1. Inleiding
Erfdienstbaarheden blijven een belangrijke rol spelen in vastgoedtransacties en burengeschillen. Het nieuwe goederenrecht, ingevoerd bij Boek 3 BW, heeft de regels rond erfdienstbaarheden gemoderniseerd. Daarnaast hebben de Potpourriwetten en de invoering van Boek 8 BW de procesrechtelijke context gewijzigd. Dit artikel biedt een overzicht van de voornaamste procedurele aandachtspunten.
2. Bevoegdheid
Geschillen over erfdienstbaarheden behoren nog steeds tot de bevoegdheid van de gewone rechtbanken. In de praktijk komt de materiële bevoegdheid vaak toe aan de vrederechter, gelet op het naburig karakter en de waarde van de vordering. Discussies over bevoegdheidsincidenten blijven relevant, al biedt de wet een duidelijk kader voor verwijzing.
3. Soorten vorderingen
De actio confessoria en actio negatoria blijven de klassieke middelen om respectievelijk de erkenning of de ontkenning van een erfdienstbaarheid te vorderen. Daarnaast bestaan specifieke vorderingen, zoals deze tot toewijzing, afschaffing of verplaatsing van een recht van uitweg. Deze zijn onderworpen aan bijzondere procedureregels (verplichte poging tot minnelijke schikking, plaatsopneming).
4. Recht van uitweg versus conventionele doorgang
Het NBW verduidelijkt het onderscheid tussen de wettelijke noodweg en de conventionele erfdienstbaarheid van doorgang. Voor de eerste gelden de bijzondere regels uit het Gerechtelijk Wetboek, terwijl geschillen over conventionele erfdienstbaarheden onder de gewone regels vallen.
5. Bewijsvoering
Met Boek 8 BW is de plicht tot loyale medewerking aan de bewijsvoering uitdrukkelijk verankerd. Het bewijs van een erfdienstbaarheid kan geleverd worden door titel, verjaring of erkenning. De vroegere bewijsregels in het oude BW zijn grotendeels behouden, maar systematisch hernomen in Boek 8. De rechter heeft bovendien ruime bevoegdheden om overlegging van stukken en deskundigenonderzoek te bevelen.
6. Bijzondere procedureregels
-
Minnelijke schikking: artikel 1345 Ger.W. blijft een verplichte verzoeningspoging opleggen bij vorderingen inzake recht van uitweg.
-
Plaatsopneming: de vrederechter kan ter plaatse vaststellingen doen om het meest geschikte tracé te bepalen.
-
Partijen: alle eigenaars van betrokken erven dienen in de procedure betrokken te worden; de rechter kan dit ambtshalve opleggen.
7. Uitvoerbaarheid van vonnissen
Sinds de hervormingen van het gerechtelijk recht zijn eindvonnissen in principe uitvoerbaar bij voorraad, behoudens uitdrukkelijke uitzondering door de rechter. Dit geldt ook voor geschillen inzake erfdienstbaarheden.
8. Conclusie
De hervormingen van het NBW hebben de basisregels inzake erfdienstbaarheden gemoderniseerd en systematisch hernomen, zonder de fundamentele procedurele contouren drastisch te wijzigen. Voor de praktijk blijft het cruciaal het onderscheid te maken tussen wettelijke en conventionele erfdienstbaarheden, en de specifieke procedureregels inzake noodweg correct toe te passen. Met Boek 8 BW is de rol van bewijs en de verplichting tot loyale medewerking nog meer op de voorgrond getreden.
Veelgestelde vragen over erfdienstbaarheden en procedure
1. Welke rechter is bevoegd voor geschillen over erfdienstbaarheden?
De vrederechter is in principe bevoegd, maar de rechtbank van eerste aanleg heeft volheid van bevoegdheid. De territoriale bevoegdheid ligt bij de plaats waar het betrokken onroerend goed gelegen is.
2. Welke vorderingen kan ik instellen bij een conflict over een erfdienstbaarheid?
Klassiek gaat het om de actio confessoria (erkenning) of actio negatoria (ontkenning). Daarnaast bestaan bijzondere vorderingen, zoals de toekenning, verplaatsing of afschaffing van een noodweg.
3. Moet ik altijd dagvaarden?
Niet altijd. Voor de noodweg is een verplichte verzoeningspoging bij de vrederechter vereist. Nadien moet de procedure worden ingeleid via verzoekschrift, niet via dagvaarding. Voor conventionele erfdienstbaarheden geldt wel de gewone dagvaarding.
4. Hoe kan ik het bestaan van een erfdienstbaarheid bewijzen?
Dat kan door een notariële akte (titel), door verkrijgende verjaring, of door langdurig feitelijk gebruik en erkenning. De rechter kan deskundigen en plaatsopneming inschakelen en partijen zijn verplicht loyaal mee te werken.
5. Wat als een vonnis over een erfdienstbaarheid wordt aangevochten in beroep?
In principe zijn vonnissen uitvoerbaar bij voorraad. Dat betekent dat de beslissing meteen uitgevoerd kan worden, ook al werd beroep ingesteld, tenzij de rechter dit uitdrukkelijk uitsluit.
6. Kan de rechter voorlopige maatregelen opleggen?
Ja. In afwachting van een definitieve uitspraak kan de rechter voorlopige maatregelen nemen, bijvoorbeeld in kortgeding. Dit is nuttig om een acute stoornis of blokkade snel op te heffen.
7. Heeft het nieuwe Burgerlijk Wetboek veel veranderd aan de procedure?
De kern van de procedure is hetzelfde gebleven. Het NBW heeft vooral de inhoudelijke regels rond erfdienstbaarheden gemoderniseerd en verduidelijkt. Procedurele bijzonderheden (zoals de noodwegregeling) komen nog steeds uit het Gerechtelijk Wetboek.
Meer lezen in de verdere bijdrage op deze pagina?
Erfdienstbaarheden zijn een eeuwenoud maar nog steeds springlevend rechtsinstituut. In vastgoedtransacties en burengeschillen spelen ze vaak een doorslaggevende rol. Het nieuwe goederenrecht heeft de regels gemoderniseerd, terwijl het procesrecht ingrijpend werd hervormd door de Potpourriwetten.
In deze verdere bijdrage belichten we de procedurele aspecten stap voor stap:
-
de bevoegde rechter,
-
de soorten vorderingen,
-
de bewijsvoering,
-
de bijzondere procedureregels, en
-
de uitvoerbaarheid van vonnissen en voorlopige maatregelen.
Een praktische gids voor wie met erfdienstbaarheden in de rechtszaal of bij onderhandelingen wordt geconfronteerd.