Art. 412 Sw Behandeling zonder vergunning van kernmateriaal stelt:
“De behandeling zonder vergunning van kernmateriaal is dat een persoon opzettelijk en zonder vergunning, verleend door het bevoegd gezag, of niet op de voorwaarden daarin gesteld, zich kernmateriaal laat afgeven, dan wel zodanig materiaal verkrijgt, in zijn bezit houdt, gebruikt, verandert, afstaat, achterlaat, vervoert of verspreidt.
Dit misdrijf wordt gestraft met een straf van niveau 3.”
Commentaar:
Externe beveiliging van kernmateriaal en ander radioactief materiaal
Art. 412 en volgende Sw. 2024 strekken ertoe de strafbaarstellingen inzake terrorisme en inzake diefstal en afpersing van kernmateriaal aan te vullen.
Het strafwetboek 2024 neemt van de artikelen 488bis tot 488quinquies van het Strafwetboek 1867 over met aanpassing in het licht van de nieuwe bepalingen van Boek I Sw. 2024.
In art. 412 Sw. 2024 wordt de strafbaarstelling bedoeld in artikel 488bis, § 1, van het Strafwetboek 1867 getrouw overgenomen.
Het moreel bestanddeel van het misdrijf is het algemeen opzet.
Naar analogie met de strafmaat onder de gelding van het Sw. 1867 na correctionalisering, wordt dit misdrijf gestraft met een straf van niveau 3.
Art. 413 Sw Verzwaarde behandeling zonder vergunning van kernmateriaal stelt:
Ҥ 1. De behandeling zonder vergunning van kernmateriaal wordt gestraft met een straf van niveau 4, indien het strafbaar feit voor een ander heeft veroorzaakt:
1° een schending van de integriteit van de derde graad;
2° de algemene of gedeeltelijke vernietiging van gebouwen, bruggen, dijken, straatwegen, spoorwegen, sluizen, magazijnen, werkplaatsen, loodsen, schepen, vaartuigen, vliegtuigen of andere kunstwerken of bouwwerken die aan een ander toebehoren.
§ 2. De behandeling zonder vergunning van kernmateriaal wordt gestraft met een straf van niveau 5, indien het strafbaar feit, gepleegd zonder het oogmerk om te doden, toch de dood heeft veroorzaakt.”
Commentaar:
Deze bepaling neemt de twee verzwarende omstandigheden waarin is voorzien in de paragrafen 2 en 3 van artikel 488bis Sw. 1867 over als verzwarende bestanddelen.
De strafmaten waarin wordt voorzien, stemmen overeen met de strafmaten onder de gelding van de Sw. 1867 na correctionalisering.
Art. 414 Sw Sabotage van kernmateriaal of van nucleaire installaties stelt:
“De sabotage van kernmateriaal of van nucleaire installaties is dat een persoon opzettelijk en zonder door het bevoegd gezag verleende vergunning, of buiten de hierin gestelde voorwaarden, een handeling begaat die gericht is tegen kernmateriaal of tegen een installatie waarin kernmateriaal vervaardigd, verwerkt, gebruikt, behandeld, opgeslagen of definitief geborgen wordt of een handeling die de werking van een dergelijke installatie verstoort, indien hij door die handelingen en ingevolge blootstelling aan stralingen of vrijlating van radioactieve stoffen:
1° de dood van of ernstige letsels aan een persoon, dan wel aanzienlijke schade aan goederen of aan het milieu met opzet veroorzaakt of weet dat hij dit kan veroorzaken, of;
2° een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een internationale organisatie of een regering met opzet ertoe dwingt een handeling te verrichten, dan wel zich daarvan te onthouden.
Dit misdrijf wordt gestraft met een straf van niveau 5.”
Commentaar:
Artikel 488bis, § 4, van het Strafwetboek 1867 bestraft diverse handelingen die gericht zijn tegen kernmateriaal of tegen installaties die verband houden met soortgelijk materiaal. Er wordt hier beoogd wat doorgaans “sabotage” van soortgelijk materiaal of van soortgelijke installaties wordt genoemd, evenals de handelingen die de werking ervan verstoren.
Het moreel bestanddeel van het misdrijf is het algemeen opzet.
In art. 414 Sw. 2024 wordt de strafbaarstelling van het Sw. 1867 ongewijzigd overgenomen en wordt voorzien in een straf van niveau 5, naar analogie met de strafmaat onder de gelding van de Sw. 1867 na correctionalisering.
Art. 415 Sw Illegaal bezit van radioactief materiaal of van radioactieve instrumenten stelt:
“Het illegaal bezit van radioactief materiaal of van radioactieve instrumenten is dat een persoon opzettelijk en zonder door het bevoegd gezag verleende vergunning, of buiten de hierin gestelde voorwaarden, radioactief materiaal ander dan kernmateriaal of radioactieve instrumenten op enige wijze bewaart, vervaardigt of gebruikt, indien hij door die handelingen:
1° de dood van of ernstige letsels aan een persoon, dan wel aanzienlijke schade aan goederen of aan het milieu met opzet veroorzaakt of weet dat hij dit kan veroorzaken;
2° een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een internationale organisatie of een regering met opzet ertoe dwingt een handeling te verrichten, dan wel zich daarvan te onthouden.
Dit misdrijf wordt gestraft met een straf van niveau 4.”
Commentaar:
In art. 415 Sw. 2024 wordt de eerste strafbaarstelling bedoeld in artikel 488ter van het Strafwetboek 1867, die het bewaren, vervaardigen en gebruiken beoogt, overgenomen. Zij beoogt het radioactief materiaal ander dan kernmateriaal of radioactieve instrumenten.
Het moreel bestanddeel van het misdrijf is het algemeen opzet.
Naar analogie met de strafmaat onder de gelding van het Sw. 1867 na correctionalisering, wordt dit misdrijf gestraft met een straf van niveau 4.
Art. 416 Sw Sabotage van radioactief materiaal of van radioactieve instrumenten stelt:
“De sabotage van radioactief materiaal of van radioactieve instrumenten is dat een persoon opzettelijk en zonder door het bevoegd gezag verleende vergunning, of buiten de hierin gestelde voorwaarden, een handeling begaat gericht tegen radioactief materiaal ander dan kernmateriaal of radioactieve instrumenten, indien hij door die handelingen:
1° de dood van of ernstige letsels aan een persoon, dan wel aanzienlijke schade aan goederen of aan het milieu met opzet veroorzaakt of weet dat hij dit kan veroorzaken, of;
2° een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een internationale organisatie of een regering met opzet ertoe dwingt een handeling te verrichten, dan wel zich daarvan te onthouden.
Dit misdrijf wordt gestraft met een straf van niveau 4.”
Commentaar:
Het betreft hier de tweede strafbaarstelling bedoeld in artikel 488ter van het Strafwetboek 1867, die de sabotage van radioactief materiaal ander dan kernmateriaal of radioactieve instrumenten beoogt.
Dit misdrijf wordt eveneens gestraft met een straf van niveau 4.
Art. 417 Sw Gebruik van dwang met het oog op de overdracht van radioactief materiaal of radioactieve instrumenten of van nucleaire installaties stelt:
“Het gebruik van dwang met het oog op de overdracht van radioactief materiaal of radioactieve instrumenten of van nucleaire installaties is dat een persoon opzettelijk en zonder door het bevoegd gezag verleende vergunning, of buiten de hierin gestelde voorwaarden, de overdracht van radioactief materiaal of radioactieve instrumenten of van nucleaire installaties eist door bedreiging, in omstandigheden die deze geloofwaardig maken, of door gebruik van geweld.
Dit misdrijf wordt gestraft met een straf van niveau 3.”
Commentaar:
Het betreft de overname van de strafbaarstelling bedoeld in artikel 488quater van het Strafwetboek 1867.
Naar analogie met de strafmaat onder de gelding va het Sw. 1867 na correctionalisering, wordt dit misdrijf gestraft met een straf van niveau 3.
Art. 418 Sw Wederrechtelijke binnendringing in een nucleaire installatie stelt:
“De wederrechtelijke binnendringing in een nucleaire installatie is dat een persoon die extern is aan een installatie waarin kernmateriaal vervaardigd, verwerkt, gebruikt, behandeld, opgeslagen of definitief geborgen wordt, opzettelijk en zonder een bevel van de overheid en buiten de gevallen waarin de wet het toelaat, binnendringt of tracht binnen te dringen in de gedeeltes van een dergelijke installatie waarvan de toegang beperkt is tot de in artikel 8bis, §§ 1 tot 4, van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen bedoelde personen, hetzij zonder hiervoor de toestemming te hebben gekregen van de exploitant of zijn aangestelde, hetzij door gebruik te maken van listige kunstgrepen om de exploitant of zijn aangestelde te misleiden over zijn bevoegdheid om in deze gedeeltes van de installatie binnen te dringen.
Dit misdrijf wordt gestraft met een straf van niveau 2.”
Commentaar:
In deze bepaling wordt de strafbaarstelling bedoeld in artikel 488quinquies van het Strafwetboek 1867 letterlijk overgenomen.
Het moreel bestanddeel van het misdrijf is het algemeen opzet.
Dit misdrijf wordt gestraft met een straf van niveau 2, hetgeen grosso modo overeenstemt met de strafmaat onder de gelding van het Sw. 1867.
zie ook www.elfri.be - Artikel - Diefstal van kernmateriaal