Indien er geen sprake is van een deugdelijk bezit, maar dit bezit wordt getroffen door geweld of feitelijkheden, kan de bezitter een reïntegranda instellen. Ze staat niet alleen open voor de bezitter, maar eveneens voor de detentor of houder (zie Cass. 19 oktober 2007 Arr Cass 2007,1978).
Het volstaat dat de eiser op het onroerend goed een feitelijke macht, van welke aard dan ook, uitoefent.
De bezitter (of detentor) moet enerzijds aantonen dat de stoornis veroorzaakt werd door geweld of feitelijkheden en anders het bewijs leveren van de toerekenbaarheid van deze agressie aan de verwerende partij. Zijn de daden van eigenrichting gericht tegen personen, dan is er sprake van 'geweld'. Is de agressie daarentegen gericht tegen goederen, gaat het om 'feitelijkheden'. Appellante meent dat zij hier als bezitter kan opkomen tegen 'feitelijkheden' door geïntimeerde gepleegd.
Artikel 1370 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt over bezitsvorderingen:
'Bezitsvorderingen worden slechts toegelaten onder de volgende voorwaarden:
1° mits het gaat om onroerende goederen f onroerende rechten die verkregen kunnen worden door verjaring;
2° mits de eiser bewijst gedurende ten minste een jaar in het bezit ervan te zijn geweest;
3° mits het bezit alle eigenschappen heeft, vereist bij de artikelen 2228 tot 2235 van het Burgerlijk Wetboek;
4° mits minder dan een jaar verlopen is sinds de stoornis of de ontzetting van bezit. De voorwaarde die onder 1° is gesteld, is niet van toepassing wanneer het om een wettelijke cf conventionele erfdienstbaarheid van uitweg gaat en wanneer de ontzetting van bezit of de stoornis veroorzaakt is door geweld of feitelijkheden.
Let wel: Het NBW voorziet in een gewijzigde en eenvoudigere bezitsvordering (
art. 3.25 BW)
Het oude onderscheid tussen de complainte en de reintegranda (
art. 1370 Ger.W.) maakt plaats voor één bezitsvordering die enkel nog de bezitter kan instellen.
Uittreksel uit het (nieuw) BW
Art. 3.25. Beschermende functie van bezit van een onroerend zakelijk recht in geval van geweld of feitelijkheden
De bezitter van een onroerend zakelijk recht waarvan het bezit ongestoord en openbaar is, kan in zijn bezit hersteld worden, zonder afbreuk te doen aan de regels van de buitencontractuele aansprakelijkheid, door een bezitsvordering in te stellen binnen het jaar na de stoornis of de ontzetting van bezit gepleegd met feitelijkheid of geweld.
De bezitsvordering en de eigendomsvordering kunnen niet worden gecumuleerd.