De kracht van een pleidooi wordt vaak onderschat.
Advocaten worden vaak geconfronteerd op de zitting met conclusies die onvolledig zijn.
Een andere techniek bestaat erin om zwak te concluderen, waardoor de tegenpartij gesust gerust gesteld is waardoor je op de zitting deus ex machina met een aantal nieuwe argumenten aan kan komen draven.
Probleem is dan wel dat de rechter die 4 weken later het vonnis velt nog kennis moet hebben voor dit uitzonderlijk pleidooi en zich de nieuwe krachtige juridische argumenten dient te herinneren.
Dit kan bekomen worden door humor, soms sarcastische humor, soms Aristophaanse humor, soms zelfs seks.
De hersenen ook die van de rechter leggen verbindingen en die ezelbruggetjes dienen onbewust aan de rechter gegeven.
Het voormelde strekt het pleidooi niet tot eer. Is het nog van deze tijd dat nadat partijen middels hun advocaten hun conclusies hebben gewisseld en alle argumenten gestructureerd hebben ontwikkeld, waarbij de overtuigingsstukken werden gewisseld ze nadien deze argumenten nog eens gaan herhalen in vervallen gebouwen waar de rechters op een troon zitten in zalen overvol met wachtende advocaten die per uur betaald, uren verslijten in de wandelgangen om hierna argumenten te ontwikkelen ten aanzien van een magistraat die op dat moment vaak niet de tijd heeft om naar hen te luisteren?
Laat ons hopen dat corona de online zitting dit ouderwetse gedoe zo vlug mogelijk doet vergeten.
De rechtsonderhorige wil rechtzoekende worden. De rechtzoekende wil geen advocaten, griffiers, rechters, zittingszalen, terechtzittingen, conclusies, toga’s en pleidooien. De rechtzoekende wil dat zijn rechtsgeschil op een efficiënte, snelle, eenvoudige en voor hem bevattelijke wijze, wordt beslecht door een rechter waarin hij vertrouwen mag hebben (R. SUSSKIND, Online Courts and the Future of Justice, Oxford, Oxford University Press, 2019, 52).