De toepassingsvoorwaarden van de zaakaansprakelijkheid vereist slechts één oorzakelijk verband.
Er is alleen aansprakelijkheid als de schade te wijten is aan een gebrek van de zaak. Naast de aanwezigheid van schade zijn er dus slechts drie andere toepassingsvoorwaarden, namelijk
(1) een zaak,
(2) een gebrek van die zaak en
(3) een oorzakelijk verband tussen het gebrek en de schade.
Van een gebrek in de zaak is er sprake wanneer de schadelijder erin slaagt het bewijs te leveren dat de oorzaak van de schade gelegen in de gebrekkigheid van de zaak.
De schadelijder is evenwel niet genoodzaakt ook de oorzaak van deze gebrekkigheid te bepalen.
Een zaak lijdt aan een gebrek wanneer zij een abnormaal kenmerk vertoont waardoor zij in bepaalde omstandigheden schade kan veroorzaken (Cassatie 21.05.1999, TBBR 1999, 652). Artikel 1384 lid 1 oud BW is ook toepasselijk op onroerende goederen zoals gebouwen voor zo ver het niet gaat om de instorting van een gebouw, in welk geval artikel 1386 oud BW van toepassing is.
Principieel is de eigenaar verantwoordelijk voor de gebreken in een gebouw en niet de huurder, in die zin dat de eigenaar als bewaarder dient aanzien te worden in de wettelijke zin van het woord.
Het is immers de verhuurder die de onderhouds- en herstellast draagt met betrekking tot die gebreken die in de regel schade aan derden kunnen veroorzaken.
De bewaarder van een gebrekkig goed kan aan zijn aansprakelijkheid slechts ontsnappen wanneer hij bewijst dat de oorzaak van de schade (niet van het gebrek) ligt bij overmacht, toeval, de daad van een derde of van het slachtoffer zelf.
Wanneer echter de oorzaak niet meer kan worden vastgesteld door verloop van tijd, dan wel door vernieling van het voorwerp waardoor een deskundig onderzoek of een technisch onderzoek, dan wel een plaatsbezoek zinloos is geworden, faalt de bewaarder van het goed in zijn bewijslast om aan de aansprakelijkheid te ontsnappen en bewijst deze aldus niet dat de oorzaak van de door de schadelijder geleden schade gelegen is in een fout begaan door een derde.
Voor een toepassingsgeval en tevens bron van deze bijdrage zie Vredegerecht Zottegem-Herzele, 09.07.2009, Tijdschrift voor de Vrederechters, 2012, 560/212 met noot van F. Baudoncq, het bewijs van de aansprakelijkheid voor het gebrek van de zaak nader geanalyseerd in Tijdschrift van de Vrederechters 2012, 583/215.
Let wel, voor schadegevallen vanaf 1 januari 2025 is het boek 6 (nieuw) BW van toepassing met nieuwe begripsomschrijvingen en enkele aanpassingen: klik hier voor meer informatie.