Samenvatting
De bestuurders van een vennootschap begaan een buitencontractuele fout wanneer zij door de systematische en bewuste niet-betaling van schulden van de vennootschap de vennootschap een vals krediet verleenden, wat hen in staat stelde om bepaalde schuldeisers wel en andere niet te betalen en de deficitaire activiteit van de vennootschap voort te zetten.
Op basis van dit principe kunnen schuldeisers van en failliete vennootschap zich tegen de voormalige bestuurders richten op basis van hun buitencontractuele aansprakelijkheid.
Voor de toepassing van dit principe wordt verwezen naar een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, alwaar de fiscus zich gedupeerd voelde wegens jarenlange uitgebleven betalingen.
Preview
De bestuurders van een vennootschap begaan een buitencontractuele fout wanneer zij door de systematische en bewuste niet-betaling van schulden van de vennootschap de vennootschap een vals krediet verleenden, wat hen in staat stelde om bepaalde schuldeisers wel en andere niet te betalen en de deficitaire activiteit van de vennootschap voort te zetten.
Op basis van dit principe kunnen schuldeisers van en failliete vennootschap zich tegen de voormalige bestuurders richten op basis van hun buitencontractuele aansprakelijkheid.
Voor de toepassing van dit principe wordt verwezen naar een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, alwaar de fiscus zich gedupeerd voelde wegens jarenlange uitgebleven betalingen.
Rechtspraak:
• Cass. 17.10. 2008, RABG/8, 537
Luidens artikel 530 van het Wetboek van Vennootschappen, kunnen, indien bij faillissement van de vennootschap, de schulden de baten overtreffen, de bestuurders of gewezen bestuurders, alsmede alle andere personen die ten aanzien van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, persoonlijk en al dan niet hoofdelijk aansprakelijk worden verklaard voor het geheel of een deel van de schulden van de vennootschap tot beloop van het tekort, indien komt ...