De bijdragen voor de gemeenschappelijke lasten in een mede-eigendom zijn een bron van discussie. Het uitgangspunt is nochtans eenvoudig: wie eigenaar is van een kavel, moet bijdragen. Die verplichting geldt vanaf de eigendomsoverdracht en blijft duren zolang men eigenaar is. Ook bijzondere situaties – zoals overlijden, faillissement, vruchtgebruik of mede-eigendom in onverdeeldheid – leiden niet tot een ontsnapping aan die regel, al verschillen de concrete verhoudingen.
De wet legt bovendien vast dat lasten pas opeisbaar zijn na een formeel besluit van de algemene vergadering, doorgaans op basis van een begroting. De syndicus kan deze niet autonoom opleggen. Nadien int hij de bijdragen volgens de verdeelsleutels in de statuten.
Het systeem beoogt rechtszekerheid voor de vereniging en gelijkheid tussen eigenaars. Toch ontstaan vaak conflicten: wie betaalt bij leegstand, bij overlijdens of bij verkoop op plan? De rechtspraak heeft hier vele verfijningen aangebracht.
In elke mede-eigendom is de verdeling van de lasten een bron van vragen én conflicten. Moet je blijven betalen als je appartement leegstaat? Wie is verantwoordelijk bij verkoop, overlijden of bij vruchtgebruik en blote eigendom? En vanaf wanneer mag de syndicus bijdragen opeisen?
In deze bijdrage ontrafelen we na weergave van een aantal korte FAQ's, stap voor stap de regels rond de debiteur van de lasten. Duidelijke antwoorden, heldere uitleg en praktische aanknopingspunten, zodat elke mede-eigenaar weet waar hij staat.
FAQ – Debiteur van de lasten in de mede-eigendom
Wie is in principe gehouden tot de betaling van de lasten?
Iedere eigenaar van een privatief deel, van zodra hij eigenaar wordt. De bijdrageplicht volgt uit het eigendomsrecht zelf.
Kan men ontsnappen aan die bijdrageplicht?
Neen. Enkel door geen eigenaar meer te zijn. Noch de statuten, noch de algemene vergadering kunnen iemand volledig vrijstellen.
Wat bij verkoop of overdracht?
De nieuwe eigenaar wordt debiteur van de lasten. De verkoper is vanaf de overdracht bevrijd, behoudens uitzonderingen (bijvoorbeeld voor reeds vervallen schulden).
Wat bij leegstand of onbewoonbaarheid?
Ook dan blijft de eigenaar bijdragen. Enkel verbruikskosten die feitelijk niet gemaakt zijn, kunnen wegvallen.
Wat bij overlijden van een eigenaar?
De erfgenamen nemen de verplichting over. De onbetaalde bijdragen worden schulden van de nalatenschap.
Hoe zit het bij echtgenoten en samenwonenden?
Voor gemeenschappelijke goederen zijn beiden gehouden. Voor de gezinswoning geldt een gezamenlijke verantwoordelijkheid, ook al is die eigendom van één van de echtgenoten.
En bij vruchtgebruik of blote eigendom?
De gewone lasten zijn in principe voor de vruchtgebruiker, de grote herstellingen voor de blote eigenaar.
Vanaf wanneer zijn bijdragen opeisbaar?
Pas na een formeel besluit van de algemene vergadering waarin een begroting wordt goedgekeurd.
Wat is de rol van de syndicus?
Hij int de bijdragen, maar kan ze niet zelf bepalen. Dat gebeurt door de algemene vergadering.