uittreksel uit het gerechtelijk wetboek
TITEL VI. _ Herroeping van het gewijsde.
Herroeping van het gewijsde.
Art. 1132. De beslissingen die in kracht van gewijsde zijn gegaan en gewezen zijn door het burgerlijk gerecht, en door het strafgerecht in zover dit over burgerlijke belangen uitspraak heeft gedaan, kunnen worden herroepen op verzoek tot herroeping van het gewijsde van diegenen die partij zijn geweest of behoorlijk werden opgeroepen, onverminderd de rechten van het openbaar ministerie.
Art. 1133. Een verzoek tot herroeping van het gewijsde kan worden ingediend om de volgende redenen :
1° indien er persoonlijk bedrog is geweest;
2° indien er, sedert de beslissing, beslissende stukken zijn aan het licht gekomen die door toedoen van de partij waren achtergehouden;
3° indien tussen dezelfde partijen, handelend in dezelfde hoedanigheid, onverenigbare beslissingen zijn gewezen over hetzelfde onderwerp en op dezelfde grond;
4° indien recht gedaan is op stukken, getuigenissen, verslagen van deskundigen of eden, die na de beslissing vals zijn bevonden of verklaard;
5° indien de beslissing berust op een vonnis of arrest in strafzaken dat naderhand vernietigd is;
6° indien de beslissing berust op een proceshandeling, verricht in naam van iemand die, hetzij daartoe geen uitdrukkelijke of stilzwijgende last heet gegeven, hetzij de handeling niet heeft bekrachtigd of bevestigd.
Art. 1134. Het verzoek, ondertekend door drie advocaten, van wie er ten minste twee meer dan twintig jaren bij de balie zijn ingeschreven bevat alle middelen tot staving ervan en wordt betekend met dagvaarding in de gewone vorm voor het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, een en ander op straffe van nietigheid.
Wordt de herroeping van het gewijsde ingediend krachtens artikel 1133, 6° , dan moet diegene tegen wie de vordering tot ontkenning is toegewezen in de zaak betrokken worden.
Indien de bestreden beslissing uitgesproken is betreffende een geschil bedoeld in ((de artikelen 580, 2° , 3° , 6° , 8° , 9° , 10° en 11°) , 581, 582, 1° en 2°, en 583), kan het verzoek eveneens, naar gelang het geval, worden gedaan onder de handtekening van de arbeidsauditeur of de procureur-generaal.
Art. 1135. Wanneer het geschil onsplitsbaar is, moet het verzoek tot herroeping van het gewijsde gericht worden tegen alle partijen wier belang strijdig is met dat van de verzoeker.
Deze moet bovendien de andere partijen, die geen verzoek hebben ingediend, in het geding betrekken uiterlijk vó6r de sluiting van de debatten die voorafgaan aan de beslissing over de toelaatbaarheid van het verzoek.
Bij niet-nakoming van de in dit artikel gestelde regels wordt het verzoek niet toegelaten.
De beslissingen kunnen worden tegengeworpen aan alle in de zaak betrokken partijen.
Art. 1136.[1 Onder voorbehoud van de termijnen die worden voorzien in dwingende supranationale en internationale bepalingen, wordt het verzoek tot herroeping van het gewijsde]1, op straffe van verval, ingediend binnen zes maanden na het ontdekken van de ingeroepen grond.
----------
(1)<W 2014-05-12/02, art. 10, 127; Inwerkingtreding : 29-05-2014>
Art. 1137. Het verzoek tot herroeping van het gewijsde vormt geen beletsel voor tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing.
Art. 1138.Er staat geen herroeping van het gewijsde open maar enkel, tegen de beslissingen in laatste aanleg, voorziening in cassatie wegens overtreding van de wet :
1° indien de vormen die op straffe van nietigheid zijn voorgeschreven werden veronachtzaamd, tenzij de nietigheid door de partijen is gedekt;
2° indien er uitspraak gedaan is over niet gevorderde zaken of er meer werd toegekend dan er gevraagd was;
3° indien er werd nagelaten uitspraak te doen over één van de punten van de vordering [1 , onverminderd artikel 797, tweede lid]1;
4° indien er in een vonnis tegenstrijdige beschikkingen staan;
5° indien de mededeling aan het openbaar ministerie niet is geschied, in de gevallen waarin de wet die voorschrijft.
----------
(1)<W 2018-05-25/02, art. 46, 165; Inwerkingtreding : 09-06-2018>
Art. 1139.De rechter bij wie het verzoek tot herroeping van het gewijsde aanhangig is gemaakt, beveelt, zo daartoe grond bestaat, aan de partijen alle [1 middelen]1 tegelijk voor te dragen.
Hij kan, bij eenzelfde beslissing, uitspraak doen over de toelating van het verzoek tot herroeping van het gewijsde en over de zaak zelf.
----------
(1)<W 2014-05-05/09, art. 30, 129; Inwerkingtreding : 18-07-2014>
TITEL VII. _ Verhaal op de rechter.
Art. 1140. Er bestaat verhaal op de rechter in de volgende gevallen :
1° indien hij zich aan bedrog of list schuldig heeft gemaakt hetzij tijdens het onderzoek, hetzij bij zijn vonnis;
2° indien verhaal op de rechter uitdrukkelijk bij de wet is bepaald;
3° indien de wet de rechter aansprakelijk stelt voor eventuele schade;
4° indien rechtsweigering is geschied.
Art. 1141. Verhaal op de rechter bestaat insgelijks op de ambtenaren van het openbaar ministerie in de gevallen bepaald bij artikel 1140, 1° , 2° en 3° .
Art. 1142. Het verhaal op de rechter wordt, op straffe van verval, uitgeoefend binnen dertig dagen.
Deze termijn loopt te rekenen van het feit dat tot het verhaal aanleiding heeft gegeven en, in geval van bedrog of list, van de dag waarop de partij daarvan kennis gekregen heeft.
Art. 1143.Het wordt ingeleid door een ter griffie van het Hof van Cassatie in te dienen verzoekschrift, dat de middelen bevat, ondertekend is door de partij [1 en door een advocaat bij het Hof van Cassatie]1 en vooraf betekend is aan de rechter op wie verhaal wordt genomen.
[1 ...]1 De bewijsstukken worden bij het verzoekschrift gevoegd.
----------
(1)<W 2014-04-10/57, art. 27, 126; Inwerkingtreding : 25-05-2014>