De Antigoonleer is tot stand gekomen door de rechtsleer en de rechtspraak en werd pas op 24/10/2013 in de wet ingeschreven, middels de wet van 24 oktober 2013:
Wet tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden
Publicatie : 12-11-2013 nummer : 2013009496 bladzijde : 84999 BEELD
Inwerkingtreding : 22-11-2013.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2. In de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wordt een hoofdstuk VII ingevoegd, luidende " Nietigheden ".
Art. 3. In hoofdstuk VII, ingevoegd bij artikel 2, wordt een artikel 32 ingevoegd, luidende :
" Art. 32. Tot nietigheid van onregelmatig verkregen bewijselement wordt enkel besloten indien :
- de naleving van de betrokken vormvoorwaarden wordt voorgeschreven op straffe van nietigheid, of;
- de begane onregelmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast, of;
- het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces. ".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
Onregelmatig bewijs in het buitenland verkregen:
Wet van 9 december 2004 betreffende de wederzijdse internationale rechtshulp in strafzaken en tot wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering.
(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-12-2004
HOOFDSTUK V. - Gebruik van in het buitenland verzameld bewijsmateriaal.
Art. 13. In het kader van een in België gevoerde strafrechtspleging mag geen gebruik worden gemaakt van bewijsmateriaal :
1° dat in het buitenland op onregelmatige wijze is verzameld indien de onregelmatigheid :
- volgens het recht van de Staat waarin het bewijsmateriaal is verzameld volgt uit de overtreding van een op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereiste;
- de betrouwbaarheid van het bewijsmateriaal aantast;
2° waarvan de aanwending een schending inhoudt van het recht op een eerlijk proces.