De onpartijdigheid van de rechter is een algemeen rechtsbeginsel dat rechtstreeks inwerkt op alle rechtsprekende instanties en voortvloeit uit de trias politica.
Art. 151 Grondwet. § 1. De rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden. Het openbaar ministerie is onafhankelijk in de individuele opsporing en vervolging onverminderd het recht van de bevoegde minister om de vervolging te bevelen en om de bindende richtlijnen van het strafrechtelijk beleid, inclusief die van het opsporings- en vervolgingsbeleid, vast te leggen.
De trias politica (ook wel de driemachtenleer genoemd) is een uitwerking van de idee van scheiding der machten binnen een staat. Het is een politiek systeem dat werd beschreven door de Franse verlichtingsfilosoof Charles de Montesquieu (,,1. faire des lois ... 2. exécuter les résolutions publiques ... 3. juger les crimes ou les différends des particuliers"(L' esprit des lois, XI, 6)). Montesquieu heeft de term trias politica nooit zelf gehanteerd. Hij wilde wel drie afzonderlijke organen in het leven roepen. Daarbij legde hij veel nadruk op de wetgevende macht, terwijl de rechter niet meer zou moeten zijn dan een wetstoepasser.
Aldus is ook de staatsmacht is in België verdeeld over drie machten:
1. de wetgevende (verkozen door het volk en aldus gecontroleerd door het volk): oefent macht uit door wetten en decreten
2. de uitvoerende en (gelast met de uitvoering van de wetten en dagelijks bestuur gecontroleerd door wetgevende macht): oefent macht uit door Koninklijke of ministeriële besuiten
3. de rechterlijke macht (benoemd door de uitvoerende macht): oefent macht uit door vonnissen en arresten
Elke macht controleert en beperkt de andere machten. Dit principe van de scheiding der machten staat echter niet uitdrukkelijk in de grondwet en is ook niet absoluut.
De federale wetgevende macht maakt de wetten en controleert de uitvoerende macht. Ze wordt uitgeoefend door het parlement en de koning. Het parlement bestaat uit twee kamers, de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De federale uitvoerende macht bestuurt het land. Ze zorgt ervoor dat de wetten in concrete gevallen worden toegepast en nageleefd. De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de koning en zijn regering van ministers en staatssecretarissen.
De rechterlijke macht doet uitspraak over geschillen en wordt uitgeoefend door hoven en rechtbanken. Ze controleert ook de wettelijkheid van de daden van de uitvoerende macht.
De scheiding der machten geldt ook op het niveau van de gemeenschappen en de gewesten. Ze hebben elk een aparte wetgevende en uitvoerende macht. De rechterlijke macht wordt echter voor de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten door dezelfde instanties uitgeoefend.
Voor een modelakte van wraking klik hier