Het opnemen van e-mail verkeer, computergebruik en internetverkeer via keylog en het opnemen en afluisteren van telefoongesprekken waaraan men zelf niet deelneemt wordt door het strafwetboek strafbaar gesteld in artikel Art. 314bis Sw. 1867.
Het opnemen van een telefoongesprek door een bij dat gesprek betrokken persoon is door de Belgische wet niet verboden en men vindt dan ook geen specifieke bepalingen m.b.t. het opnemen van eigen telefoongesprekken in het strafrecht terug. Het Strafwetboek voorziet wel in strafbepalingen en nadere voorwaarden wanneer niet-deelnemers aan het telefoongesprek dit gesprek opnemen en het Wetboek van Strafvordering omschrijft wanneer het opnemen van telefoongesprekken geschiedt in het. raam van bijzondere opsporingstechnieken. Het betreft hier evenwel uitsluitend personen die niet aan het telefoongesprek deelnemen. Bovendien is het hier centraal staande concept niet alleen het privéleven, maar tevens het telefoongeheim als uitbreiding van het briefgeheim dat wordt gegarandeerd in art. 29 GW.
Elk gebruik van de opname, buiten het geval van het gebruik voor zichzelf en anders dan bedoeld in artikel 314bis, §2, tweede lid, Strafwetboek 1867, kan een inbreuk zijn op artikel 8 EVRM. Het staat aan de rechter dit te beoordelen op grond van de feitelijke gegevens van de zaak.
Bij de beoordeling of het gebruik geoorloofd is, moet de rechter ook het criterium van de redelijke privacy verwachting in zijn oordeel betrekken. Dit criterium heeft onder meer betrekking op de inhoud en de omstandigheden waaronder het gesprek plaatsvond.
Toegelaten opname van gesprekkenEen opname van privé communicatie of telecommunicatie waaraan men zelf wel deelneemt zonder voorafgaande kennisgeving of toestemming van de andere deelnemers is niet verboden.
Deze opname mag aangewend worden in de juridische procedure.
De rechtbank beoordeelt de toelaatbaarheid en de bewijswaarde van de opname beoordelen.
Indien de rechtbank van oordeel is dat de opname onbetrouwbaar is, of door de opname het recht op een eerlijk proces van een andere partij wordt geschaad, zal de rechtbank de opname uitsluiten als bewijsmiddel. In de andere gevallen kan de rechtbank rekening houden met de opname en mee in aanmerking nemen bij haar beslissing.
Het opnemen van een telefoongesprek door een bij dat gesprek betrokken persoon is door de Belgische wet niet verboden en men vindt dan ook geen specifieke bepalingen m.b.t. het opnemen van eigen telefoongesprekken in het strafrecht terug. Het Strafwetboek voorziet wel in strafbepalingen en nadere voorwaarden wanneer niet-deelnemers aan het telefoongesprek dit gesprek opnemen en het Wetboek van Strafvordering omschrijft wanneer het opnemen van telefoongesprekken geschiedt in het. raam van bijzondere opsporingstechnieken. Het betreft hier evenwel uitsluitend personen die niet aan het telefoongesprek deelnemen. Bovendien is het hier centraal staande concept niet alleen het privéleven, maar tevens het telefoongeheim als uitbreiding van het briefgeheim dat wordt gegarandeerd in art. 29 GW.
Personen die aan een telefoongesprek deelnemen zijn volgens het Belgische strafrecht niet strafbaar indien zij de mogelijkheid aanbieden om een gesprek af te luisteren of wanneer zij dit gesprek opnemen, maar het gegeven dat zulks geen misdrijf oplevert betekent echter nog niet dat het geen schending zou kunnen opleveren van artikel 8 EVRM, of dat een dergelijke opname sowieso een regelmatig bewijs in strafzaken zal uitmaken.
zie ook: Gesprek opnemen als bewijs en niet als chantagemiddel toegelaten
De deontologische codex van advocaten stelt met betrekking tot opname van gesprekken:
Art. III.5.3.1. Een advocaat mag rechtstreeks noch onrechtstreeks gesprekken, vergaderingen of zittingen (laten) registreren op geluids- of beelddragers, zonder voorafgaande kennisgeving.