Dieren, zoals koeien, paarden en schapen ontwikkelen soms een grote angst bij het zien van een luchtballon.
Sommige bronnen spreken van het veroorzaken van het aborteren van kalf, veulen of lam.
Een normale voorzichtige luchtballonvaarder zal onder geen enkel voorwendsel, behoudens overmacht of totale uitsluiting van een andere optie landen met een luchtballon in of rond een weide met dieren.
Wie door een luchtballon schade heeft geleden door een luchtballon legt best onmiddellijk klacht in bij de politie, zodat de schade in een PV wordt vastgesteld en de schade kan aangegeven bij de verzekeraar. Mogelijk beschikt u over een verzekering rechtsbijstand om uw schade desnoods voor de rechtbank in te vorderen.
De aansprakelijkheid en de schaderegeling met betrekking tot de luchtballonvaart, wordt geregeld op grond van de bepalingen van het Verdrag van Rome van 7 oktober 1952, betreffende de schade door buitenlandse luchtvaartuigen aan derden op het aardoppervlak veroorzaakt. Dit verdrag werd goedgekeurd bij de wet van 14 juli 1966. Artikel 2 van de goedkeuringswet heeft het verdrag ook toepasselijk gemaakt op de schade in het Rijk veroorzaakt door luchtvaartuigen welke in België ingeschreven zijn.
Het verdrag creëert in de eerste zin van artikel 1.1 een objectieve aansprakelijkheid: “Elke persoon die op het aardoppervlak schade lijdt heeft, onder de bij dit Verdrag bepaalde voorwaarden, recht op vergoeding, enkel en alleen door het feit dat het vaststaat dat de schade te wijten is aan een zich in de lucht bevindend luchtvaartuig of aan een daaruit vallende persoon of zaak".
Let wel, de tweede zin van hetzelfde artikel voegt een uitzondering aan toe:
“Er bestaat echter geen aanleiding tot vergoeding indien de schade niet rechtstreeks het gevolg is van het feit dat ze veroorzaakt heeft of indien zij alleen te wijten is aan het feit dat het luchtvaartuig door het luchtruim vliegt overeenkomstig de geldende bepalingen betreffende het luchtverkeer”.
Wie schade heeft geleden dient dus geen fout te bewijzen. Ter zake betreft één en ander een objectieve of foutloze aansprakelijkheid.
De schadelijder draagt wel, de bewijslast van het rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen de ballonvlucht en de schade.