vrijwaring wegens uitwinning (1626 BW) en vrijwaring wegens verborgen gebreken (1641 BW)
uittreksel uit het burgerlijk wetboek
AFDELING III. - VRIJWARING.
Art. 1625. De vrijwaring, waartoe de verkoper jegens de koper gehouden is, heeft een dubbel voorwerp : zij betreft ten eerste het ongestoord bezit van de verkochte zaak en, ten tweede, de verborgen gebreken van die zaak of de koopvernietigende gebreken.
§ I. VRIJWARING VOOR UITWINNING.
Art. 1626. Zelfs wanneer bij de koop geen beding omtrent de vrijwaring is gemaakt, is de verkoper van rechtswege verplicht de koper te vrijwaren voor de uitwinning die hij ondergaat op het geheel of op een gedeelte van de verkochte zaak, of voor de lasten die iemand beweert op die zaak te hebben, en die bij de koop niet zijn opgegeven.
Art. 1627. Partijen kunnen, door bijzondere overeenkomsten, deze wettelijke verplichting uitbreiden of beperken; zij kunnen zelfs overeenkomen dat de verkoper tot geen vrijwaring zal zijn gehouden.
Art. 1628. Zelfs wanneer bedongen is dat de verkoper tot geen vrijwaring zal zijn gehouden, blijft hij toch gehouden tot die welke volgt uit zijn eigen daad; elke hiermee strijdige overeenkomst is nietig.
Art. 1629. In hetzelfde geval van een beding van niet-vrijwaring is, bij uitwinning, de verkoper verplicht de prijs terug te geven, tenzij de koper het gevaar van uitwinning heeft gekend ten tijde van de koop, of op eigen risico heeft gekocht.
Art. 1630. Wanneer vrijwaring beloofd is, of wanneer dienaangaande niets is bedongen, heeft de koper, in geval van uitwinning, het recht om van de verkoper te vorderen :
1° Teruggave van de prijs;
2° Teruggave van de vruchten, wanneer hij verplicht is die aan de uitwinnende eigenaar uit te keren;
3° De kosten van de vordering tot vrijwaring door de koper ingesteld, en de kosten door de oorspronkelijke eiser gemaakt;
4° Eindelijk, schadevergoeding, alsook de wettig gemaakte kosten van het contract.
Art. 1631. Wanneer de verkochte zaak ten tijde van de uitwinning blijkt in waarde verminderd of aanmerkelijk beschadigd te zijn, hetzij door de nalatigheid van de koper, hetzij door overmacht, is de verkoper niettemin verplicht de gehele prijs terug te geven.
Art. 1632. Indien echter de koper uit de door hem aangerichte beschadiging voordeel heeft getrokken, heeft de verkoper het recht om van de prijs een bedrag, gelijk aan dat voordeel, af te houden.
Art. 1633. Indien de verkochte zaak ten tijde van de uitwinning blijkt in waarde te zijn vermeerderd, zelfs buiten toedoen van de koper, is de verkoper verplicht aan de koper te betalen hetgeen de zaak boven de koopprijs waard is.
Art. 1634. De verkoper is verplicht aan de koper alle herstellingen en nuttige verbeteringen die deze aan het goed heeft aangebracht, te vergoeden, of door de uitwinner te doen vergoeden.
Art. 1635. Indien de verkoper te kwader trouw eens anders erf verkocht heeft, is hij verplicht aan de koper alle uitgaven te vergoeden, die deze aan het erf besteed heeft, zelfs uit weelde of tot verfraaiing.
Art. 1636. Indien slechts een gedeelte van de zaak tegen de koper wordt uitgewonnen, en dat gedeelte, in verhouding tot het geheel, zo belangrijk is dat de koper zonder het uitgewonnen gedeelte niet zou hebben gekocht, kan hij de koop doen ontbinden.
Art. 1637. Indien, bij uitwinning van een gedeelte van het verkochte erf, de koop niet wordt ontbonden, wordt het uitgewonnen gedeelte aan de koper vergoed volgens de geschatte waarde ten tijde van de uitwinning, en niet naar evenredigheid van de gehele koopprijs, onverschillig of de verkochte zaak in waarde vermeerderd of verminderd is.
Art. 1638. Indien het verkochte erf blijkt bezwaard te zijn met niet zichtbare erfdienstbaarheden, zonder dat zulks was opgegeven, en die zo gewichtig zijn dat er reden is om te vermoeden dat de koper niet zou hebben gekocht ingeval hij die gekend had, kan hij de ontbinding van het contract vorderen, tenzij hij verkiest met schadevergoeding genoegen te nemen.
Art. 1639. De overige vraagstukken betreffende de vergoeding van de schade die voor de koper ontstaat uit de niet-uitvoering van de koop, worden opgelost volgens de algemene regels bepaald in de titel Contracten of Verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen.
Art. 1640. De vrijwaring voor uitwinning houdt op wanneer de koper, zonder de verkoper op te roepen, zich heeft laten veroordelen bij een vonnis dat in laatste aanleg is gewezen of waartegen geen hoger beroep meer ontvankelijk is, indien de verkoper bewijst dat er voldoende middelen aanwezig waren om de eis te doen afwijzen.
§ II. VRIJWARING VOOR GEBREKEN VAN DE VERKOCHTE ZAAK.
Art. 1641. De verkoper is gehouden tot vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak, die deze ongeschikt maken tot het gebruik waartoe men ze bestemt, of die dit gebruik zodanig verminderen dat de koper, indien hij de gebreken gekend had, de zaak niet of slechts voor een mindere prijs zou hebben gekocht.
Art. 1642. De verkoper moet niet instaan voor de gebreken die zichtbaar zijn en die de koper zelf heeft kunnen waarnemen.
Art. 1643. Hij moet instaan voor de verborgen gebreken, zelfs wanneer hij die niet gekend heeft, tenzij hij in dat geval bedongen heeft dat hij tot geen vrijwaring zal zijn gehouden.
Art. 1644. In het geval van de artikelen 1641 en 1643, heeft de koper de keus om ofwel de zaak terug te geven en zich de prijs te doen terugbetalen, ofwel de zaak te behouden en zich een gedeelte van de prijs te doen terugbetalen, welk gedeelte door deskundigen zal worden bepaald.
Art. 1645. _ Indien de verkoper de gebreken van de zaak gekend heeft, is hij niet alleen gehouden tot teruggave van de prijs die hij ervoor ontvangen heeft, maar bovendien tot vergoeding van alle schade aan de koper.
Art. 1646. Indien de verkoper de gebreken van de zaak niet gekend heeft, is hij slechts gehouden tot teruggave van de prijs, en tot vergoeding aan de koper van de door de koop veroorzaakte kosten.
Art. 1647. Indien de zaak welke gebreken had, is teniet gegaan ten gevolge van haar slechte hoedanigheid, is het verlies voor rekening van de verkoper, die jegens de koper gehouden is tot teruggave van de prijs, en tot de overige schadevergoedingen in de twee vorige artikelen bepaald.
Maar het verlies door toeval veroorzaakt is voor rekening van de koper.
Art. 1648. De rechtsvordering op grond van koopvernietigende gebreken moet door de koper worden ingesteld binnen een korte tijd, al naar de aard van de koopvernietigende gebreken en de gebruiken van de plaats waar de koop gesloten is.
Art. 1649. Deze vordering kan niet worden ingesteld wat betreft verkopingen die op rechterlijk gezag geschieden.
Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art. 1649bis. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. Deze afdeling is van toepassing op de verkopen van consumptiegoederen door een verkoper aan een consument.
§ 2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder :
1° " consument " : iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn beroepsactiviteit of zijn commerciële activiteit;
2° " verkoper " : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die consumptiegoederen verkoopt in het kader van zijn beroepsactiviteit of zijn commerciële activiteit;
3° " consumptiegoederen " : alle roerende lichamelijke zaken, behalve :
- goederen die in uitvoering van een beslag of anderszins gerechtelijk zijn verkocht,
- water en gas die niet marktklaar zijn gemaakt in een bepaald volume of in een bepaalde hoeveelheid,
- elektriciteit;
4° " producent " : de fabrikant van consumptiegoederen, de importeur van consumptiegoederen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap of elke andere persoon die zich als producent voordoet door zijn naam, handelsmerk of enig ander onderscheidend teken op de consumptiegoederen aan te brengen;
5° " garantie " : elke door een verkoper of producent tegenover de consument aangegane verbintenis om de betaalde prijs terug te betalen, of om de consumptiegoederen te vervangen of te herstellen, of om er zich op enigerlei wijze om te bekommeren, indien de goederen niet overeenstemmen met de beschrijving in het garantiebewijs of in de desbetreffende reclame;
6° " herstelling " : het consumptiegoed in geval van gebrek aan overeenstemming met de overeenkomst, daarmee in overeenstemming brengen.
§ 3. Voor de toepassing van deze afdeling worden overeenkomsten tot levering van te vervaardigen of voort te brengen consumptiegoederen eveneens als verkoopovereenkomsten beschouwd.
Art. 1649ter. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. Voor de toepassing van artikel 1604, eerste lid, wordt het door de verkoper aan de consument geleverde consumptiegoed geacht slechts in overeenstemming met de overeenkomst te zijn indien :
1° het in overeenstemming is met de door de verkoper gegeven beschrijving ervan en de eigenschappen bezit van de goederen die de verkoper aan de consument als monster of als model heeft getoond;
2° het geschikt is voor elk bijzonder door de consument gewenst gebruik dat deze aan de verkoper bij het sluiten van de overeenkomst heeft medegedeeld en dat de verkoper heeft aanvaard;
3° het geschikt is voor het gebruik waartoe goederen van dezelfde soort gewoonlijk dienen;
4° het de kwaliteit en prestaties biedt die voor goederen van dezelfde soort normaal zijn en die de consument redelijkerwijs mag verwachten, gelet op de aard van het goed en op de eventuele door de verkoper, de producent of diens vertegenwoordiger publiekelijk gedane mededelingen over de bijzondere kenmerken ervan, namelijk bij de reclame en de etikettering.
§ 2. De verkoper is niet gebonden door de in § 1, 4°, bedoelde publiekelijk afgelegde mededelingen indien hij aantoont dat :
- bedoelde mededeling hem niet bekend was en hem redelijkerwijs niet bekend kon zijn,
- deze mededeling op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst was rechtgezet, of
- de beslissing tot aankoop van het consumptiegoed niet door deze mededeling kon beïnvloed zijn.
§ 3. Gebrek aan overeenstemming wordt geacht niet te bestaan in de zin van dit artikel als, op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, de consument het gebrek kende of redelijkerwijs daarvan op de hoogte moest zijn, dan wel als het gebrek aan overeenstemming voortvloeit uit het materiaal geleverd door de consument.
§ 4. Gebrek aan overeenstemming ten gevolge van een verkeerde installatie van het consumptiegoed wordt gelijkgesteld met gebrek aan overeenstemming van het goed wanneer de installatie deel uitmaakt van de koopovereenkomst betreffende het goed en door de verkoper of onder diens verantwoordelijkheid is uitgevoerd.
Hetzelfde geldt als een goed dat bestemd is om door de consument geïnstalleerd te worden, door deze geïnstalleerd wordt en de verkeerde installatie een gevolg is van een fout in de montagehandleiding.
Art. 1649quater. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. De verkoper is jegens de consument aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming dat bestaat bij de levering van de goederen en dat zich manifesteert binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf voornoemde levering.
De termijn van twee jaar bedoeld in het eerste lid wordt opgeschort tijdens de periode vereist voor de herstelling of de vervanging van het goed of in geval van onderhandelingen tussen de verkoper en de consument met het oog op een minnelijke schikking.
In afwijking van het eerste lid kunnen voor de tweedehandsgoederen de verkoper en de consument een kortere termijn dan twee jaar overeenkomen zonder dat die termijn korter dan één jaar mag zijn.
§ 2. De verkoper en de consument kunnen een termijn overeenkomen waarbinnen de consument de verkoper op de hoogte moet brengen van het gebrek aan overeenstemming, zonder dat die termijn korter mag zijn dan twee maanden vanaf de dag waarop de consument het gebrek heeft vastgesteld.
§ 3. De rechtsvordering van de consument verjaart na verloop van één jaar vanaf de dag waarop hij het gebrek aan overeenstemming heeft vastgesteld, zonder dat die termijn vóór het einde van de termijn van twee jaar, bedoeld in § 1, mag verstrijken.
§ 4. Manifesteert zich een gebrek aan overeenstemming binnen een termijn van zes maanden vanaf de levering van het goed, dan geldt tot bewijs van het tegendeel het vermoeden dat dit gebrek bestond op het tijdstip van levering, tenzij dit vermoeden onverenigbaar is met de aard van het goed of met de aard van het gebrek aan overeenstemming, door onder andere rekening te houden met het feit of het goed nieuw dan wel tweedehands is.
§ 5. De bepalingen in dit hoofdstuk met betrekking tot de vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak zijn van toepassing na het verstrijken van de termijn van twee jaar bedoeld in § 1.
Art. 1649quinquies. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. Naast desgevallend schadevergoeding, heeft de consument het recht van de verkoper die met toepassing van artikel 1649quater aansprakelijk is voor een gebrek aan overeenstemming te eisen, hetzij de herstelling of de vervanging van het goed onder de voorwaarden bedoeld in § 2, hetzij een passende vermindering van de prijs of de ontbinding van de overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in § 3.
Desgevallend wordt er evenwel rekening gehouden met de verergering van de schade voortvloeiend uit het gebruik van het goed door de consument na het ogenblik waarop hij het gebrek aan overeenstemming heeft vastgesteld of zou hebben moeten vaststellen.
§ 2. In eerste instantie heeft de consument het recht om van de verkoper het kosteloze herstel of de kosteloze vervanging van het goed te verlangen behalve als dat onmogelijk of buiten verhouding zou zijn. Elke herstelling of vervanging moet, rekening houdend met de aard van het goed en het door de consument beoogd gebruik, binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor de consument verricht worden.
De kosten bedoeld in het vorige lid zijn de kosten die moeten worden gemaakt om de goederen in overeenstemming te brengen, namelijk de verzendingskosten en de kosten die verband houden met loon en materiaal.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt een vorm van genoegdoening geacht buiten verhouding te zijn indien zij voor de verkoper kosten meebrengt die, vergeleken met de alternatieve vorm van genoegdoening onredelijk zijn, gelet op :
- de waarde die het goed zonder het gebrek aan overeenstemming zou hebben;
- de ernst van het gebrek aan overeenstemming;
- de vraag of de alternatieve vorm van genoegdoening concreet mogelijk is zonder ernstige overlast voor de consument.
§ 3. De consument heeft het recht van de verkoper een passende prijsvermindering of de ontbinding van de koopovereenkomst te eisen :
- indien hij geen aanspraak kan maken op herstelling of vervanging, of
- indien de verkoper niet binnen een redelijke termijn of zonder ernstige overlast voor de consument de herstelling of de vervanging heeft verricht.
In afwijking van het eerste lid heeft de consument niet het recht de ontbinding van de overeenkomst te verlangen indien het gebrek aan overeenstemming van geringe betekenis is.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt elke terugbetaling aan de consument verminderd teneinde rekening te houden met het gebruik dat deze van het goed heeft gehad sinds de levering ervan.
Art. 1649sexies. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005> Wanneer de verkoper jegens de consument aansprakelijk is uit hoofde van een gebrek aan overeenstemming, kan hij tegen de producent of tegen iedere contractuele tussenpersoon in de eigendomsoverdracht van het consumptiegoed, verhaal doen op grond van contractuele aansprakelijkheid waartoe deze producent of deze tussenpersoon met betrekking tot het goed is gehouden zonder dat een contractueel beding dat tot gevolg heeft die aansprakelijkheid te beperken of op te heffen, hem mag tegengeworpen worden.
Art. 1649septies. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. Elke garantie is bindend voor diegene die haar biedt volgens de in het garantiebewijs en de daarmee samenhangende reclame vastgestelde voorwaarden.
§ 2. In de garantie :
- moet vermeld staan dat de consument krachtens de toepasselijke nationale wetgeving betreffende de verkoop van consumptiegoederen wettelijke rechten heeft en moet duidelijk worden gesteld dat de garantie die rechten onverlet laat;
- moeten in duidelijke en begrijpelijke taal de inhoud van de garantie en de essentiële gegevens vermeld staan die noodzakelijk zijn om van de garantie gebruik te kunnen maken, met name de duur en het geografische toepassingsgebied van de garantie, alsmede de naam en het adres van de garant.
§ 3. Op verzoek van de consument moet de garantie hem schriftelijk of op een andere te zijner beschikking staande en voor hem toegankelijke duurzame drager beschikbaar worden gesteld.
Wanneer de verkoopovereenkomst schriftelijk is, behoudt ze in ieder geval de inlichtingen bedoeld in § 2.
§ 4. Indien een garantie niet conform de vereisten bepaald in §§ 2 en 3 is, doet zulks op generlei wijze afbreuk aan het recht van de consument om de naleving ervan te eisen.
Zulks geldt eveneens wanneer de garantie niet conform is aan de eisen voorzien in artikel 13, eerste lid, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
Art. 1649octies. <Ingevoegd bij W 2004-09-01/38, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2005> Zijn nietig, contractuele bedingen of afspraken overeengekomen vooraleer het gebrek aan overeenstemming aan de verkoper door de consument ter kennis is gebracht, en waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de rechten die de consument uit deze afdeling put, worden beperkt of uitgesloten.
Een beding dat de wet van een Staat die geen lid is van de Europese Unie op een overeenkomst beheerst door deze afdeling toepasselijk verklaart, is nietig wat betreft de in deze afdeling geregelde aangelegenheden, wanneer bij gebreke van dat beding de wet van een lidstaat van de Europese Unie toepasselijk zou zijn en die wet de consument in genoemde aangelegenheden een hogere bescherming verleent.