Wat betekent Third Party Litigation Funding (TPLF)?
Third Party Litigation Funding, afgekort TPLF, is een manier om een rechtszaak te laten betalen door een derde partij die zelf geen betrokken partij is bij het geschil.
Die derde betaalt (een deel van) de procedurekosten – zoals rolrechten, advocatenhonoraria en deskundigenkosten – in ruil voor een deel van de opbrengst als de zaak wordt gewonnen of geschikt.
Als de zaak verloren wordt, krijgt de financier niets terug.
Voor hem is dit dus een risicovolle investering, vergelijkbaar met een belegging, maar dan in een rechtszaak in plaats van in aandelen of vastgoed.
Waarom is TPLF ontstaan?
Procederen is duur.
Zowel particulieren als ondernemingen kunnen afgeschrikt worden door de hoge kosten van advocaten, gerechtsdeskundigen en gerechtskosten.
Tegelijk zijn de middelen van de overheid voor juridische bijstand beperkt. Daardoor groeit de vraag naar private vormen van procesfinanciering.
TPLF is zo’n alternatief.
Het doel is toegang tot de rechter mogelijk maken voor wie een goede zaak heeft, maar de kosten of het risico niet kan of wil dragen.
De vijf manieren om een rechtszaak te financieren
In de rechtspraktijk bestaan er vijf manieren om de kosten van een gerechtelijke procedure te dekken.
TPLF is de vijfde en meest recente variant, maar om ze te begrijpen moet men ze naast de andere plaatsen.
1. Financiering door de procespartij zelf
Dit is de klassieke situatie: de partij die procedeert, betaalt haar eigen advocaat en kosten.
Als ze wint, kan ze via de rechtsplegingsvergoeding een forfaitair deel van de advocatenkosten terugkrijgen van de verliezende partij.
Toch blijft er bijna altijd een verschil tussen de werkelijke kosten en wat terugbetaald wordt – de ‘recoverability gap’.
Procederen blijft dus een financieel risico, zeker omdat de verliezende partij soms ook een deel van de kosten van de tegenpartij moet dragen (de ‘loser pays rule’).
2. Financiering door de advocaat
Soms kan de advocaat zelf een deel van het risico dragen, via een resultaatsafhankelijke overeenkomst.
Er bestaan twee soorten:
-
Contingent fee agreement – de advocaat krijgt een percentage van de opbrengst als de zaak gewonnen wordt (no win, no fee).
→ In België en de meeste Europese landen verboden door deontologische regels.
-
Conditional fee agreement – de advocaat ontvangt een basisloon en een success fee als de zaak goed afloopt.
→ In België toegelaten, zolang niet het volledige ereloon van het resultaat afhangt.
3. Financiering via verzekering (Legal Expenses Insurance – LEI)
Een rechtsbijstandsverzekering kan de kosten van een advocaat en een procedure dekken.
Er bestaan twee hoofdvormen:
-
Before the event insurance (BTE): afgesloten vóór er een geschil is; de verzekeraar betaalt als er later een procedure komt.
→ Vaak gebruikt in Duitsland, Oostenrijk en steeds meer in België.
-
After the event insurance (ATE): afgesloten nadat een geschil is ontstaan; de verzekeraar dekt vooral het risico dat men de tegenpartij moet betalen als men verliest.
→ Vooral populair in het Verenigd Koninkrijk, vaak gecombineerd met TPLF.
4. Rechtshulp door de overheid (Legal Aid)
In bijna alle landen bestaat een vorm van juridische tweedelijnsbijstand:
de overheid betaalt (geheel of gedeeltelijk) de advocaat voor mensen met ontoereikende bestaansmiddelen.
Door besparingen en strengere voorwaarden komt steeds minder volk hiervoor in aanmerking.
Hierdoor ontstaat ruimte voor private alternatieven zoals TPLF, die dezelfde sociale doelstelling (toegang tot justitie) kunnen helpen verwezenlijken, maar met commerciële middelen.
6. Financiering door een derde: Third Party Litigation Funding (TPLF)
Bij TPLF neemt een derde persoon of onderneming de kosten van een procedure op zich.
In ruil daarvoor krijgt hij een contractueel afgesproken deel van de opbrengst als de zaak gewonnen wordt of een schikking wordt bereikt.
De financier is inhoudelijk vreemd aan het geschil – hij is geen partij, geen advocaat en geen verzekeraar.
Meestal financiert hij de eiser, maar soms ook de verweerder.
Als de zaak verloren wordt of de tegenpartij niet kan betalen, verliest de financier alles.
Hij loopt dus een economisch risico, maar met de mogelijkheid op een hoge winst bij succes.
Er bestaan drie varianten:
-
Litigation loans: de eiser krijgt geld om zijn levens- of medische kosten te dragen tot de uitspraak (vooral in de VS).
-
Overdracht van rechtsvorderingen: de eiser verkoopt zijn vordering aan een derde, die dan zelf procedeert.
-
TPLF sensu stricto: de financier betaalt de kosten maar de eiser blijft eigenaar van de vordering en behoudt de controle over de procedure.
Vooral deze laatste variant is relevant in Europa en België.
Wie gebruikt TPLF in de praktijk?
TPLF wordt gebruikt door:
-
Particulieren die schadevergoeding willen maar de kosten niet kunnen dragen;
-
Bedrijven die hun liquiditeit willen vrijwaren tijdens langdurige geschillen;
-
Curatoren in faillissementen die vorderingen instellen in naam van het failliet;
-
Groepen van consumenten of aandeelhouders in class actions of collectieve vorderingen;
-
Partijen in internationale arbitrages, waar de kosten hoog zijn en de inzet groot.
Voordelen van TPLF
-
Toegang tot justitie: ook wie geen middelen heeft, kan procederen.
-
Risicospreiding: de partij draagt het financieel risico niet alleen.
-
Professionalisering: financiers selecteren enkel zaken met redelijke slaagkansen, waardoor lichtzinnige claims worden vermeden.
-
Economische neutraliteit: de procespartij hoeft geen middelen te blokkeren tijdens een langdurige procedure.
Risico’s en aandachtspunten
-
De financier kan te veel invloed krijgen op de strategie van het proces.
-
Er kan een belangenconflict ontstaan tussen het winstmotief van de financier en het belang van de rechtzoekende.
-
De winst voor de procespartij kan aanzienlijk verminderen door de afgesproken winstdeelname.
-
Er is weinig toezicht of wettelijke regulering, wat risico’s op misbruik inhoudt.
Is TPLF toegelaten in België?
Er bestaat geen specifieke Belgische wet die TPLF regelt of verbiedt.
Het fenomeen komt voor in beperkte vorm, vooral in internationale arbitrage en groepsvorderingen.
Op Europees niveau bestaan aanbevelingen om TPLF te omkaderen, met oog voor transparantie en evenwicht tussen investeerder en rechtzoekende.