Indien een vennootschap 0voor ten minste drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting tot neerlegging van hun jaarrekeningen kan de beheersdienst van e KBO tot ambtshalve schrapping overgaan.
De beheersdienst van de KBO gaat over tot de intrekking van deze doorhaling na de neerlegging bij de Nationale Bank van de niet-neergelegde jaarrekeningen.
De doorhalingen, alsook de intrekking ervan, worden op initiatief van de beheersdienst van de KBO gepubliceerd in de Bijlagen tot het
Belgisch Staatsblad.
Deze doorhaling brengt niet de schrapping, noch de ontbinding, noch de vereffening van de vennootschap met zich mee. De vennootschap blijft bestaan en moet blijven voldoen aan al haar verplichtingen. De vennootschap blijft onderworpen aan de juridische, boekhoudkundige, fiscale en sociale verplichtingen.
Door de de doorhaling mag de economische activiteit niet meer mag worden uitgeoefend (artikel 62, § 5 , 1 ° van de wet van 16 januari 2003 tot vaststelling van een Kruispuntbank van Ondernemingen op straffe van sanctie). Vorderingen die worden ingesteld door deze geschrapte vennootschappen zijn onontvankelijk.
De schrapping van een vennootschap in de KBO blijft van toepassing tot de vennootschap de situatie heeft rechtgezet door het indienen van de jaarrekeningen voor de ontbrekende jaren.
Na regularisatie, wordt een aankondiging van de opheffing van de schrapping bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Op vraag van elke belanghebbende of van het openbaar ministerie en behoudens regularisatie van de toestand in de loop van het geding, kan de ondernemingsrechtbank in wier rechtsgebied de vennootschap haar maatschappelijke zetel heeft, de ontbinding van een vennootschap uitspreken als ze haar jaarrekening niet heeft neergelegd (WVV, art. 2:73).
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld.
Wanneer uit de voorgelegde stukken in graad van beroep blijkt dat de vennootschap het nodige heeft gedaan om zich in regel te stellen en de ontbrekende jaarrekeningen werden neergelegd bij de balanscentrale van de Nationale Bank zijn de voorwaarden om tot gerechtelijke ontbinding over te gaan niet meer vervuld en dient het hof de gerechtelijke ontbinding van de onderneming in te trekken.