De wet Breyne is de wet die de rechten en plichten regelt bij de verkoop op plan van woningen. De wet wordt ook de woningbouwwet geheten. De wet wil de belangen van de kandidaat-bouwer of koper beschermen onder meer
• door een de vereiste van een contract met transparante info over de totaalprijs van een project en de betalingsvoorwaarden
• een regeling inzake de verantwoordelijkheden
• financiële garanties
• verbod van betalingen in strijd met de strikte bepalingen va de wet
• bescherming tegen insolvabiliteit van de bouwpromotor
Waarop is de wet Breyne van toepassing?
De wet is – onder andere – van toepassing op:
- een aannemingscontract voor bouwwerkzaamheden
- verkoop op plan
- een sleutel-op-de-deurcontract
De wet Breyne kan ook van toepassing zijn op de verkoop van een bestaande woning. Dat is het geval als de verkoper die woning uitbreidt of aanzienlijk verbouwt. De totale prijs van die werken moet dan minstens 80 % van de verkoopprijs van de woning en meer dan 18.600 euro bedragen.
Onder welke voorwaarden is de wet Breyne van toepassing?
Voor de toepassing van de wet is het noodzakelijk dat:
- het gebouw bestemd is voor residentieel gebruik of voor professioneel en residentieel gebruik;
- de toekomstige eigenaar een of meer betalingen doet voor de werken volledig voltooid zijn, volgens de voorwaarden van het contract.
In welke gevallen is de wet Breyne niet van toepassing?
De wet Breyne is niet van toepassing als:
- de toekomstige eigenaar afzonderlijke contracten heeft afgesloten met verschillende aannemers (een bedrijf voor de ruwbouw, een ander voor de dakwerken, een voor de verwarming enz.);
- de toekomstige eigenaar werken heeft laten uitvoeren in een woning die hij al in eigendom had. Die werkzaamheden vinden immers niet plaats in het kader van een eigendomsoverdracht van het gebouw;
- het contract wordt afgesloten met bepaalde entiteiten (bijvoorbeeld een gemeente);
- de toekomstige eigenaar als professionele activiteit woningen bouwt of laat bouwen om ze te verkopen;
- het contract een studieovereenkomst is met betrekking tot een bouwwerk en als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Welke garanties biedt de wet Breyne?
De garanties die de wet biedt, zijn onder andere:
- Het voorschot dat u bij het sluiten van het contract betaalt, mag niet meer dan 5 % van het totale bedrag van het contract bedragen;
- Het saldo moet in schijven worden betaald. Die mogen niet hoger zijn dan de waarde van de verrichte werkzaamheden;
- De totaalprijs wordt vooraf vastgelegd (met de mogelijkheid tot herziening, maar onder bepaalde voorwaarden);
- De verplichting om de woning in twee fasen op te leveren: de voorlopige oplevering en de definitieve oplevering (minstens één jaar na de voorlopige oplevering);
- Een verplichte financiële garantie die de toekomstige eigenaar beschermt als de onderneming haar verplichtingen niet nakomt (bv. faillissement);
- Duidelijk omschreven aansprakelijkheden: de onderneming (aannemer of verkoper) is gedurende tien jaar aansprakelijk voor elk ernstig gebrek - zichtbaar of verborgen - dat de stabiliteit of de stevigheid van de woning aantast.
Wat als de wet Breyne niet wordt nageleefd?
Het niet naleven van de wet Breyne kan leiden tot de nietigheid van het contract of van de betreffende clausule van het contract.
Contractuele verplichtingen van de partijen de wet Breyne
Contractueel evenwicht en schriftelijke bepalingen
De woningbouwwet vertrekt vanuit het principe dat de verhouding tussen aannemer en bouwheer contractueel in evenwicht moet zijn. Dat evenwicht wordt nagestreefd door bepaalde verplichtingen dwingend op te leggen en door te vereisen dat essentiële bepalingen uitdrukkelijk en schriftelijk in de overeenkomst worden opgenomen. De wetgever wil hiermee voorkomen dat de consument-bouwheer wordt geconfronteerd met onduidelijke of nadelige bedingen.
Het contract moet daarom een voldoende precieze beschrijving bevatten van de geplande werkzaamheden, de gebruikte materialen en de uitvoeringswijze. Daarnaast is vereist dat de uitvoeringsduur helder is bepaald, zodat beide partijen weten in welke termijn de werken moeten worden afgerond. Wanneer hierover niets of slechts in algemene termen is opgenomen, is het risico op betwisting tijdens de uitvoering aanzienlijk groter. De tekst benadrukt dat de schriftelijke vorm hier niet louter een formaliteit is, maar een wezenlijk instrument om de oorspronkelijke wil van de partijen duidelijk te omlijnen.
Verplichtingen van de aannemer
De aannemer verbindt zich ertoe de werken uit te voeren volgens de regels van de kunst en overeenkomstig de plannen en lastenboeken. Dit houdt in dat hij niet alleen verplicht is het overeengekomen resultaat te leveren, maar ook om een actieve controle uit te oefenen op de geschiktheid van materialen en de uitvoerbaarheid van de plannen.
Daarenboven rust op hem een informatie- en raadgevingsplicht ten aanzien van de bouwheer. Indien technische knelpunten worden vastgesteld of wijzigingen noodzakelijk blijken, moet hij de bouwheer hiervan tijdig op de hoogte brengen. De woningbouwwet gaat er vanuit dat de aannemer niet louter uitvoert, maar ook begeleidt en bijstuurt waar nodig. Deze verplichting speelt in het bijzonder wanneer de bouwheer zelf onvoldoende technische kennis heeft en vertrouwt op het professioneel inzicht van de aannemer.
Verplichtingen van de bouwheer
Voor de bouwheer bestaat de hoofdverplichting erin de overeengekomen prijs tijdig te betalen volgens de in de overeenkomst vastgelegde modaliteiten. Daarnaast is hij gehouden de aannemer te voorzien van alle documenten, plannen en gegevens die noodzakelijk zijn voor een correcte uitvoering van de werken.
Hij moet toegang tot de werf verlenen en voldoende gebruiksruimte voorzien, zodat het materieel en de werknemers van de aannemer veilig en efficiënt kunnen opereren. Wanneer de bouwheer nalaat om tijdig informatie te verstrekken of de werf onbeschikbaar is, kan dit aanleiding geven tot een verlenging van de uitvoeringstermijn of tot tijdelijke opschorting van de werken. De tekst wijst erop dat die verplichtingen vaak worden onderschat, terwijl ze in belangrijke mate bijdragen tot een vlot verloop van de uitvoering.
Wijzigingen en meerwerken
Het contract moet een regeling bevatten voor het geval er wijzigingen worden aangebracht aan het oorspronkelijke project. Dit geldt zowel voor wijzigingen op initiatief van de bouwheer als voor aanpassingen die noodzakelijk blijken tijdens de uitvoering. De partijen doen er goed aan een uitdrukkelijke keuze te maken voor een schriftelijke bevestiging van wijzigingen of meerwerken, zodat discussie achteraf wordt vermeden.
Volgens de tekst verdient het aanbeveling om vooraf, in het contract zelf, duidelijke modaliteiten te voorzien voor de bepaling van de meerprijs of de verlenging van de uitvoeringstermijn. Indien men deze modaliteiten achterwege laat, verliest men bij betwisting vaak kostbare tijd met het reconstrueren van wat partijen al dan niet hebben bedoeld. De woningbouwwet beschouwt tijdige en ondubbelzinnige documentatie als een centrale pijler van een goed contractbeheer.
Uitvoeringstermijn en opschorting
De uitvoeringstermijn moet in het contract concreet worden vermeld. De woningbouwwet laat wel toe dat deze termijn wordt verlengd wanneer zich omstandigheden voordoen die buiten de macht van de aannemer vallen of wanneer de bouwheer zijn eigen verplichtingen niet naleeft. Deze uitzonderingen moeten – aldus de auteur – zo precies mogelijk worden omschreven in de overeenkomst.
Verder is het aangewezen om in de overeenkomst opschortingsgronden op te nemen, waarbij duidelijk wordt bepaald in welke gevallen de aannemer de uitvoering tijdelijk mag stopzetten. Deze bepalingen moeten ook gepaard gaan met een termijn waarbinnen de bouwheer zijn verplichting alsnog kan nakomen alvorens de opschorting wordt toegepast. Dit creëert een transparant kader en laat toe misbruik of onredelijke vertragingen te vermijden.
Aansprakelijkheid en tienjarige waarborg
Tot slot moet het contract een duidelijke aansprakelijkheidsregeling bevatten. De aannemer blijft in ieder geval onderworpen aan de tienjarige aansprakelijkheid voor ernstige gebreken, maar tijdens de uitvoeringsfase geldt ook een resultaatsverbintenis ten aanzien van de conformiteit van de werken.
De partijen kunnen – binnen de grenzen van het dwingend recht – aanvullende afspraken maken over de aansprakelijkheid voor lichte fouten of kleinere gebreken die zich tijdens de uitvoering kunnen manifesteren. Daarbij kan bijvoorbeeld worden overeengekomen binnen welke termijn dergelijke gebreken moeten worden gemeld en hersteld. Volgens de tekst verhoogt een dergelijke regeling de voorspelbaarheid en versterkt ze de rechtszekerheid, zowel voor de bouwheer als voor de aannemer.