De vraag wanneer een mede-eigenaar voor het eerst bijdragen in de gemeenschappelijke lasten verschuldigd is, blijft in de praktijk een bron van discussie, vooral bij de overgang van de bouw- naar de gebruiksfase van een appartementsgebouw. Het vernieuwde recht van mede-eigendom in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bevestigt in wezen de vroegere principes, maar legt sterker de nadruk op transparantie en rechtszekerheid.
Algemeen uitgangspunt
De bijdrageplicht ontstaat pas vanaf het ogenblik waarop de vereniging van mede-eigenaars effectief functioneert, dus zodra er meerdere eigenaars zijn. Dat uitgangspunt vloeit logisch voort uit het karakter van de gedwongen mede-eigendom: pas vanaf dat moment ontstaan gemeenschappelijke belangen, lasten en een formele beheersstructuur. Voorafgaand aan die fase rusten de kosten in beginsel op de promotor of bouwheer, zolang de gemeenschappelijke delen niet op naam van verschillende eigenaars zijn overgedragen of voorlopig zijn opgeleverd.
Verkoop van een afgewerkt appartement
Bij de verkoop van een reeds voltooid appartement gebeurt de eigendomsoverdracht doorgaans bij het verlijden van de authentieke akte. De meeste statuten koppelen terecht de aanvang van de bijdrageplicht aan dat ogenblik. Indien de koper echter vóór de akte reeds in gebruik treedt, bijvoorbeeld met toestemming van de verkoper, kan worden overeengekomen dat zijn bijdrage in de gemeenschappelijke lasten vroeger begint te lopen. Zulke afwijking moet uitdrukkelijk worden bedongen. De verkoper kan ook beslissen om de lasten tot de akte ten laste te nemen. Om redenen van rechtszekerheid blijft het evenwel aangewezen dat het reglement van mede-eigendom bepaalt dat bijdragen pas verschuldigd zijn vanaf de authentieke overdracht.
Verkoop op plan en voorlopige oplevering
Bij verkoop op plan blijft het risico tot aan de voorlopige oplevering bij de promotor. De koper verwerft geleidelijk eigendom naarmate de bouw vordert, maar wordt pas bijdrageplichtig voor gemeenschappelijke lasten vanaf de effectieve ingebruikneming van zijn kavel, doorgaans bij de voorlopige oplevering. De bouwkosten zelf behoren nooit tot de lasten van de mede-eigendom. Indien in het reglement wordt bepaald dat bijdragen reeds vóór de oplevering verschuldigd zijn, dreigt de promotor zijn eigen verplichtingen naar de kopers te verschuiven. Zulke bedingen kunnen nietig of niet-tegenstelbaar zijn wegens strijd met de aard van de mede-eigendom.
Overgangs- en aanvangskosten
Sommige reglementen voorzien in zogenoemde aanvangslasten of overgangskosten, bedoeld om uitgaven te dekken die worden gemaakt vóór de definitieve opstart van de vereniging, zoals verwarming of onderhoud van gemeenschappelijke delen tijdens de droogperiode. Zulke bepalingen blijven toelaatbaar op voorwaarde dat zij duidelijk en beperkt zijn omschreven, dat zij geen bouw- of garantiekosten van de promotor dekken, en dat de algemene vergadering of de initiële statuten ze uitdrukkelijk goedkeuren.
Rol van de syndicus
De syndicus moet waken over een strikte scheiding tussen bouwkosten enerzijds en verenigingskosten anderzijds. Uitgaven die de oprichting of exploitatie van de vereniging mogelijk maken, zoals verzekering, energievoorziening of afvalbeheer, kunnen door hem worden uitgevoerd binnen zijn wettelijke bevoegdheid, maar enkel na mandaat of goedkeuring van de algemene vergadering. Indien de syndicus door de promotor werd aangesteld, verdient het aanbeveling dat de eerste algemene vergadering zijn aanstelling bevestigt of vervangt om elk risico van belangenvermenging te vermijden.
Opeisbaarheid en goedkeuring
Volgens de huidige rechtspraktijk zijn bijdragen pas opeisbaar na goedkeuring van de afrekening of het budget door de algemene vergadering. De syndicus kan enkel voorlopige voorschotten innen indien de statuten dat voorzien of de vergadering hem daartoe machtigt.
Conclusie
De bijdrageplicht van een mede-eigenaar ontstaat in de regel niet bij de verkoopovereenkomst, maar bij de ingebruikneming van het privatief of bij de notariële overdracht, afhankelijk van de omstandigheden. Bij kopers op plan is de voorlopige oplevering het beslissende moment. Kosten die tot de aannemingsovereenkomst behoren, blijven volledig ten laste van de promotor. Gemeenschappelijke lasten worden pas verschuldigd na de formele activering van de vereniging van mede-eigenaars en na goedkeuring van de desbetreffende begroting.