Het adagium 'le criminel tient le civil en état' is gebaseerd op artikel 4 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering.
Dit artikel bepaalt:
'De burgerlijke rechtsvordering kan tezelfdertijd en voor dezelfde rechters vervolgd worden als de strafvordering. Zij kan ook afzonderlijk vervolgd worden; in dat geval is zij geschorst, zolang niet definitief is beslist over de strafvordering die vóór of gedurende de burgerlijke rechtsvordering is ingesteld, in zoverre er gevaar bestaat voor onverenigbaarheid tussen de beslissing van de strafrechter en die van de burgerlijke rechter en onverminderd de uitzonderingen uitdrukkelijk bepaald door de wet.
Op basis van voormeld adagium kan er geen uitspraak gedaan worden over welk danige burgerlijke vordering, zolang er geen uitspraak is in de strafzaak, wanneer een gerechtelijk onderzoek werd ingesteld.
De verplichting van de burgerlijke rechter om de rechtsvordering te schorsen geldt niet enkel voor vorderingen die gegrond zijn op een misdrijf, maar geldt in beginsel voor alle vorderingen van burgerrechtelijke aard die punten gemeen hebben met de strafvordering en die aanleiding kunnen geven tot een tegenstrijdigheid tussen de beslissing op de burgerlijke rechtsvordering enerzijds en op de strafvordering anderzijds.
De regel is bedoeld om tegenstrijdigheden te vermijden tussen de beslissingen van de strafrechter en de burgerlijke rechter.
Deze regel van artikel 4 V.T.Sv., raakt de (interne) openbare orde De schorsing moet ambtshalve worden uitgesproken als aan de voorwaarden is voldaan, en de partijen kunnen er niet aan verzaken.
Er moet aan de volgende toepassingsvoorwaarden voldaan zijn:
- het moet gaan om een strafvordering in België; het bestaan van een strafrechtelijk onderzoek in het buitenland is geen grond tot schorsing.
- de strafvordering moet effectief zijn ingesteld; er is geen schorsing wanneer de zaak slechts het voorwerp uitmaakt van een opsporingsonderzoek of wanneer zij geseponeerd is; een eenvoudige aangifte of klacht zou aldus niet volstaan om een schorsing teweeg te brengen. In uitzonderlijke gevallen werd beslist dat de burgerlijke rechter naar aanleiding van een eenvoudige klacht zonder burgerlijke partijstelling toch kan beslissen de burgerlijke procedure te schorsen wanneer een behoorlijke rechtspleging dit vereist.
- de strafrechter is geroepen om uitspraak te doen over punten die gemeen zijn aan de strafvordering en de burgerlijke vordering, zodat er gevaar voor tegenstrijdigheid. De verplichting berust er immers op dat de uitspraak op strafgebied gezag van gewijsde heeft aangaande de punten die aan de strafvordering en de burgerlijke vordering gemeen zijn. De regel van ~le criminel tient le civil en état" wordt niet toegepast wanneer het strafonderzoek feitelijkheden betreft die verschillen van de feitelijkheden ingeroepen in het burgerlijk geding.
De regel van ~le criminel tient le civil en état" geldt met andere woorden niet wanneer er geen gevaar is voor tegenstrijdigheid tussen de strafrechtelijke uitspraak enerzijds, en de burgerlijke uitspraak anderzijds. De strafrechter moet met andere woorden geroepen zijn om uitspraak te doen over punten die gemeen zijn aan de strafvordering en de burgerlijke vordering.