Conform art. X.27 WER verstrekt de persoon die het recht verleent aan de andere persoon (tot commerciële samenwerking), minstens één maand voor het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst bedoeld in art. I.11, 2
o, het ontwerp van overeenkomst evenals een afzonderlijk document dat de gegevens bedoeld in art. X.28 WER bevat. Het ontwerp van overeenkomst en het afzonderlijk document worden schriftelijk of op een voor de persoon die het recht verkrijgt duurzame en toegankelijke drager ter beschikking gesteld. Voorts bepaalt art. X.30 WER dat de persoon die het recht verkrijgt, in geval van niet-naleving van een van de bepalingen van art. X.27 en van art. X.29, eerste lid, de nietigheid van de commerciële samenwerkingsovereenkomst kan inroepen binnen twee jaar na het sluiten van de overeenkomst.
De precontractuele informatieplicht met de voorziene bedenktijd van 1 maand geldt niet alleen inzake franchising, maar voor elke vorm van commerciële samenwerking (en dus ook voor de handelsagentuur) in de zin van artikel I.11, 2 WER,°, niettegenstaande elke strijdige contractuele bepaling en dus ook voor diensten met uitzondering van de verzekeringsagentuur en de bankagentuurovereenkomsten..
Zodra er een overeenkomst voorligt waarbij een commerciële formule in de zin van een gemeenschappelijk uithangbord, een handelsnaam, een know how of een technische of commerciële bijstand ter beschikking wordt gesteld voor gebruik bij de verkoop van goederen of diensten, ligt een commerciële samenwerkingsovereenkomst voor en is een precontractuele informatie in de zin van de wet verschuldigd door toezending van de ontwerpovereenkomst in prelectuur..
De nietigheid van art. X.30 WER is een relatieve, maar wel een quasi-automatische nietigheid, waarbij de rechter niet beschikt over enige appreciatiemarge.
Hoewel de nietigheidssanctie automatisch is en de rechter over geen beoordelingsbevoegdheid beschikt, is de vaststelling van deze nietigheid onderworpen aan de toepassing van de principes van goede trouw en van het verbod van rechtsmisbruik door de beschermde partij.
Wanneer de beschermde partij (hij die de precontractuele informatie diende te krijgen) de nietigheid opwerpt kan dit echter moeilijk rechtsmisbruik uitmaken, gezien de wetgever deze partij juist wou beschermen middels de mogelijkheid om gedurende twee jaar af zien van de overeenkomst voor zover de verstrekte informatie niet overeenstemde met de werkelijkheid.
De precontractuele informatieplicht met de voorziene bedenktijd van 1 maand geldt niet alleen inzake franchising, maar voor elke vorm van commerciële samenwerking (en dus ook voor de handelsagentuur)