Wie een onroerend goed verkrijgt via schenking, wordt eigenaar zonder dat er een betaling tegenover staat. Toch is een schenking juridisch niet zonder risico’s, zeker niet wanneer ze betrekking heeft op onroerend goed. Een schenking van een onroerend goed moet steeds gebeuren bij authentieke akte voor de notaris. Er is dus een vormvereiste. De begiftigde verkrijgt pas eigendom na overschrijving van de akte op het hypotheekkantoor.
Een schenking is in beginsel onherroepelijk, maar er bestaan wettelijke uitzonderingen. Zo kan een schenking worden herroepen wegens ondankbaarheid van de begiftigde, bijvoorbeeld bij zware beledigingen, mishandeling of poging tot moord op de schenker. In dat geval kan de schenker via de rechtbank de schenking ongedaan laten maken. Ook het niet-uitvoeren van voorwaarden verbonden aan de schenking (zoals betaling van een rente of onderhoudsverplichting) kan leiden tot herroeping. Ten slotte kan in de schenkingsakte ook een conventioneel beding van terugkeer worden opgenomen: dat houdt in dat het goed automatisch terugkeert naar de schenker als de begiftigde vóór hem overlijdt. Als het goed intussen werd verkocht of met hypotheek bezwaard, kan dat grote gevolgen hebben, ook voor derden.
De waarde van het geschonken goed speelt een rol bij de latere vereffening-verdeling van de nalatenschap. Als de schenking werd gedaan aan een erfgenaam in rechte lijn, wordt ze vermoed een voorschot op het erfdeel te zijn, tenzij het om een schenking buiten deel gaat. In dat geval moet het geschonken goed worden ingebracht in de nalatenschap. Indien het goed in natura nog aanwezig is bij de begiftigde, gebeurt die inbreng in natura. Is het goed intussen verkocht, dan gebeurt de inbreng in waarde. Deze inbrengregels zijn belangrijk om de rechten van andere erfgenamen te vrijwaren.
In bepaalde gevallen kan een schenking ook worden ingekort. Dat is het geval wanneer de schenking het wettelijk voorbehouden erfdeel van een reservataire erfgenaam (zoals een kind) aantast. Die erfgenaam kan dan na het overlijden van de schenker vorderen dat de schenking wordt ingekort. Is het geschonken goed intussen verkocht, dan kan deze inkorting in sommige gevallen worden doorgeschoven naar de koper, al is dat slechts mogelijk wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Ook voor derden kunnen schenkingen risico’s inhouden. Wie een onroerend goed koopt dat eerder werd geschonken, moet nagaan of er geen herroepingsbeding of terugkeerbeding in de akte werd opgenomen en of deze bedingen nog geldig zijn. In bepaalde gevallen kan de schenker zich alsnog op het goed beroepen, zelfs na een verkoop, als er geen kantmelding werd gemaakt of geen toestemming werd verleend voor vervreemding.
De fiscale gevolgen zijn eveneens belangrijk. Een schenking van onroerend goed is onderworpen aan schenkbelasting, die wordt geheven op het ogenblik van de akte. Schenkingen binnen de familie (bv. ouders aan kinderen) genieten van een gunstiger tarief, maar enkel indien de akte tijdig wordt geregistreerd. Een bijkomend voordeel is dat schenkingen, in tegenstelling tot testamentaire beschikkingen, meteen definitief zijn: er is geen risico op latere betwisting door derden wegens vormfouten of onduidelijkheden, zolang de akte correct is opgesteld.