Art. 621 Sw. 2024 (Inwerkingtreding 8 april 2026) Huurlingschap stelt:
“Huurlingschap is het opzettelijk dienstnemen, vertrekken of doorreizen, alsook de poging daartoe, met het oog op het dienstnemen bij een vreemd leger of troepenmacht die zich op het grondgebied van een vreemde staat bevindt in de gevallen bepaald in een met redenen omkleed besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Dit misdrijf wordt bestraft met een straf van niveau 3.”
Commentaar:
Huurlingschap
De bepalingen in de afdeling “huurlingschap” van het Sw. 2024 hernemen de bepalingen van de wet van 1 augustus 1979 betreffende diensten bij een vreemde leger- of troepenmacht die zich op het grondgebied van een vreemde Staat bevindt.
De wetgever van het Sw. 2024 nam deze bepaling op in het Sw. 2024, aangezien het dienstnemen door Belgen in een vreemd leger dat zich op het grondgebied van een vreemde Staat bevindt of de werving daarvoor in België een negatieve impact kan hebben op de internationale betrekkingen van België.
Gelet op de samenhang met deze bepalingen worden ook de artikelen 135quater en 135quinquies Sw. 1867 naar deze afdeling over te brengen.
Het onderscheid tussen huurlingschap en de deelname aan een terroristische groep (alsook het respectievelijke werven hiervoor) ligt hierin dat het in het kader van huurlingschap gaat om het dienst nemen in een vreemd leger of troep in het kader van een gewapend conflict, zoals begrepen in het internationaal recht, terwijl het bij een terroristische groep gaat om een groep die erop gericht is terroristische misdrijven (zoals gedefinieerd in het Sw. 2024) te plegen.
Indien zich een situatie zou voordoen waarbij beide hoedanigheden zich vermengen, moet toepassing worden gemaakt van de regels inzake samenloop.
Artikel 621 Sw. 2024 herneemt de strafbaarstelling uit artikel 2, eerste lid, van voornoemde wet van 1 augustus 1979, samen met de uitbreiding ervan tot de poging door artikel 3 van deze wet.
Gelet op de grote impact op lokale conflicten en het belang dat conflicten worden geregeld binnen het kader van de Verenigde Naties, wordt in het Sw. 2024 geopteerd de strafmaat hier met één niveau op te trekken in vergelijking met de straf die zou worden bekomen bij een eenvoudige conversie.
Art. 622 Sw. 2024 (Inwerkingtreding 8 april 2026) Werven van huurlingen stelt:
“Werven van huurlingen is het opzettelijk, buiten de militaire technische bijstand die een staat aan een vreemde staat verleent en onverminderd de internationale verplichtingen van een staat of zijn deelneming aan internationale politieoperaties waartoe besloten wordt door publiekrechtelijke instellingen waarvan de staat lid is, aanwerven van personen ten behoeve van een vreemd leger of troepenmacht die zich op het grondgebied van een vreemde staat bevindt en het stellen van handelingen die zulke aanwerving kunnen uitlokken of vergemakkelijken, alsook de poging daartoe.
Dit misdrijf wordt bestraft met een straf van niveau 3.”
Commentaar:
Deze bepaling herneemt de strafbaarstelling uit artikel 1, eerste lid, van de wet van 1 augustus 1979 betreffende diensten bij een vreemde leger- of troepenmacht die zich op het grondgebied van een vreemde Staat bevindt., samen met de uitbreiding ervan tot de poging door artikel 3 van deze wet.
Gelet op de grote impact op lokale conflicten en het belang dat conflicten worden geregeld binnen het kader van de Verenigde Naties, wordt in het Sw. 2024 ervoor geopteerd de strafmaat hier met één niveau op te trekken in vergelijking met de straf die zou worden bekomen bij een eenvoudige conversie.
Volledigheidshalve wordt hier in herinnering gebracht dat onder de “politieoperaties” vermeld in deze bepaling de vredesoperaties in het kader van de Verenigde Naties vallen.