Een optie(contract) of eenzijdige contractbelofte [bv. (ver)koopbelofte] is een voorovereenkomst waarbij een partij belooft een contract [vb. koop-verkoopovereenkomst] te sluiten met de begunstigde indien deze laatste de optie op geldige wijze licht. De partij die aldus belooft is door deze optie ook gebonden. De belofte behelst een omschrijving van zaak en prijs tijdens een onderhandelingsfase zonder dat er reeds een wederzijdse wil is tot stand gekomen om te contracteren.
Een optie is een recht (doch niet de plicht) om te contracteren.
Hij die beschikt over een optierecht is niet gebonden en heeft de keuze om al dan niet te contracteren of een bestaand contractrecht te behouden of te vernieuwen.
De optieverlener verbindt zich daarentegen tot het sluiten van het contract indien de wederpartij het wenst.
Aldus onderscheidt de houder van een optierecht zich van de persoon die een aanbod heeft gedaan.
Een aanbod is een eenzijdige rechtshandeling inhoudende een voorstel tot contracteren waarin alle essentiële elementen van de overeenkomst vervat zitten die noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van de overeenkomst en waarbij de loutere aanvaarding van het aanbod door de wederpartij de overeenkomst tot stand brengt. Een aanbod heeft aldus in hoofde van de aanbieder een bindend karakter, in die zin dat hij definitief verbonden is wanneer de wederpartij aanvaardt.
Het lichten van de optie zal de totstandkoming van de overeenkomst tot gevolg hebben en dit zonder terugwerkende kracht (Cass. 9 januari 1975, Arr.Cass. 1975, 552).
Het lichten van de optie is een vormvrije rechtshandeling, die zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gebeuren. Dit belet niet dat partijen het lichten van een optie kunnen onderwerpen aan een formalisme (Antwerpen, 31/03/2020, RABG 2020/15, 1241 met noot M. Van Moerkercke, De voor- en nadelen van de wederzijdse koop-verkoopbelofte, RABG 2020/15, 1244) .
Gezien er bij een optie nog geen overeenkomst tot stand komt, staat het de partijen vrij hun verbintenis over te dragen aan een derde, tenzij dit conventioneel uitgesloten werd door de partijen.
Toepassingen zijn terug te vinden in verschillende rechtsdomeinen. Zo onder meer inzake aankoop van (on)roerende goederen, overheidsopdrachten...
In de financiële wereld kennen we ook de zogeheten aandelenopties:
Aandelenopties geven de koper ervan het recht een bepaalde hoeveelheid aandelen te kopen (callopties) of te verkopen (putoptie) tegen een vastgestelde prijs (uitoefenprijs) en tot een afgesproken tijdstip in de toekomst.
- Met een beperkte inleg anticiperen op een verwachte koersstijging (call kopen)
- Aandeel beschermen tegen een koersdaling (put kopen)
- Aandelen goedkoper kopen dan de huidige marktprijs (put schrijven)
- Extra rendement generen op aandelen in portefeuille (gedekt call schrijven)
Bij vastgoed transacties wordt vaak gebruik gemaakt van een wederkerige (aan)-(ver)koopbelofte (gekruiste opties). Hierbij hebben de partijen zowel de hoedanigheid van belover als van begunstigde, zij verbinden zich ertoe om te kopen respectievelijk te verkopen.
Een optie tot aankoop is een een eenzijdig contract waarbij de optieverlener zich ertoe verbindt om `iets te doen' (het goed waarop de optie slaat te verkopen) enerzijds, en waarbij de optiegenieter geen verbintenis aangaat en enkel een recht krijgt, namelijk om de optie te lichten en het goed te verwerven. Door de lichting en enkel door de lichting van de optie komt de verkoop tot stand.
Overdracht van opties door vastgoedmakelaars wordt door art. 32 van plichtenleer verboden. (S. BEYAERT, Overdracht van aankoopopties door vastgoedmakelaars, TIJDSCHRIFT VOOR BELGISCH BURGERLIJK RECHT, Kluwer 2002, 285, Jurabibliotheek)
Uittreksel uit het NBWArt. 5.24. Voorkeurscontract
Het voorkeurscontract is een contract waarbij een partij zich ertoe verbindt om voorrang te geven aan de begunstigde ervan indien zij zou beslissen te contracteren. Tenzij de wet of het contract anders bepaalt, is het voorkeurscontract aan volgende regels onderworpen.
De partij mag slechts met een derde contracteren nadat zij aan de begunstigde de gelegenheid heeft gegeven om zijn voorkeursrecht uit te oefenen. Te dien einde geeft zij aan de begunstigde kennis van de essentiële en substantiële bestanddelen van het contract dat zij beoogt te sluiten.
Deze kennisgeving geldt als aanbod.
Wordt het aanbod niet aanvaard, dan mag de partij niet contracteren met een derde tegen een lagere prijs of gunstigere voorwaarden zonder opnieuw over te gaan tot een kennisgeving overeenkomstig het tweede lid.
Uittreksel uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk WetboekDe regeling is geïnspireerd op de regeling van artikel 48 Pachtwet (zie ook: B. TILLEMAN,
Totstandkoming en kwalificatie van de koop, in
Beginselen van Belgisch Privaatrecht, X, Antwerpen, Kluwer, 2001, 271-303; W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, 160; P. WÉRY, I, 195-199, nr. 182-185). In het gemeen recht is zij van aanvullend recht.
Uittreksel uit het NBWArt. 5.25. Optiecontract of eenzijdige contractbelofte
Het optiecontract, of de eenzijdige contractbelofte, is een contract waarbij een partij aan de begunstigde ervan het recht geeft te beslissen om met haar een contract te sluiten waarvan de essentiële en substantiële bestanddelen vastliggen en voor de totstandkoming waarvan enkel nog de toestemming van de begunstigde ontbreekt.
Uittreksel uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek
Dit artikel bevestigt het geldende recht (zie: B. TILLEMAN, Totstandkoming en kwalificatie van de koop, in Beginselen van Belgisch Privaatrecht, X, Antwerpen, Kluwer, 2001, 207-270; W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, 160; P. WÉRY, I, 189-194, nr. 175-180).
De algemene regels inzake totstandkoming van het contract zijn van toepassing. Het beloofde contract komt na de toestemming van de begunstigde tot stand zonder retroactief effect.
Uittreksel uit het NBW
5.26 Sanctie
Wanneer een contract met een derde het voorkeurs- of optiecontract schendt, beschikt de begunstigde over de sancties bij niet-nakoming van de schuldenaar.
Ten laste van de derde die medeplichtig is aan de schending van het voorkeurs- of optiecontract, kan de begunstigde ook herstel van de geleden schade of de niet-tegenwerpelijkheid van het contract vorderen, of eisen dat hij de plaats van de derde inneemt in het gesloten contract.
Uittreksel uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek
Het eerste lid bevestigt het uitgangspunt dat de begunstigde bij een miskenning van het voorkeurs- of optiecontract over het recht beschikt op herstel van de geleden schade en meer in het algemeen over de sancties bij niet-nakoming bedoeld in de artikelen 5.83 en volgende.
Met substitutie wordt bedoeld dat de begunstigde de plaats kan innemen van de derde medeplichtige (aan de prijs en de voorwaarden met de derde afgesproken). Door een substitutie te vorderen, uit de begunstigde zijn wil om te contracteren aan die voorwaarden.
Klik hier voor een Model optiecontract op aandelen van een vennootschap