Uittreksel uit het (nieuw) BW
"Art. 5.2 De natuurlijke verbintenis is een verbintenis waarvan de uitvoering niet kan worden afgedwongen.
Restitutie is niet mogelijk voor een natuurlijke verbintenis die zonder vergissing of dwang werd nagekomen.
De erkenning, zonder vergissing of dwang, van een natuurlijke verbintenis doet een verbintenis ontstaan."
Omschrijving
Een natuurlijke verbintenis is aldus een morele verplichting die principieel niet juridisch afdwingbaar is tenzij:
- ofwel de morele verplichting gedeeltelijk of volledig wordt uitgevoerd door de schuldenaar;
- ofwel de schuldenaar vrijwillig belooft de prestatie te leveren, dan wel het bestaan van de verplichting erkent.
De natuurlijke verbintenis is een aangevoelde dwingende morele plicht die derhalve rechtens niet afdwingbaar is maar die - eens zij vrijwillig is uitgevoerd of wanneer vrijwillig beloofd is ze uit te voeren - niet meer kan worden teruggevorderd.
De natuurlijke verbintenis is dan ook geen louter morele plicht, aangezien ze bepaalde rechtsgevolgen met zich meebrengt door de (belofte tot) vrijwillige uitvoering. Maar ze is ook geen zuivere civielrechtelijke verbintenis, aangezien ze in beginsel niet afdwingbaar is.
De onder de natuurlijke verbintenis ressorterende morele plicht kan op twee manieren omgezet worden naar een afdwingbare civielrechtelijke verbintenis. Ofwel door de vrijwillige uitvoering van de natuurlijke verbintenis door de natuurlijke schuldenaar, ofwel door de belofte tot uitvoering ervan.
De natuurlijke verbintenis kan aldus omgezet worden in een volwaardige civiele verbintenis, ofwel voor het reeds uitgevoerde (dat niet meer kan worden teruggevorderd) en dus voor het verleden, ofwel voor hetgeen nog moet worden uitgevoerd ( dat dan in rechte kan worden afgedwongen), en dus voor de toekomst.
De term "vrijwillig" vindt zijn oorsprong in artikel 1235, tweede lid van het oud Burgerlijk Wetboek. De meerderheidsopvatting in de Belgische rechtsleer interpreteert dit vrijwillige karakter zeer strikt als: "dat de solvens bewust handelt, wetende dat hij slechts een morele plicht vervult en met de expliciete bedoeling om die morele plicht om te vormen in een civiele verbintenis." De natuurlijke schuldenaar zal slechts de dwingende morele plicht omzetten naar een afdwingbare civiele verbintenis, indien hij met kennis van zaken én met de intentie om een volwaardige civiele verbintenis te genereren, de natuurlijke verbintenis uitvoert of belooft uit te voeren.
Voorbeeld:
1. het uitvoeren van een (betrekkelijk) nietige overeenkomst;
2. het (gedeeltelijk) betalen van een reeds verjaarde schuld;
3. betaling van een onderhoudsgeld door een natuurlijke vader aan een niet erkend kind waarvan de afstamming niet vaststaat;
4. het betalen van de begrafeniskosten door de feitelijk samenwonende die door de uitvering van de betaling hierna de kosten op de erfgenamen niet meer kan terugvorderen;
5. extralegale pensioenen;
6. betaling van een schuld na verschoonbaarverklaring bij faillissement;
7. uitvoering van een ongeldig testament;
8. uitvoering van een nietig verklaarde overeenkomst (voor zover de nietigverklaring niet gebeurde omwille van een wilsgebrek in de toestemming;
9. toekennen van gelden aan uittredende kloosterlingen door hun kloostergemeenschap;
10.betaling van speelschulden (betwist).
De dwingende morele plicht is aldus de bron van een natuurlijke verbintenis. Deze morele plicht is een gewetensplicht waarvan de gehoudenheid van de schuldenaar een door de maatschappij algemeen aanvaarde morele plicht is, rekening moet houden met onder meer de gebruiken van een gegeven beschaving, de banden die bestaan tussen de betrokkenen met betrekking tot hun graad van intellectuele en morele vorming en tot slot met de omstandigheden (D. DELI, “De natuurlijke verbintenis van de ouders tot het verschaffen van een stand aan hun kinderen” (noot onder Antwerpen 7 april 1987), RW 1987-88, (199) 202-203. 45. H. DE PAGE en R. DEKKERS, Traité élémentaire de droit civil Belge, III, Les obligations, Brussel, Bruylant, 1967, 77-78. Zie K. WILLEMS, De natuurlijke verbintenis, Brugge, die Keure, 2011, 97, nr. 120).
Deze gewetensplicht dient bovendien door de de schuldenaar zelf uitdrukkelijk of stilzwijgend subjectief erkend worden. Dit moet blijken door een handeling of verklaring van de schuldenaar waaruit hij onmiskenbaar duidelijk maakt zich gehouden te voelen aan de nakoming van deze objectieve morele plicht. De schuldenaar moet veruitwendigen dat hij de bedoeling heeft de morele plicht te vervullen.
De uitvoering van de natuurlijke verbintenis
De uitvoering van van een natuurlijke verbintenis maakt het kantelmoment uit waarin de morele plicht wordt omgevormd tot een civiele verbintenis. De uitvoering valt samen met de eenzijdige wilsuiting tot vrijwillige uitvoering.
Een loutere erkenning van het bestaan van de natuurlijke verbintenis bestaat zonder de wilsuiting om deze ook effectief te willen uitvoeren, is onvoldoende om de natuurlijke verbintenis om te zetten in een civiele burgerlijke verbintenis.
De nakoming van de natuurlijke verbintenis onder voorbehoud en zonder erkenning van het bestaan of de wil tot uitvoering bijvoorbeeld een betaling onder alle voorbehoud en zonder erkentenis, in afwachting van een definitief vonnis volstaat evenmin.
Toepassingen:
Op een vrijwillig uitgevoerde betrekkelijk nietige overeenkomst kan niet teruggekomen worden.
Op de betaling van een verjaarde schuld kan niet teruggekomen worden en de gedeeltelijke betaling van een verjaarde schuld impliceert schulderkenning en doet een verbintenis ontstaan voor de betaling van het saldo.
De betaling van een onderhoudsgeld aan een niet erkend kind waarvan de afstamming niet vaststaat en waarvoor enkel een morele plicht tot steun bestaat, doet een burgerlijk afdwingbare verplichting tot verder onderhoud ontstaan.
Is de uitvoering van een natuurlijke verbintenis een schenking?
Indien de uitvoering niet gebeurde met het inzicht om te schenken is er volgens cassatierechtspraak geen aanleiding om een schenking te weerhouden bij gebrek aan animus donandi.
zie ook Kurt Willems, Waarom de uitvoering van een natuurlijke verbintenis toch een schenking kan zijn, TEP 2010, 281, Jurisquarebibliotheek
zie ook Kurt Willems, De natuurlijke verbintenis B&E