Afschaffing van het normdoelcriterium in de nietigheidsleer
Het normdoelcriterium in de nietigheidsleer werd afgeschaft door Potpourri I (Wet van 19 oktober 2015)
Potpourri VI (Wet van 25 mei 2018) voerde een nieuw herstelcriterium toe aan de nietigheidsleer.
Door het wegvallen van het normdoel werd de rechter de mogelijkheid ontnomen om bepaalde vormgebreken via creatieve oplossingen te herstellen.
Dit werd verholpen door het herstelcriterium van Potpourri VI.in artikel 861 lid 2 Ger.W. dat van onmiddellijke toepassing was en dus ook diende toegepast op alle lopende procedures.
Grondbeginselen van de nietigheidsleer sinds ¨Potpourri VI:
- De rechter mag geen nietigheid uitspreken zonder dat de wet uitdrukkelijk in de nietigheid heeft voorzien voor de miskenning van een vormvoorschrift (pas de nullité sans texte - art. 860 lid 1 Ger.W.).
- De rechter de nietigheid slechts uitspreken wanneer de belangen van de partij die de nietigheid opwerpt, geschaad zijn (pas de nullité sans grief art. 86l lid 1 Ger.W)
- De nietigheid moet tegelijk en voor enig ander middel worden opgeworpen (aanvoeringstoets - art. 864 Ger.W.).
- De rechter mag de nietigheid slechts uitspreken wanneer hij vaststelt dat de bewezen belangenschade niet kan worden hersteld (herstelcriterium - art. 861 lid 2 Ger.W.).
Toelichting bij het herstelcriterium
De rechter is verplicht om al dan niet ambtshalve na te gaan of herstel van de nietigheid mogelijk is.
Art. 861 lid 2 gerechtelijk wetboek:
"Wanneer hij vaststelt dat de bewezen belangenschade kan worden hersteld, maakt de rechter, op kosten van de opsteller van de onregelmatige akte, de verwerping van de exceptie van nietigheid afhankelijk van de uitvoering van de maatregelen waarvan hij de inhoud en de termijn waarna de nietigheid zal worden verkregen, bepaalt."
Uit de Memorie van toelichting:
"De vaststelling van het bestaan van een belangenschade in hoofde van de partij die de exceptie opwerpt, mag[ ... ] geen eindpunt zijn wanneer de schade herstelbaar is. In zo een geval mag de rechter niet langer de nietigheid uitspreken, maar moet hij [ ... ] op maat gesneden herstelmaatregelen voorschrijven." (MvT, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2827/001, 20).
Mogelijke vormen van herstel:
- herstel door het opnieuw verrichten van de gebrekkige proceshandeling (MvT, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2827/001, 20 met verwijzing naar Cass. 13 november 2000, Arr. Cass. 2000, 1779).
- herstel door een maatregel die het doel van het vormvoorschrift tracht te bereiken (in feite is dit een terugkoppeling naar het voormalig artikel 867 Ger.W. Dit zou bijvoorbeeld kunnen besta&an in het verlenen door de rechtbank van aanvullende termijnen of een uitstel (Gent 12 juni 2013, NjW 2014, afl. 311, 846) of bijvoorbeeld het opleggen door de rechtbank van het neerleggen van een nieuwe conforme conclusie of beroepsakte.
Rechtsleer nopens het herstelcriterium
- MAX DE SCHYVER, Herstel van een gebrekkige proceshandeling, wanneer en hoe? NjW 2021, 129
- H. BOULARBAH en C. HAUWEN, "Assouplissement du formalisme et extension du régime des nullités", in H. BOULARBAH en J.-F. VAN DROOGHENBROECK (eds.), Actualités en droit judiciaire: un peu de tout après six pots-pourris, Limal, Anthemis, 2018, 285, nr. 5;
- B. ALLEMEERSCH, "Recente ontwikkelingen op het stuk van sancties in het burgerlijk procesrecht", in S. VOET en B. ALLEMEERSCH (eds.), Ihemis 113 - Gerechtelijk recht, Brugge, die Keure, 2020, 49, nr. 37).
- B. MAES, N. CLIJMANS en S. VAN SCHEL, "Regels van het geding en van de rechtspleging", in P. TAELMAN en B. ALLEMEERSCH (eds.), Het burgerlijk proces opnieuw hervormd, Antwerpen, Intersentia, 2019, p. 69, nr. 80).