Maatstaf voor het onderscheid tussen een algemeen legaat en een legaat onder algemene titel is niet datgene wat de legatarissen uiteindelijk ontvangen, maar datgene waartoe zij zijn geroepen: het geheel of een deel van het nalatenschapsvermogen (W. Pintens e.a., Familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, p. 872-873, nr. 1666; M. Puelinckx-Coene e.a., «Overzicht van rechtspraak (2009-11): Giften», TPR 2013, p. 770, nr. 777).
De residuaire roeping is het criterium bij uitstek om uit te maken of het een algemeen legaat betreft (M. Puelinckx-Coene e.a., «Overzicht van rechtspraak (2009-11): Giften», TPR 2013, p. 770, nr. 770-771, nr. 778). Heeft de roeping betrekking op alle goederen en houdt ze m.a.w. een residuaire aanspraak in, dan betreft het een algemeen legaat (art. 1003 BW). Is de legataris alleen geroepen (1) tot alle onroerende goederen of tot alle roerende goederen of (2) tot een gedeelte van de (onroerende of roerende) goederen, dan betreft het een legaat onder algemene titel (art. 1010 BW).
Centraal staat de werkelijke bedoeling van de testator en niet zozeer de gebruikte bewoordingen (W. Pintens e.a., Familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, p. 872-873, nr. 1666; M. Puelinckx-Coene e.a., «Overzicht van rechtspraak (2009-11): Giften», TPR 2013, p. 775, nr. 783).
De testator kan verschillende algemene legatarissen aanwijzen. Elk van hen is dan geroepen tot het hele nalatenschapsvermogen in die zin dat, indien een van hen (om welke reden ook) niet tot de nalatenschap komt, er aanwas plaatsvindt ten behoeve van de overblijvende legatarissen. Komen ze samen tot de nalatenschap, dan (ver)delen zij in beginsel in gelijke delen. De testator kan echter ook verschillende algemene legatarissen aanwijzen, elk ten belope en een ongelijk deel indien ze samen tot de nalatenschap komen (W. Pintens e.a., Familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, p. 874, nr. 1070; M. Puelinckx-Coene e.a., «Overzicht van rechtspraak (1993-98): Giften», TPR 1999, p. 1023-1024, nr. 404).
Het geval waarin de testator verschillende personen aanwijst om tot zijn nalatenschap te komen en daarbij het breukdeel bepaalt dat aan elk van hen zal toekomen is (niet on)verenigbaar met het concept van een «algemeen legaat». Het specificeren van het breukdeel kan namelijk de bevestiging zijn van de regel dat, indien verschillende algemene legatarissen tot de nalatenschap komen, zij dit algemeen legaat erven ten belopen van een breukdeel. De bepaling van breukdelen is in voorkomend geval een uitvoeringsmodaliteit en sluit geen algehele roeping uit (W. Pintens e.a., Familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, p. 876, nr. 1673; M. Puelinckx-Coene, «Art. 1003 BW» in Comm.Erf. 1990, p. 8-9, nr. 15).