Art. 26novies, § 3, eerste zin van de vzw-wet bepaalt:
“De akten, de stukken en de beslissingen die krachtens deze titel moeten worden neergelegd, kunnen aan derden slechts worden tegengeworpen vanaf de dag van neerlegging ervan of, indien zij naar luid van deze titel ook moeten worden bekendgemaakt, vanaf de dag van bekendmaking ervan in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, behalve indien de vereniging aantoont dat die derden reeds kennis ervan hadden”.
Wanneer de vereniging aantoont, nadat een exceptie van niet-tegenwerpelijkheid van de benoemingsakte is opgeworpen, dat de benoeming daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, met name door het voorleggen van de betrokken akte of van de notulen van de vereniging, zodat de in de vordering beoogde derden reeds vóór de openbaarmaking ervan op de hoogte zijn, dient de exceptie te worden verworpen. In dat geval is immers aan het doel van de openbaarmakingsverplichting voldaan, die ertoe strekt de deelnemers aan het rechtsverkeer de zekerheid te bieden dat de vordering tegen hen is ingesteld door het orgaan dat bevoegd is de vereniging extern te vertegenwoordigen.
art. 26novies, § 3, eerste zin van de vzw-wet dient aldus wordt uitgelegd dat de exceptie van niet-tegenwerpelijkheid wordt verworpen wanneer de vereniging aantoont dat de benoeming van de vertegenwoordigingsbevoegde persoon daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, zodat de in de vordering beoogde derden er al kennis van hebben gehad..
Let wel: De wetgeving betreffende de VZW werd inmiddels opgenomen in Boek 9 van het wetboek van vennootschappen en verenigingen
Art. 9:7 van dit wetboek stelt:
De statuten kunnen de bevoegdheden van het bestuursorgaan beperken. Zodanige beperking kan niet aan derden worden tegengeworpen, ook al is ze openbaar gemaakt. Hetzelfde geldt voor een onderlinge taakverdeling onder de bestuurders.
Art. 9:10 in fine van dit wetboek stelt:
De bepaling dat het dagelijks bestuur wordt opgedragen aan een of meer personen die elk alleen, gezamenlijk of als college optreden, kan aan derden worden tegengeworpen onder de voorwaarden bepaald in artikel 2:18. Beperkingen aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het orgaan van dagelijks bestuur kunnen aan derden echter niet worden tegengeworpen, ook al zijn ze openbaar gemaakt.