof van assisen zich ten minste vijftien dagen vóór de preliminaire zitting ervan dat de beschuldigde een raadsman heeft gekozen om hem in zijn verdediging bij te staan en voegt hij hem, indien dit niet het geval is, in overleg met de stafhouder, dadelijk een raadsman toe, op straffe van nietigheid van alles wat zal volgen, zodat de effectieve bijstand van een advocaat, die de beschuldigde tijdens het debat voor het hof van assisen op zijn zwijgrecht kan wijzen, de beschuldigde toelaat zijn recht van verdediging ten volle uit te oefenen en derhalve zijn recht op een eerlijk proces waarborgt en de voorzitter bijgevolg niet ertoe gehouden is ook zelf de beschuldigde op zijn zwijgrecht te wijzen.